This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Zorg en welzijn klas 2
Mens en Zorg
Slide 1 - Slide
waar gaat het thema mens&zorg over?
Slide 2 - Open question
neem bladzijde 102 voor je
we gaan vandaag:
- Mens en zorg Vragen maken - EHBO opdracht
Slide 3 - Slide
Wat hoort erbij EHBO?
Slide 4 - Mind map
Maak de vragen van taak 1
Maak zelfstandig de vragen Overleggen mag op fluister toon Kom je er samen niet uit steek dan je hand op en vraag de docent Ben je klaar mag je informatie opzoeken over de EHBO handelingen en een begin maken aan taak 3
timer
15:00
Slide 5 - Slide
EHBO handelingen
- Vinger verband aan leggen
- Hulp bij bloed neus - Hulp bij verslikken
- Hulp bij bewusteloosheid
Slide 6 - Slide
Hoe gaan we oefenen?
In duo`s samenwerken, 1 patiënt 1 is hulpverlener. - We kijken 1x het filmpje - Daarna stap voor stap het filmpje door. hulpverlener voert de handeling dan uit - Daarna gaan we wisselen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
QUIZZZZZZ
Slide 13 - Slide
Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Enige hulp Bij ongevallen
B
Eerste help bij onrust
C
Eerste hulp bij ongelukken
D
Eerst hulp bieden, onmiddelijk
Slide 14 - Quiz
Welke kant moet je het hoofd op buigen bij stabiele zijligging ?
A
Naar achter
B
Naar rechts
C
Naar voren
D
Naar links
Slide 15 - Quiz
Wat doe je al eerste als je iemand bewusteloos op de grond ziet liggen?
A
Je kijkt of de persoon nog ademt
B
Je schudt de persoon en vraagt of het goed gaat
C
Je start reanimatie
D
Je roept om hulp
Slide 16 - Quiz
Hoe zie je of iemand zich ernstig verslikt
A
De persoon nog kan praten
B
De persoon loopt rood aan
C
De persoon kan niet meer praten
D
De persoon snakt naar adem
Slide 17 - Quiz
Bij het snelverband aan leggen op de onderarm, begin je bij de pols
A
Ja, je begint bij de pols en werkt dan omhoog, richting de romp
B
Nee, je begint bij de elleboog en dan richting hand
Slide 18 - Quiz
aan de slag
Maak de opdrachten van taak 3; opdracht 2, 3 en 4
+
in twee of drietallen oefenen met snelverband. Rol het verband weer op en wissel van rol, zodat iedereen een keer geoefend heeft. Laat het resultaat even aan de docent zien