HC Britse Rijk 1.3 Het Britse rijk als economische wereldmacht

deel III
HC Het Britse Rijk
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

deel III
HC Het Britse Rijk

Slide 1 - Slide

Deelcontext III: 
Het Britse Rijk als economische wereldmacht
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
  •   Discussies over de 'sociale kwestie'
  •   De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  •   Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
  •   De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme;
Hoofdvraag: ‘Welke rol speelden de koloniën in sociaal-economische ontwikkelingen in 
Groot- Brittannië (1750-1900)?’

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

De industriële revolutie 1750
3 Oorzaken in verband met de koloniën:

  1. De Britse koloniën leverden veel grondstoffen en plantageproducten.
  2. De Britse koloniën waren een afzetmarkt
  3. De koloniale handel was enorm winstgevend. De winst werd geïnvesteerd in de eigen industrie en/of in de eigen infrastructuur.
  4. > gevolg technologisch een nog grote voorsprong op de rest van de wereld.

Slide 5 - Slide

Huisnijverheid
Industrie
De Industriële revolutie begint in de textielnijverheid. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Spinning Jenny 
 versnelling/verbetering van het productieproces binnen de textielindustrie.
Stoommachine
versnelling/verbetering van het productieproces binnen alle sectoren.

Slide 8 - Slide

Stoommachine 
Stoommachine van James Watt
Begin van de industriële revolutie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Industriële samenleving


Gevolgen:
  • De huisnijverheid verdwijnt binnen GB en de koloniën.
  • Steeds meer mensen trokken van het platteland naar de stad  (Verstedelijking/ Urbanisatie).
  • Grote inkomensverschillen (ontstaan van een klassensamenleving)
  • Vervoersmogelijkheden verbeterden (Infrastructuur).
Door de IR veranderde Engeland van een landbouw-stedelijke samenleving naar een industriële samenleving.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bevolkingsgroei


  • Groeiende vraag naar textiel ,  
      dus een grotere afzetmarkt voor fabriekseigenaren

  • Bevolkingsoverschot op platteland (door machines minder werk beschikbaar); goedkope arbeidskrachten trekken massaal naar de stad (werk in de fabriek),
      dus  armoede en slechte werkomstandigheden voor arbeiders.
In 1801 : 11 miljoen inwoners en in 1901 : 37 miljoen inwoners

Slide 14 - Slide

Handelskapitalisme 
17e en 18e eeuw


Industrieel kapitalisme
19e eeuw 

 
Economisch systeem waarbij handel (en bijbehorende bedrijfstakken als de scheepvaart) centraal staat.
Economisch systeem waarbij de industrie centraal staat. Vrijhandel is van groot belang, de fabrikanten willen een liberale markteconomie (nauwelijks overheidsbemoeienis).

Slide 15 - Slide

handelskapitalisme
Industrieel kapitalisme
handelsbarrières
investeren in scheepsbouw
liberalisme
industriëlen
vrijhandel
kooplieden

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Video

De ondernemers
  • Fabrieksdirecteuren (de nieuwe rijken)
  • Streven naar een liberale markteconomie met vrijhandel 
  •  Streven naar een kleine rol van de overheid (ook binnen het Britse Rijk)
  • Streven naar meer politieke invloed

Slide 18 - Slide

Reform Bill 
(1832)

  • Hervorming van het Engelse kiesstelsel
  • Nieuwe indeling van de kiesdistricten
  • Uitbreiding van het kiesrecht (ongeveer 1/5 deel van de mannelijke bevolking mocht nu stemmen)
  • De rijke ondernemers en fabrikanten kregen nu meer politieke invloed


Slide 19 - Slide

  • Ondernemers investeerden in winstgevende projecten in de koloniën en in Groot-Brittannië


  • Londen werd het financiële hart van de wereld

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Verwerking theorie
Hoe? In tweetallen of alleen
Wat? Het belang van de Wereldtentoonstelling aangeven
Uitkomsten: Bespreken klassikaal
timer
1:00

Slide 26 - Slide

Niet alleen in Groot-Brittannië, maar ook in Azië en Afrika legden de Britten spoorwegen aan. Het kostte Groot-Brittannië veel geld om deze spoorwegen aan te leggen. Leg uit waarom ze dit toch deden.

Slide 27 - Open question

 
De Sociale Kwestie: 

de discussie over de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Robert Owen
1771-1858

  • Robert Owen kocht een textielfabriek, waar hij goed voor zijn arbeiders zorgde. 
  • Hij bouwde een eigen arbeiderswijk met goede huizen en onderwijs voor de arbeiderskinderen! New Lanark
  • Socialist die pleit voor invoering 8-urige werkdag 
  • Hij steunde de vorming van vakbonden


Slide 30 - Slide

Verbeteringen
  • Vakbonden, socialisten en ondernemers als Robert Owen pleitten voor betere omstandigheden
  • Dit leidde in 1833 tot de                       Factory Acts
Factory Acts:
  • Fabriekseigenaren moesten voor alle kinderen in hun fabriek een leeftijdscertificaat hebben.
  • Kinderen van 13 -18 jaar mochten voortaan niet meer dan twaalf uur per dag werken.
  • Kinderen van 9-13 jaar mochten niet meer dan acht uur per dag werken, met een maximum van 48 uur per week.
  • Er kwam een verbod op nachtelijke werktijden voor kinderen.
  • Ieder kind diende minimaal twee uur per dag onderwijs te krijgen.
  • Kinderen die werkten hadden recht op minimaal anderhalf uur eettijd per werkdag

Slide 31 - Slide

Beantwoord de onderstaande vragen: 
  1. Wie gaf het bewijs aan de fabrieksinspecteur?
  2. Bereken hoeveel uur (zonder pauzes) de jongens zouden hebben gewerkt zonder te stoppen
  3. Welke onderdelen van de nieuwe Fabriekswet zijn overtreden?
  4. Wat zegt de toon van de brief over wat de fabrieksinspecteurs van de firma Taylor, Ibbotson & Co vonden?
  5. Zou je, na bestudering van deze bron, terecht kunnen concluderen dat de Fabriekswet van 1833 niets deed om de problemen van kinderarbeiders op te lossen? Leg je antwoord uit
Uittreksel uit een rapport van de fabrieksinspecteurs - British Parliamentary Papers (1836) No 353

Edelachtbare, in het geval van Taylor, Ibbotson & Co. heb ik het bewijs uit de mond van de jongens zelf gehaald. Ze vertelden me dat ze vrijdagochtend 27 mei jl. om zes uur 's ochtends begonnen te werken en dat ze, met uitzondering van de maaltijduren en een uur om middernacht extra, niet stopten met werken tot vier uur op zaterdag avond, twee dagen en een nacht aldus bezig geweest. Ik geloofde dat het nauwelijks mogelijk was, stelde ik elke jongen dezelfde vragen en kreeg van elk dezelfde antwoorden. Ik ging toen het huis binnen om in het tijdboek te kijken, en in aanwezigheid van een van de meesters, verwees ik naar de wreedheid van de zaak en zei dat ik het zeker moest straffen met alle strengheid die in mijn macht lag. De heer Rayner, de certificerende chirurg van Bastile, was op dat moment bij mij.

Slide 32 - Slide

Beantwoord de onderstaande vragen: 
  1. Wat is de meest voorkomende overtreding?
  2. Bereken hoeveel er wordt beboet voor de verschillende overtredingen
  3. Welke overtreding wordt, als we kijken naar de boetes, als het zwaarst beschouwd?
  4. Hoe effectief was de Fabriekswet van 1833? Leg je antwoord uit. (Hint: is het aantal veroordelingen een goed of slecht teken?)

Slide 33 - Slide

  • Vanaf 1860/1870 steeds meer concurentie van andere landen.

  • De VS bijvoorbeeld werd na de burgeroorlog een sterke economische concurrent.

  • Ook het Duitse Keizerrijk begon sterk te groeien op industrieel gebied. 

  • Tussen Europese landen ontstond een race om de koloniën (modern imperialisme). 

  • Maar Groot-Brittannië wilde de machtigste blijven en vergrootte haar rijk door meer gebied toe te voegen in Afrika, Azië en het Midden-Oosten.


Concurrentie uit Amerika en Duitsland

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide