Stijl

1 / 11
next
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 2,4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slide and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Hij feliciteerde ... met ... nominatie
A
hen; hun
B
hun; hun
C
hen; hen
D
hun; hen

Slide 2 - Quiz

Hen of hun?
Ik stuur ... een kaart.
timer
0:20
A
hen
B
hun

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Welke verwijswoorden horen in deze zin? Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats. Let op: er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. Je mag er dus meerdere slepen, als je denkt dat ze passend zijn .
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Esther kan veel beter tennissen
als /dan jij /jou.
A
als jij
B
dan jou
C
als jou
D
dan jij

Slide 7 - Quiz

Nick is knapper … Simon
A
als
B
dan

Slide 8 - Quiz

Ik heb jou/jouw rugzak meegenomen.
A
jou
B
jouw

Slide 9 - Quiz

jou/jouw
jou - Ik heb jou gebeld. 
jou = iemand

jouw - Ik heb jouw telefoon gebruikt
jouw = jouw telefoon 

Slide 10 - Slide

... vergeet ... paraplu, mevrouw.
A
U, uw
B
Uw, uw
C
Uw, u
D
U, u

Slide 11 - Quiz