Les 43 - 1KB - Woensdag 4 juni

Klassenopstelling
Julian
Boaz G.
Lisa
Nina
Imane
Tess
Noa
Djela
Hafsa
Jalin
Rosa
Jari
Tygo
Joep
Angel
Sijmen
Saar
Alisha
Noortje
Robyn
Boaz L.
Tom
Links
Rechts(docent)
Voorin
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Klassenopstelling
Julian
Boaz G.
Lisa
Nina
Imane
Tess
Noa
Djela
Hafsa
Jalin
Rosa
Jari
Tygo
Joep
Angel
Sijmen
Saar
Alisha
Noortje
Robyn
Boaz L.
Tom
Links
Rechts(docent)
Voorin

Slide 1 - Slide

Les 43 - 1KB
Werkwoordspelling



DOME

Slide 2 - Slide

Planning
1. Voorlezen
2. Nieuws
3. Herhalen
>Samen een opdracht maken
4. Zelfstandig werken
-PAUZE-
5. Nieuwe aantekening
6. Zelfstandig werken
7. Afsluiten

Slide 3 - Slide

timer
7:00

Slide 4 - Slide

NIEUWS VAN DE DAG

Het Jeugdjournaal.

Slide 5 - Slide

Cursus 7 - Spelling
Paragraaf 8: Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
Paragraaf 9: Sterke en zwakke werkwoorden
Paragraaf 10: Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden 
Paragraaf 11: Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden 
Paragraaf 12: Onregelmatige werkwoorden 

Slide 6 - Slide

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Jij/Hij/Zij/Het/Iedereen/Dat/Die
Stam + T > Vervangen een 'ding' of persoon

Slide 7 - Slide

§9 - Sterke en zwakke werkwoorden
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden. Om werkwoorden goed te kunnen spellen, moet je weten wat het verschil is tussen beide soorten.

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: 
lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: 
hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Slide 8 - Slide

Is het sterk of zwak?
Lopen - Fietsen - Rennen - Zingen - Nemen - Spelen - Duiken - Slagen
Sterk
Zwak
1.

2.

3.

4.

1.

2.

3.

4.

Slide 9 - Slide

Maken
Cursus 7 - Spelling
§9 - Sterke en zwakke werkwoorden

Je maakt ook de A en B opdrachten!
Alleen de steropdrachten mogen overgeslagen worden

Klaar? Oefen verder via de link in de Classroom


timer
27:00

Slide 10 - Slide

timer
5:00
Voor de bel ben je terug in de klas, anders ben je te laat.

Slide 11 - Slide

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)
2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?
3 - Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p
>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)
NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)
-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen
>Raden - Ik raadde

Slide 12 - Slide

Maken
Cursus 7 - Spelling
Zorg ervoor dat je eerst §9 afhebt.

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
Je maakt ook de A en B opdrachten!
Alleen de steropdrachten (C) mogen overgeslagen worden.
Klaar? Oefen verder via de link in de Classroom.


timer
27:00

Slide 13 - Slide

Einde van de les

Slide 14 - Slide