Monohybride kruisingen

Erfelijkheid
Monohybride kruisingen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Erfelijkheid
Monohybride kruisingen

Slide 1 - Slide

Een kruising uitvoeren
Enkele gegevens:
P = ouders
F1 = kinderen
F2 = kleinkinderen
Hoofdletter = dominante eigenschap
kleine letter = recessieve eigenschap
homozygoot = 2 x hetzelfde allel (2 x hoofdletter of 2 x kleine letter)
heterozygoot = 1 x Hoofdletter en 1 x kleine letter

Slide 2 - Slide

Een kruising uitvoeren stap 1
Wat zijn de genotypen van de dieren die onderling worden gekruist?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Een kruising uitvoeren stap 2
Welke allelen/genvarianten kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een kruising uitvoeren stap 3
Welke mogelijkheden bestaan er voor de versmelting van een eicelkern met een zaadcelkern?
Het kruisingsschema.

Slide 7 - Slide

Een kruising uitvoeren stap 4
Wat is de genotypenverhouding van de nakomelingen in de F1?
Wat is de fenotypeverhouding van de nakomelingen in de F1?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Werk de opdracht uit in je schrift

Slide 10 - Slide

We gaan verder met de eerste kruising.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

In je schrift:
Wat is de genotypeverhouding in de F2?
Wat is de fenotypeverhouding in de F2?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoorns 
Bij runderen is het gen voor het ontbreken van hoorns (H) dominant over het gen voor het aanwezig zijn van hoorns (h).
Een stier is homozygoot voor het aanwezig zijn van hoorns en wordt gekruist met een koe die heterozygoot is voor deze eigenschap.
Bepaal de F1 generatie. Doe dit volgens de geleerde stappen in je schrift.

Slide 18 - Slide