What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets mens en zorg
Oefentoets Mens en Zorg
lesbrief 25 tot 32
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets Mens en Zorg
lesbrief 25 tot 32
Slide 1 - Slide
Wat is GEEN ouderdomsziekten?
A
Dementie
B
Artrose
C
Ziekte van Parkinson
D
COPD
Slide 2 - Quiz
Layla heeft diabetes.
Wat is een ander woord voor diabetes?
A
griep
B
blaasontsteking
C
nierziekte
D
suikerziekte
Slide 3 - Quiz
Wat is mantelzorg?
A
alle zorg die een individu zelf uitvoert
B
zorg door familie, vrienden en kennissen
C
alle zorg die beroepsmatig wordt gegeven
Slide 4 - Quiz
Waar wordt er GEEN rekening gehouden met privacy?
A
Je kan alleen bij de gegevens van de verzorgende met een code
B
De gordijnen worden dicht gedaan tijdens het wassen
C
Tijdens het verzorgen staat de deur op een kier
D
Beroepsgeheim
Slide 5 - Quiz
Wat doet een antibiotica?
A
Een medicijn voor pijnverlichting
B
Een middel tegen virussen zoals griep
C
Een vitamine voor een sterker immuunsysteem
D
Een geneesmiddel tegen infecties die veroorzaakt worden door bacteriën
Slide 6 - Quiz
Wat betekent ‘Domotica’?
Domotica is een verzamelbegrip voor:
A
aanpassingen waardoor rolstoelgebruikers zich veilig kunnen verplaatsen.
B
medicijnen die zelfredzaamheid stimuleren.
C
voorzieningen die bepaalde functies in huis automatiseren.
D
zorgrobots die mensen met een beperking ondersteunen.
Slide 7 - Quiz
Wat moet je doen bij obstipatie?
A
zo weinig mogelijk bewegen
B
wit brood eten
C
vezelrijke voeding eten
Slide 8 - Quiz
Wanneer moet je een natrium( zout) beperkt dieet volgen?
A
als je allergisch bent voor natrium
B
als je last hebt van overgewicht
C
als je een te hoge bloeddruk hebt
D
als je een lage bloeddruk hebt
Slide 9 - Quiz
welk verband is dit?
A
hydrofiel zwachtel
B
ideaalzwachtel
C
hydrofiel gaasje
D
snelverband
Slide 10 - Quiz
Wat is zelfredzaamheid?
A
Als je jezelf kan redden op alle gebieden van het algemene dagelijks leven (ADL)
B
Als je je zelf kan redden als je een ongeluk hebt gehad
C
Als je weet wat nodig is om zelf dingen te kunnen doen
D
Mensen helpen in het dagelijks leven die dat niet kunnen
Slide 11 - Quiz
Wat is empathie?
A
een ander waarnemen
B
inleven in een ander
C
een ander observeren
D
naar eer en geweten handelen
Slide 12 - Quiz
Wat zijn gevolgen van tandplak?
A
Sterke tanden
B
Tandvleesontsteking
C
Witte tanden
D
Slechte adem
Slide 13 - Quiz
Ergonomie is
A
Letten op je taalgebruik
B
Letten op je zithouding
C
Letten op je algemene lichaamshouding
D
Letten op de mensen om je heen
Slide 14 - Quiz
Wat is een beroepsgeheim?
A
een ander woord voor een dagboek op je werk
B
een geheim dat een collega over zichzelf aan jou heeft verteld
C
de plicht om alles op te schrijven en te vertellen wat je weet
D
de plicht om te zwijgen over informatie over je cliënten
Slide 15 - Quiz
Een baby wordt meteen na de geboorte gecheckt op 5 punten waar ze 10 punten op kunnen scoren. Hoe heet deze score?
A
Babyscore
B
Geboortescore
C
Treviscore
D
Apgarscore
Slide 16 - Quiz
Waarom krijgt een baby een hielprik?
A
Om te controleren op ziektes
B
Om te beschermen tegen ziektes
C
Voor vaccineren
D
Tegen allergieën
Slide 17 - Quiz
Door welke reflex kan de baby meteen melk drinken?
A
Zuigreflex
B
Zoekreflex
C
Slikreflex
D
Loopreflex
Slide 18 - Quiz
Wat is meconium?
A
Als een pasgeboren baby diarree heeft
B
Als een pasgeboren baby verstopping heeft
C
De eerste zwartachtige ontlasting van een pasgeboren baby
D
De eerste plasluier van een pasgeboren baby
Slide 19 - Quiz
Mazelen: is dit een ziekte of stoornis
A
Ziekte
B
Stoornis
Slide 20 - Quiz
Autisme: is dit een stoornis of een ziekte
A
ziekte
B
stoornis
Slide 21 - Quiz
Hart- en vaatziekten is een verzamelnaam, wat hoort er niet bij?
A
Hartinfarct
B
CVA
C
Cholesterol
D
Kanker
Slide 22 - Quiz
Als je gedrag beschrijf dan doe je dit altijd objectief. Wat betekent objectief?
A
Je benoemt alleen de gebeurde feiten
B
Je geeft een mening ergens over
C
Je benoemt de feiten en je koppelt hier je eigen mening aan
Slide 23 - Quiz
More lessons like this
oefentoets 29-32 GT 2024
June 2024
- Lesson with
20 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
3e b/k 32 wo
January 2022
- Lesson with
35 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Herhalingsles
January 2021
- Lesson with
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Examen ouderdomsziekten en zorgtechnologie
April 2022
- Lesson with
21 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
Leerjaar 3
4.5 Borstvoeding of flesvoeding
May 2021
- Lesson with
20 slides
kraamzorg
MBO
Studiejaar 3,4
29-32 oefentoets
May 2024
- Lesson with
53 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Module 1 week 4 Neonaat in de kraamweek
December 2024
- Lesson with
34 slides
Seksualiteit
HBO
Studiejaar 1
Kraamvrouw en pasgeborene
December 2023
- Lesson with
28 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3,4