De kloktijden HV1
1 / 14
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Il est deux heures moins le quart.
Il est trois heures cinq.
Il est cinq heures dix.
Il est huit heures vingt-cinq.
Il est huit heures et quart.
Il est dix heures et demie.
Il est six heures moins cinq.
Il est onze heures.
Slide 5 - Drag question
Il est huit heures.
A
Het is acht uur.
B
Het is vier uur.
C
Het is negen uur.
D
Het is vijf uur.
Slide 6 - Quiz
Il est trois heures et demie.
A
Het is half twee.
B
Het is half drie.
C
Het is half vier.
D
Het is half vijf.
Slide 7 - Quiz
Il est une heure moins le quart.
A
Het is kwart voor elf.
B
Het is kwart over één.
C
Het is kwart over elf.
D
Het is kwart voor één.
Slide 8 - Quiz
Il est minuit.
A
Het is twaalf uur ('s nachts).
B
Het is acht uur.
C
Het is twaalf uur ('s middags).
D
Het is twee uur.
Slide 9 - Quiz
Il est quatre heures vingt-cinq.
A
Het is vijf voor half drie.
B
Het is vijf over half vier.
C
Het is tien over vier.
D
Het is vijf voor half vijf.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Probeer zelf een zin te maken met een tijd erin.
