Handige Maten + Verhoudingstabel

Introductievraag:
Hoe snel fiets jij ongeveer?
A
10 km/u
B
15 km/u
C
18 km/u
D
20 km/u
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Introductievraag:
Hoe snel fiets jij ongeveer?
A
10 km/u
B
15 km/u
C
18 km/u
D
20 km/u

Slide 1 - Quiz

Je gaat 8 km wandelen. Hoe lang doe je hierover ?
A
Minder dan één uur
B
Ongeveer een uur
C
Tussen één en twee uur
D
Meer dan twee uur

Slide 2 - Quiz

Lesdoel
Aan het eind van deze les ken/kun je:
  • Handige maten voor wandelen en fietsen
  • Rekenen met handige maten voor wandelen / fietsen
  • Het begrip verhoudingstabel
  • Pijlen bij de verhoudingstabel zetten.
  • Een berekening met de verhoudingstabel maken

Slide 3 - Slide

Wandelen
Wanneer je stevig doorwandelt, dan wandel je met een snelheid van ongeveer 6 km/u

Slide 4 - Slide

Bernd gaat 2,5 uur stevig doorwandelen. Hoeveel kilometer wandelt hij ongeveer?
A
10 km
B
15 km
C
20 km
D
22,5 km

Slide 5 - Quiz

Fietsen
Als je flink door fietst, dan fiets je ongeveer met een gemiddelde snelheid van 18 km/u

Slide 6 - Slide

Je gaat een dag fietsen met je familie. Deze dag zit je in totaal 5 uur op de fiets. Hoeveel km heb je gefietst?
A
50 km
B
70 km
C
90 km
D
110 km

Slide 7 - Quiz

Evert heeft 's ochtends 9 km gewandeld. 's Avonds heeft hij nog 45 kilometer gefietst. Hoe lang is hij in totaal onderweg geweest die dag?
A
1 uur
B
2 uur
C
3 uur
D
4 uur

Slide 8 - Quiz

Verhoudingstabel
Om berekeningen met verhoudingen te maken gebruiken we vaak een verhoudingstabel.
Belangrijk regels bij een verhoudingstabel: 
  • We zetten pijlen bij de berekeningen van links naar rechts
  • Beneden en boven de verhoudingstabel staan exact dezelfde berekeningen
  • In een verhoudingstabel mogen we alleen delen en vermenigvuldigen !!

Slide 9 - Slide

Verhoudingstabel gebruiken
Bij een verhoudingstabel zetten we pijlen om berekeningen aan te geven. Je ziet in onderstaande verhoudingstabel dat de prijs van 1 appen €2 is.

Slide 10 - Slide

Wat moet er op de plek van het vraagteken staan?
A
24
B
32
C
40
D
48

Slide 11 - Quiz

40 m
4 m
3 m

Slide 12 - Drag question

Wat vond je lastig?

Slide 13 - Mind map

Weektaak
Deze week moet je maken:
  • 6.4 Verhoudingstabellen
  • Samenvatting | Extra Oefening
  • Gemengde Opgaven

Slide 14 - Slide

Vragen?
Mogelijkheid om vragen te stellen

Slide 15 - Slide