Thema 5 BS 6 Onderzoeksvraag en hypothese

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

thema 5 Waarneming en gedrag

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese

Deze les

Herhaling Bs 5.5

Uitleg 5.6 

Aan de slag

Check Huiswerk

Afsluiting

Wat is gedrag?

1. Alles wat een mens doet
2. Alles wat een dier doet
3. Alles wat een mens of dieren doet
4. Het observeren van dieren

Aangeleerd gedrag is gedrag waarmee ik geboren ben

1. waar
2. niet waar

Wat is een respons?

1. Een reactie op een prikkel
2. Een waarneming van een prikkel
3. Een handeling
4. Een impuls

Wat is aangeboren gedrag?

1. Lezen
2. Zitten
3. Taart bakken
4. Plassen

Is lezen aangeleerd gedrag?

1. Ja
2. Nee

leerdoelen vandaag

Aan het einde van de les:

- kan je een onderzoeksvraag kiezen

- kan je een hypothese kiezen

Een onderzoek?!

• De stappen van een onderzoek zijn:
• 1. De onderzoeksvraag: wat ga je onderzoeken?
• 2. De hypothese: wat denk je?
• 3. Het werkplan: wat heb je nodig en wat ga je doen?
• 4. De uitvoering: wat moet je doen?
• 5. De resultaten: wat neem je waar?
• 6. De conclusie: welke conclusie kan je trekken?

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese

Elk onderzoek begint met een vraag: de onderzoeksvraag.

De onderzoeksvraag is de vraag die je gaat beantwoorden met je onderzoek. De onderzoeksvraag moet passen bij het werkplan.

Met de resultaten van het onderzoek kan je de onderzoeksvraag beantwoorden.

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese

Een voorbeeld van een onderzoeksvraag is:

Waar liggen de tastzintuigen dichter bij elkaar: in de wijsvinger of in de onderarm?

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese

Voor je een onderzoek gaat doen, schrijf je op wat je denkt.

De hypothese is jouw voorlopige antwoord op de onderzoeksvraag.

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese

Een voorbeeld van een hypothese is:

Ik denk dat de tastzintuigen in de wijsvinger dichter bij elkaar liggen.

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese

Met behulp van de resultaten van het onderzoek beantwoord je de onderzoeksvraag.

Jouw antwoord op de onderzoeksvraag is de conclusie van het onderzoek.

Je weet dan of je hypothese juist was.

VRAGEN??

zelf aan de slag

5.6 Onderzoeksvraag en hypothese: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 en 2 maken

herhalen leerdoelen

Aan het einde van de les:

- kan je een onderzoeksvraag kiezen

- kan je een hypothese kiezen

Omdat je met je wijsvinger fijnere en nauwkeurigere aanrakingen moet kunnen voelen, zitten daar meer tastzintuigen dichter bij elkaar. Dit helpt je om dingen beter te voelen en vast te pakken. In je onderarm is dat minder nodig, dus liggen ze daar verder uit elkaar.