07/03 Taalverzorging H3 + H4

3C Nederlands
6 maart 2023
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3C Nederlands
6 maart 2023

Slide 1 - Slide

Opdracht fictie
Uiterste inleverdatum 
= woensdag 8 maart


Slide 2 - Slide

Planning komende lessen
maandag 6/3: herhaling Taalverzorging H3/H4 
dinsdag 7/3: herhaling Taalverzorging H3/H4 
woensdag 8/3: herhaling Taalverzorging H3/H4 

vrijdag 10/3: Oefentoets Taalverzorging H3/H4

maandag 13/3: Oefentoets bespreken + laatste herhaling theorie

dinsdag 14/3: Toets Taalverzorging H3 + H4


Slide 3 - Slide

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?
Gisteren vloog in onze tuin een zwerm wespen.

Wat is de persoonsvorm?
Wat is het onderwerp?

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?
De persoonsvorm en het onderwerp horen bij elkaar. Als het onderwerp enkelvoud (ev) is, moet je de persoonsvorm ook in het enkelvoud schrijven. En andersom hetzelfde.

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?
Soms is het moeilijk om te bedenken of het onderwerp enkelvoud of meervoud is. Bijvoorbeeld:

Het onderwerp in de zin heeft veel woorden:
Alle vogels op de waslijn zongen de hele ochtend.

  • Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud:
    De kudde schapen liep op de dijk.




Slide 6 - Slide

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?
De spaken in mijn fietswiel is/zijn allemaal door de fietsenmaker vervangen.

Na de explosie werd/werden de flat met bewoners geëvacueerd.

Bij ons in de straat werd/werden een rijtje huizen ontruimd na de bommelding.

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord
Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in de zin staan. Bijvoorbeeld een voltooid deelwoord.

Het vliegtuig is op Schiphol geland.
Robin heeft geen straf gekregen.

Slide 8 - Slide

Voltooid deelwoord schrijven
Schrijf het voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk. Let op:

  • Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -en: gebleven, gesprongen
  • Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op -t of -d. Maak het woord langer. Je hoort dan welke letter het moet zijn. gesnapt(e), geschild(e).
  • Vaak begint een voltooid deelwoord met ge- (geschreven, gewaaid), maar ge- kan ook ergens anders staan; opengemaakt.

Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord schrijven
Sommige werkwoorden beginnen met ge-, ver-, be-, ont-, her- of over-

Bij het voltooid deelwoord zet je er dan geen ge- voor. Daardoor klinken de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord hetzelfde, maar je schrijft ze meestal verschillend.

Mees verhuist morgen naar Almere. Mees is naar Almere verhuisd.
Morgen verandert hij zijn kamer. Hij heeft zijn kamer veranderd.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Online leeromgeving --> planning

Slide 11 - Slide