Fonologie: Korte en lange klinkers

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen:
- Korte en lange klanken van elkaar onderscheiden
- Door bewust te letten op klanken, woorden met korte en lange klanken correct opschrijven zowel in enkelvoud als in het meervoud (SLO, 2024).


1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen:
- Korte en lange klanken van elkaar onderscheiden
- Door bewust te letten op klanken, woorden met korte en lange klanken correct opschrijven zowel in enkelvoud als in het meervoud (SLO, 2024).


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 : Dicteetje
Tip: Luister goed naar het woord én de klanken van elk woord!

Schrijf de volgende woorden op! 
Oog
Pet
Peer
Bus
Snor
Teen
Oor
Dak
Boom
Vis
Schuur
Pan
Kaas
Fiets
Boek



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2: Bekijk de volgende woorden.
Verdeel de woorden in twee rijen. 
Oog
Pet
Peer
Bus
Snor
Teen
Oor
Dak
Boom
Vis
Schuur
Pan
Kaas
Fiets
Boek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bedenk een naam voor dit rijtje
Pet
Bus
Snor
Dak
Vis
Pan

Bedenk een naam voor dit rijtje
Oog
Peer
Teen
Oor
Boom
Schuur
Kaas
Fiets
Boek

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Korte klanken
Pet
Bus
Snor
Dak
Vis
Pan

Lange klanken
Oog
Peer
Teen
Oor
Boom
Schuur
Kaas
Fiets
Boek

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Korte klanken
Voeg 2 woorden toe die in dit rijtje passen

Pet
Bus
Snor
Dak
Vis
Pan

Lange klanken
Voeg 2 woorden toe die in dit rijtje passen
Oog
Peer
Teen
Oor
Boom
Schuur
Kaas
Fiets
Boek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Schrijf deze woorden met korte klanken in het meervoud
Pet
Bus
Snor
Dak
Vis
Pan

Schrijf deze woorden met lange klanken in het meervoud
Oog
Peer
Teen
Oor
Boom
Schuur
Kaas
Fiets
Boek

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: 
Bekijk de volgende tekst. De onderstreepte woorden in de tekst moeten jullie in enkelvoud opschrijven.
De vakantie is voorbij en de scholen zijn weer begonnen. We moeten opstaan en de bedden zijn opgemaakt. Daarna onze tassen  inpakken. In de ochtend ontbijten mijn zus en ik. Daarna nemen  we ook wat mee voor de lunch. 
We lopen naar school, omdat de school niet ver weg van mijn huis is. Onderweg ontmoeten we een vriendin en maken wij een praatje met haar. Op onze rooster zijn de lokalen nog niet bekend. Tijdens de pauze zitten we lekker onder een paar bomen te lunchen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar hebben we het vandaag over gehad?

Slide 9 - Mind map

lezen via: kranten, tijdschriften of internet

Vraag jezelf af: Wat is waar?/ Is het waar?

Kijk waar de tekst vandaan komt: de bron!

Let op het doe van de tekst: overtuigen/ informeren? (meningen/feiten)
Waar let je op als je woorden met korte of lange klanken in het meervoud moet opschrijven?
Leg uit in eigen woorden.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat gebeurt er met woorden met korte klanken als je ze in het meervoud opschrijft?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat gebeurt er met woorden met lange klanken als je ze in het meervoud opschrijft?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions