werkwoordspelling 6
1 / 16
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
In mijn tuin ...(broeden) een roodborstje in een nest. (tt)
Slide 2 - Open question
Weet je zeker dat hij dat heeft ...(zeggen)?
Slide 3 - Open question
... (appen) reed hij boven op de auto voor hem.
Slide 4 - Open question
Het ...(bliksemen) en donderde recht boven ons. (vt)
Slide 5 - Open question
Mijn zusje ...(verraden) mij altijd zonder blikken of blozen. (tt)
Slide 6 - Open question
De boer ...(slachten) zijn kippen toen ze geen eieren meer legden.
Slide 7 - Open question
De kaarsen ...(branden) tot ze op waren.
Slide 8 - Open question
De brandweer ...(bevrijden) de kat uit zijn benarde positie. (vt)
Slide 9 - Open question
De chef van dat restaurant ...(kruiden) het eten altijd met veel zout. (tt)
Slide 10 - Open question
Dat ...(gebeuren) toen wij niet keken.
Slide 11 - Open question
De darter ...(richten) geconcentreerd op de bulls eye. (vt)
Slide 12 - Open question
Zij ...(daten) alleen met kale mannen. (tt)
Slide 13 - Open question
Ik ...(downloaden) dat programma gisteren, maar het werkte niet.
Slide 14 - Open question
Na afloop ...(toosten) allen op het succes. (vt)
Slide 15 - Open question
Vroeger ... (skaten) hij iedere dag naar school.
