Efficiënte of effectieve communicatie

Zakelijke communicatie Nederlands

Effectieve en efficiënte communicatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zakelijke communicatieSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Zakelijke communicatie Nederlands

Effectieve en efficiënte communicatie

Slide 1 - Slide

Wat leren we vandaag?
Je leert wat efficiënte communicatie is.
Je leert wat effectieve communicatie is.

Slide 2 - Slide

efficiënt versus effectief (1)
  • niet eenvoudig om uit te leggen
  • veel mensen twijfelen...
  • Bekijk op de volgende slides enkele posts uit de facebookgroep 'VRT-taal' .
  • Leden van deze facebookgroep proberen er het verschil uit te leggen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

efficiënt versus effectief (2)
  • Je hebt de voorbeelden gelezen.
  • Beantwoord in de volgende twee slides de vragen. Gebruik je eigen woorden. 

Let op:
  • Gebruik hoofdletters en leestekens.
  • Schrijf correct.

Slide 9 - Slide

Wanneer is communicatie volgens jou effectief?

Slide 10 - Open question

Wanneer is communicatie volgens jou efficiënt?

Slide 11 - Open question


Efficiënt, 
effectief of 
geen van beide?
  • Bekijk de drie filmpjes.
  • Bepaal voor elk filmpje of de communicatie vlot verloopt. Waarom wel/niet?
  • Bepaal voor elk filmpje of de communicatie effectief of efficiënt is. Of geen van beide. 

Slide 12 - Slide

1

Slide 13 - Video

00:37
Verloopt de communicatie hier vlot? Waarom wel/niet? Is het efficiënt of effectief of geen van beide?

Slide 14 - Open question

1

Slide 15 - Video

02:32
Verloopt de communicatie hier vlot? Waarom wel/niet? Is het efficiënt of effectief of geen van beide?

Slide 16 - Open question

1

Slide 17 - Video

02:32
Verloopt de communicatie hier vlot? Waarom wel/niet? Is het efficiënt of effectief of geen van beide?

Slide 18 - Open question

Vul de woordspin aan in de volgende twee slides.

Slide 19 - Slide

Wanneer is iets
effectief?

Slide 20 - Mind map

Wanneer is iets
efficiënt?

Slide 21 - Mind map