3.1 Zintuigen en prikkels

Hoofdstuk 3
Waarnemen



1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Waarnemen



Slide 1 - Slide

Planning 

Intro
Uitleg prikkels
Uitleg de huid
Opdrachten maken
Leerdoelen

3.1 Zintuigen
Aan het eind van 3.1 kun je:
1. De betekenis van het begrip prikkel en impuls omschrijven
2. De zintuigen die een mens heeft en de prikkels die erbij horen noemen
3. In een schematische tekening van de huid de zintuigen in de huid benoemen.
4. Uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert, vanaf de prikkel tot aan de reactie (gebruik de bronnen in je boek hierbij)
5. De drie onderdelen van het zenuwstelsel benoemen (in een afbeelding) en de taak ervan omschrijven.
6. De 3 soorten zenuwen onderscheiden en hun verschillen uitleggen.

Slide 2 - Slide

welke horizontale lijn is langer?

Slide 3 - Slide

welke lijn is korter: de gele of de rode?

Slide 4 - Slide

welk vierkant is groter?

Slide 5 - Slide

Welke binnenste oranje cirkel is groter?

Slide 6 - Slide

wat zie je?

Slide 7 - Slide

Zintuigen
Welke zintuigen hebben wij? 
  • Gehoorzintuig
  • Lichtzintuig
  • Reukzintuig
  • smaakzintuig

  • Warmtezintuig 
  • koud zintuig
  • tastzintuig
  • pijnzintuig

Slide 8 - Slide

Waar reageer je op 
Waar reageer je op ?
Je reageert op prikkels:
Informatie uit je omgeving

(verandering in intern of extern milieu) 

Slide 9 - Slide

Herhaling: wat is de prikkel voor je...
Oog
Oor
Neus
Tong
Huid
licht
geluid
geurstoffen
smaakstoffen
temperatuur
pijn
vormen

Slide 10 - Drag question

zintuigen in de huid
  • warmtezintuig

    prikkel: hogere temperaturen 
  • koudezintuig

    prikkel: lagere temperaturen 
  • tastzintuig

    prikkel: hoe voelt iets aan 
  • pijnzintuig
    prikkel: pijn

Slide 11 - Slide

Aan het werk
Maak opdracht 3 t/m 5

Slide 12 - Slide

Hoe reageert je lichaam op een prikkel?
  • Zenuwstelsel: Hersenen, Ruggenmerg en zenuwen

  1. Zintuigen vangen prikkels op
  2. zintuig zet prikkels om in berichten(impuls)
  3. impuls gaan via zenuwen naar je hersenen
  4. Impulsen worden in je hersenen verwekt tot gedachten 

  • hersenen versturen weer via de zenuwen impulsen 




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Zenuwcel
De zenuwcel bestaat uit een cellichaam met een celkern.

Aan het cellichaam zit een lange uitloper waarover/ waardoor de impuls word verstuurd

Slide 15 - Slide

3 Soorten zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen :
Zijn verbonden aan zintuigen.
Hebben de celkern en cellichaam als een ballonnetje halverwege de lange uitloper


Schakelcellen:
Zitten in je ruggenmerg en verbinden de gevoel en bewegingscellen. Hebben geen lange uitlopers


Bewegingszenuwcellen:
Verbinden het ruggenmerg met spieren of klieren. Hebben een lange uitloper
Spier
Zintuig
Schakelcel
Bewegings- zenuwcel
Gevoels- 
zenuwcel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Reageren en zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen : Zijn verbonden aan zintuigen.

Schakelcellen: Zitten in je ruggenmerg en verbinden de gevoel en bewegingscellen 

Bewegingszenuwcellen: Verbinden het ruggenmerg met spieren of klieren.

Slide 18 - Slide

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Je bent je nu bewust van de prikkel
Je hersenen beslissen hoe je op de prikkel gaat reageren
Je hersenen sturen berichten via de zenuwen
De berichten van je hersenen "vertellen" hoe je lichaam moet reageren. 
Elk zintuig zet prikkels om in berichten. Deze berichten heten impulsen
Zenuwen brengen deze berichten naar je hersenen

Slide 19 - Drag question

Aan het werk
Maak opdracht 6 t/m 16 op blz. 137 t/m 139

Slide 20 - Slide

Exit ticket:

1. Wat is de taak van zintuigen?
2. Welke soort cellen verbinden de zintuigen met de hersenen?
3. Welke soort cellen verbinden de hersenen met de spieren?
4. Waarom hebben zenuwcellen zoveel uitlopers?

Slide 21 - Open question