Thema 2: B1 t/m B4 (herhaling)

Welkom in LessonUp
Als iedereen de les heeft gevonden, dan gaan we beginnen :)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom in LessonUp
Als iedereen de les heeft gevonden, dan gaan we beginnen :)

Slide 1 - Slide

Thema 2: Organen en cellen
B1: Organen van dieren
B2: Organen van planten 
B3: Weefsels
B4: Cellen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Van groot
naar klein:
A
orgaan, organisme, orgaanstelsel, weefsel, cel
B
organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel
C
cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme
D
cel, orgaan, weefsel, orgaanstelsel, organisme

Slide 4 - Quiz

Thema 2: Organen en cellen
Vandaag: 
B1: Organen van dieren
B2: Organen van planten 

Slide 5 - Slide

B1: Organen van dieren
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren

Slide 6 - Slide

Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.

Slide 7 - Drag question

De organen van een vrouw
Darmen
Maag
Hart
Nieren
Hersenen
Lever
Longen
Baarmoeder

Slide 8 - Drag question

Bij welk orgaanstelsel hoort de maag?
A
Verteringsstelsel
B
Ademhalingsstelsel
C
Spierstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 9 - Quiz

De maag wordt beschermd door het borstbeen en de ribben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Afbeelding 5 geeft schematisch een dwarsdoorsnede van de buikholte van de mens weer.

Met welk nummer is een nier aangegeven?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4

Slide 11 - Quiz


Is dit de linker nier
of de rechter nier?
A
Links
B
Rechts

Slide 12 - Quiz

B2: Organen van planten
  • Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven. 
  • Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie. 

Slide 13 - Slide

Planten hebben ook organen. 
Sleep de organen naar de juiste functie.
Transport van stoffen.
Voedsel maken (fotosynthese).
Water en voedingsstoffen uit de grond opnemen.
Stengels
Wortels
Bladeren

Slide 14 - Drag question

Noem alle 3 de functies van de wortels:

Slide 15 - Open question

Hoe noem je de witte pluisjes op een wortel?
A
Zijwortels
B
Wortelharen
C
Stengel
D
Schimmel

Slide 16 - Quiz


Sommige planten zijn heel goed aangepast aan een droog milieu. Welke eigenschappen hebben deze planten?
A
Groot wortelstelsel + kleine bladeren
B
Klein wortelstelsel + kleine bladeren
C
Groot wortelstelsel + grote bladeren
D
Klein wortelstelsel + grote bladeren

Slide 17 - Quiz


Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant.
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 18 - Quiz

Het vatenstelsel van een plant vervoert glucose van de wortels naar de andere delen van de plant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Bladmoes
Zijnerf
Hoofdnerf
Bladsteel
Bladschijf

Slide 20 - Drag question

Welkom in LessonUp
Als iedereen de les heeft gevonden, dan gaan we beginnen :)

Slide 21 - Slide

B3: Weefsels
  • Je weet dat een organisme bestaat uit cellen. 
  • Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie. 

Slide 22 - Slide


Welk type weefsel zie je op het plaatje?
A
Kraakbeenweefsel
B
Beenweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Spierweefsel

Slide 23 - Quiz

Vul in:
Botweefsel bevat meer .................
dan kraakbeenweefsel.
A
kalkstof
B
lijmstof

Slide 24 - Quiz


Wat mist dit blad (bladskelet)?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladsteel
D
Bladmoes

Slide 25 - Quiz

B4: Cellen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies. 
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun functies. 

Slide 26 - Slide


Is dit een plantaardige cel of een dierlijke cel?

A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 27 - Quiz

Waar kun je dat
aan zien?

Slide 28 - Open question

Welke onderdelen heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?
A
Celkern, bladgroenkorrels, cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celmembraan, vacuole
C
Bladgroenkorrels, celwand, vacuole
D
Bladgroenkorrels, vacuole, celkern

Slide 29 - Quiz


Als een tomaat rijp wordt, welke verandering vindt dan plaats?
A
Zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
D
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels

Slide 30 - Quiz

Aan de slag!
Leren voor de toets over Thema 2 + Thema 4: 
  • Thema 2: B1 t/m B4
  • Thema 4: B1 t/m B4
  • Opdrachten uit de planner
  • Aantekeningen uit de les

De toets wordt ingepland in de toetsweek!

Slide 31 - Slide