This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Keuzevoorzetsels
Leerdoelen:
- ik kan de keuzevoorzetsels gebruiken
Slide 1 - Slide
Wat zijn voorzetsels ook alweer??
Slide 2 - Open question
Voorzetsels
Tot nu toe kennen we de voorzetsels
- die alleen bij de 4e naamval horen
(in je schema in het rood: durch, für, gegen, ohne, um)
- die alleen bij de 3e naamval horen
(in het blauw: aus, bei, mit, nach, seit, von, zu)
Maar er zijn meer...........
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Keuzevoorzetsels - Wechselpräpositionen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
an
auf
hinter
neben
in
unter
über
vor
zwischen
aan
op
achter
naast
in/naar
onder
over/boven
voor
tussen
Slide 8 - Slide
0
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
7/2 regel
Wo? Wann? Wohin?=geen antwoord?
7=an, hinter, neben , vor, unter, zwischen, in --> 3e naamval
2= auf, über--> 4e naamval
Ich warte auf meine Mutter.
Der Vater ist stolz auf seinen Sohn.
Er weiß sehr viel über mich.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hoeveel keuzevoorzetsels kent het Duits?
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 13 - Quiz
Welke vraag stel je om een derde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wann?
D
Wovon?
Slide 14 - Quiz
Welke vraag stel je om een vierde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wodurch?
D
Wovon?
Slide 15 - Quiz
Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den
Slide 16 - Quiz
Er geht in d... Disko(v).
A
die
B
der
Slide 17 - Quiz
Das Bild hängt an d... Wand(v).
A
die
B
der
Slide 18 - Quiz
Es fällt hinter dein... Stuhl(m).
A
deinem
B
deinen
Slide 19 - Quiz
Er spricht nicht über sein... Schüler(mv).
A
seine
B
seinen
Slide 20 - Quiz
0
Slide 21 - Video
Maak je eigen creatieveopdracht
Ontwerp in tweetallen een digitale oefening om de keuzevoorzetsels...
- te oefenen óf
- uit te leggen
Ik ga er natuurlijk van uit dat je creatief te werk gaat. Een bestaand product van internet knippen en plakken is niet creatief en dus niet de bedoeling.