BVJ 3.7 Verwantschap

3.7 Verwantschap
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.7 Verwantschap

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
Terugblik
Leerdoelen 3.7 Verwantschap
Theorie 3.7 Verwantschap 
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie. 

Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Fossielen

Versteende afdrukken

of

Versteende organismen (fossielen)

Slide 5 - Slide

  • Argumenten voor evolutie

  •     Laten zien dat door de geschiedenis heen soorten zijn ontstaan, veranderd of verdwenen.

Slide 6 - Slide

verwantschap:
Wat is dat?
Waar heeft het mee te maken?
Waaraan zou je het kunnen zien?

Slide 7 - Mind map

Verwantschap
  •  Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap

Biologen vinden  verwantschap door te kijken naar overeenkomst in:
  • de bouw van organen
  • processen in cellen 
  • samenstelling van stoffen in cellen

Slide 8 - Slide

Bouw van organen
Overeenkomsten=gezamenlijke voorouders
Door aanpassingen aan milieus hebben de ledematen 
een verschillende fucties en bijpassende vorm gekregen

Slide 9 - Slide

Soorten in hetzelfde milieu ontwikkelen soortgelijke
organen, b.v. vleugels

Een vlindervleugel bevat geen beenderen en een vleermuisvleugel wel.
Zij zijn dus niet aan elkaar verwant

Slide 10 - Slide

Rudimentaire organen
Resten van organen 
Geen functie meer door aanpassing aan milieu
Kunnen na lange tijd verdwijnen
Bij de mens: staartwevels

  • Bewijs dat verschillende soorten een gemeenschappelijke voorouder hebben
 

Slide 11 - Slide

Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 12 - Slide

Welke processen vinden plaats in cellen?

Slide 13 - Mind map

Processen in cellen
Celdeling, verbranding verloopt bij bijna alle organismen op dezelfde manier.

Deze overeenkomst is ook een bewijs voor hun verwantschap.

Slide 14 - Slide

Stoffen in cellen

Hoe meer stoffen (zoals DNA en 
eiwit) overeenkomen bij twee soorten, 
des te korter geleden hebben ze een 
gemeenschappelijke voorvader gehad. 


Dit kan steeds nauwkeuriger bepaald worden.

Slide 15 - Slide

Stambomen
Door DNA te vergelijken kan een stamboom van verwantschap opgesteld worden. Dit heet een evolutionaire stamboom.

- Hoe verder naar beneden, hoe langer geleden.


Slide 16 - Slide

Stambomen

Slide 17 - Slide

Stamboom

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maken en nakijken/ verbeteren t/m 3.7 Verwantschap

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie. 

Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap. 

Slide 20 - Slide

Met welk dier heeft de giraffe het meeste verwantschap?
A
Dwergherten
B
Nijlpaarden
C
Tandwalvissen
D
Baleinwalvissen

Slide 21 - Quiz

Welke soorten hebben de meeste verwantschap?
A
Het paard en de hond
B
De hond en de kat
C
Weet niet
D
De kat en het paard

Slide 22 - Quiz

Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 23 - Quiz

Verwantschap is...
A
binnen één soort vergelijkbare eigenschappen hebben
B
het veranderen van een bestaande soort in een nieuwe soort
C
dieren die in dezelfde groep leven en bij elkaar blijven
D
een vergelijkbare eigenschap van een gemeenschappelijke voorouder krijgen

Slide 24 - Quiz

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 25 - Quiz

Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 26 - Quiz

Wat is een rudimentair orgaan van de mens
A
Hersenen
B
Dikke darm
C
Blinde darm
D
Kleine teen

Slide 27 - Quiz

Welke zijn het meest met elkaar verwant?
A
Walvisachtigen en herten
B
Kameelachtigen en varkens
C
Herten en holhoornigen
D
Dwergherten en herten

Slide 28 - Quiz

Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 29 - Quiz

Wat is een rudimentair orgaan van de mens
A
Hersenen
B
Dikke darm
C
Blinde darm
D
Kleine teen

Slide 30 - Quiz

Welke zijn het meest met elkaar verwant?
A
Walvisachtigen en herten
B
Kameelachtigen en varkens
C
Herten en holhoornigen
D
Dwergherten en herten

Slide 31 - Quiz

opdrachten
3.7 Lees bladzijde 205 t/m 212
Maak opdracht 1, 2, 3, 5, 6 
en opdr. 4 of 7, 8

Slide 32 - Slide