Klas 2A gymn Freitag, den 14. Januar 2022

Freitag, den 14. Januar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Vorbereitung GP Deutsch
  • Üben Grammatik/Wörterlisten
  • Wiederholung: vervoegen van werkwoorden
  • Hören zwei Aufgaben
  • Lernlisten GP Deutsch vorbereiten
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Freitag, den 14. Januar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Vorbereitung GP Deutsch
  • Üben Grammatik/Wörterlisten
  • Wiederholung: vervoegen van werkwoorden
  • Hören zwei Aufgaben
  • Lernlisten GP Deutsch vorbereiten
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 2.1   Seiten 7-8
Aufgabe 3.1   Seiten 8-9

Slide 2 - Slide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt je voorbereiden op de GP.
  • Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.

Slide 3 - Slide

Modalverben en möchten
  1. Wat zijn de aandachtspunten t.a.v. de Modalverben?
  2. Welke Modalverb heeft geen klinkerwisseling?
  3. Wat kun je nog vertellen over de Modalverb wissen?
  4. Hoe gaat het vervoegen van möchten? Bij welk persoonlijk vnw. is de uitgang anders dan je mag verwachten bij werkwoorden met de stam op een d/t?
  5. Wat betekenen de Modalverben in het Nederlands?

Slide 4 - Slide

Üben: Rangtelwoorden
  • 24.
  • 58.
  • 95.
  • 63.
  • 36.
  • 77. 

Slide 5 - Slide

Hoe spreek je de volgende personen aan?
  1. Jörg ist 10 Jahre alt. Er ruft seine Nachbarin Frau Blume an und bietet ihr eine Tasse Kaffee an.
  2. Kerstin Müller steht mit ihrer Freundin Ute im Supermarkt. Sie bittet ihre Freundin um etwas Geld für Schokolade.
  3. Familie Seidel trifft am Frühstücksbüffet im Hotel auf Familie Schott.
  4. Mutter Seidel fragt Mutter Schott, ob sie sich zusammen an einen Tisch setzen wollen.


Slide 6 - Slide

Hoe spreek je de volgende personen aan?
  1. Am Strand spielen die Kinder der Familien Seidel und Schott, Anja und Paul miteinander. Anja fragt Paul, ob er auch einen Apfel möchte.

  1. Die sechzehnjährige Yvonne Zeh bringt ihren Freund Simon zum ersten Mal mit nach Hause. Wie spricht Simon Yvonnes Eltern an?

  1. Die zwölfjährige Lena fragt die Mutter ihrer Freundin Maja Haas, ob Maja zu Hause ist und Zeit hat.

Slide 7 - Slide

Üben: Ja oder doch?
  1. Du isst (eet) keine Pommes?
  2. Fahrt ihr mit dem Auto?
  3. Liebst du diese Katze?
  4. Hast du noch nie ein Fahrrad gehabt?
  5. Kann der Junge nicht lesen?
  6. Kommt das Mädchen morgen?

Slide 8 - Slide

Üben Grammatik

Slide 9 - Slide

Vervoegen van werkwoorden:
  • Wat is de 1e stap?
  • Wat is idewis?
  • Wat is de standaard uitgang na de stam?
  • Wat zijn sis-klanken?
  • Wat veranderd er bij sis-klanken aan de standaard uitgang?
  • Hoe gaat het bij werkwoorden met stam op d/t?
  • Welke werkwoorden horen bij zelfde regels als stam op d/t?

Slide 10 - Slide

Aufgabe 3.5A   Seite 13
  • Zelfstandig maken Aufgabe 3.5A
  • Klaar: doorlezen Wörterliste A Seite 60 + WRTS/Quizlet
  • Bespreken Aufgabe 3.5A

Klassikaal 3.5B en C

Voltooid deelwoord:
  • Wat is de standaardregel?
  • Uitzonderingen?

timer
1:00

Slide 11 - Slide

Hören   
Aufgabe 3.2 
  • Wat moeten we doen voordat we gaan luisteren?

Slide 12 - Slide

Hören   
Aufgabe 4.1 
Gezamenlijk lezen van inleiding en vertalen.

->Wat moeten we doen voor het luisteren?

Slide 13 - Slide

Lernen Wörterliste A und B GP Deutsch
TB Seiten 46-48

Mogelijkheden:
  • WRTS/Quizlet
  • Kaartjes maken
  • Overschrijven
  • Overhoren + vragen hoe schrijf ik een woord/zin
-> Zachtjes praten!!

Slide 14 - Slide

Hausaufgaben:
Machen: Stencil 1 t/m 9  Seiten 160-163

Lehrstoff GP Deutsch:Freitag, den 21. Januar 2022
Lernen: Wörterliste A+B Seiten 46-47
Lernen: Grammatik TB Seite 45 Modale werkwoorden en möchten
Lernen: Grammatik Rangtelwoorden Seite 46 TB
Lernen: Verschil ja en doch TB Seite 45
Lernen: duzen oder Siezen AB Seiten 82-83 Aufgabe 3.3

Slide 15 - Slide

Zum Schluss:
  • Wat waren de doelen van vandaag.

Slide 16 - Slide

Lehrstoff GP Deutsch:Freitag, den 21. Januar 2022
Lernen: Wörterliste A+B Seiten 46-47
Lernen: Grammatik TB Seite 45 Modale werkwoorden en möchten
Lernen: Grammatik Rangtelwoorden Seite 46 TB
Lernen: Verschil ja en doch TB Seite 45
Lernen: duzen oder Siezen AB Seiten 82-83 Aufgabe 3.3

Slide 17 - Slide

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 18 - Slide

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 19 - Slide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 20 - Slide

Betekenis Modalverben:

  • dürfen = mogen, toestemming hebben
  • können = kunnen, in staat zijn tot
  • mögen = houden van, lusten, aardig vinden
  • müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

  • sollen = moeten/bevel, wil van een ander
  • wollen = willen
  • wissen = weten
  • möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 21 - Slide

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:          slobd 
  • Vul je emailadres van school in.
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 

Slide 22 - Slide

E-Mail schreiben
  • Staat er na de aanhef een komma, dan wordt de 1e zin met een kleine letter geschreven, behalve bij een zelfstandig naamwoord.
  • Na de afsluitende groet komt in het Duits geen komma.
  • Hallo/Beste André -> Lieber André
  • Hallo/Beste Lisette -> Liebe Lisette

Slide 23 - Slide