Scholing werkbegeleider les 2

Scholing werkbegeleiding 
les 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Scholing werkbegeleiding 
les 1

Slide 1 - Slide

wie was je beste werkbegeleider ooit en waarom

Slide 2 - Open question

Inhoud
Competentie profiel werkbegeleider

Slide 3 - Slide

wat zou jij als werkbegeleider nooit doen

Slide 4 - Open question

wat wil je weten/ leren over werkbegeleiding

Slide 5 - Open question

Opleider
De opleider richt zich op (de randvoorwaarden voor) het bijbrengen van de nodige competenties. Het uitgangspunt is dat de werkbegeleider een substantiële bijdrage kan leveren aan het beroepsgericht opleiden van de student. De opleider schept leersituaties waarin de student haar leerdoelen kan behalen

Slide 6 - Slide

Werkbegeleiding
Opleiden in de praktijk heeft als doel de leerling/stagiaire de nodige competenties bij te brengen. Studenten worden geholpen bij het aanleren van vaardigheden en het vormgeven van hun leerproces en beroepshouding. Aan het eind van een periode wordt vastgesteld of de geplande leerdoelen behaald zijn. 

Slide 7 - Slide

Beoordelaar
Richt zich op de waardering van het resultaat dat de student heeft behaald. De beoordelaar stelt met behulp van een beoordelingssysteem en op basis van in de voorafgaande periode behaalde resultaten vast: 
»In welke mate een student voldoet aan de gestelde eisen.
»Wat de gevolgen zijn voor het verdere leerproces van de student.

Slide 8 - Slide

In dit proces heeft de werkbegeleider een belangrijke rol, waarbij de werkbegeleider geconfronteerd wordt met de rollen 
* Opleider
* Begeleider
* Beoordelaar

Slide 9 - Slide

Begeleider
Richt zich op de student en haar opleidingsproces. Begeleiden is op hoofdlijnen een doelgerichte activiteit. Het begeleiden kan op verschillende manieren worden ingevuld. Aspecten van begeleiden zijn onder andere coachen, adviseren en motiveren. Iedere student is een individu en de begeleider moet hierop inspelen, De persoonlijke ontwikkeling van de student staat centraal. 

Slide 10 - Slide

Positie van Werkbegeleider
Opleidings coördinator
Praktijk opleider
Assessor
Werkbegeleider

Slide 11 - Slide

Activiteiten van WB
1..  Introduceert de student op de werkplek
»ontvangt de student op de werkplek;
»geeft relevante inf1ormatie over de organisatie, de werkeenheid en de werkzaamheden;
»introduceert de student bij medewerkers van de werkplek waarmee zij direct of indirect te maken heeft. Introduceert de student op de werkplek

Slide 12 - Slide

2. Helpt de student bij het op- en bijstellen van zijn leerplan en planning voor de duur van de stage of praktijkleerperiode
»informeert de student over de kennis en vaardigheden die de werkplek biedt;
»gaat in overleg met de praktijkopleider bij de student na welke competenties al zijn behaald en waaraan zij tijdens de leerperiode/stage gaat werken;
»weet wie er betrokken zijn bij de begeleiding van de student;
»helpt de student om haalbare en toetsbare opdrachten te formuleren die leiden naar het verwerven van de gekozen competenties;
.

Slide 13 - Slide

»formuleert samen met de student welk concreet gedrag zij moet vertonen om competent bevonden te worden;
»doet voorstellen ter verbetering van het leerproces;
»zorgt voor verschillende mogelijkheden in leersituaties binnen de eigen werkplek/werkeenheid;
»maakt in overleg met de praktijkopleider met de student afspraken wat er in de komende leerperiode geleerd gaat worden

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

3. Draagt vakkennis en vaardigheden over
»demonstreert of instrueert afhankelijk van de leerstijl van de student;
»maakt werkafspraken;
»bevordert de voortgang van het werk door voorzorgsmaatregelen te treffen of tijdig in te grijpen bij mogelijke verstoringen.

Slide 16 - Slide

4. Draagt bij aan een passend leerklimaat voor de student in de BPV
»ondersteuning bieden bij het structureren van het leerproces van de student;
»geregeld feedback geven op de uitgevoerde werkzaamheden;
»oplossingsgericht reageren in nieuwe of onbekende situaties;
»bevordert het vertrouwen van de student ten aanzien van de werkplek; »geeft aandacht aan emoties die bij de student leven;
»biedt de student de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de structurering en inhoud van zijn leerproces.

Slide 17 - Slide

5. Geeft inzicht in hoeverre de deelnemer de gewenste competenties beheerst
»verzamelt zo objectief mogelijk informatie over het functioneren van de student bij verschillende collega’s en andere opleiders;
»stelt de kwaliteit vast van de werkzaamheden die de student uitgevoerd heeft;
»toetst (samen met praktijkopleider) of de resultaten aansluiten bij het opgestelde leerplan en tijdschema;

Slide 18 - Slide

»toetst en legt waar nodig schriftelijk vast in hoeverre de student het gedrag vertoond dat in zijn plan staat beschreven en aansluit bij het leerjaar;
»signaleert en bespreekt mogelijkheden en eventuele knelpunten in het leerproces;
»formuleert consequenties van de behaalde resultaten voor het leerproces van de student;
»benoemd de behaalde leerdoelen en nog te behalen leerdoelen, zodat de student hierop zijn vervolg kan baseren in relatie tot haar BPV opdrachten.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

6. Zet de student aan tot zelfontplooiing
»inspireert de student;
»koppelt leerdoelen/ BPV opdrachten van de student aan de werksituatie;
»organiseert, signaleert en stemt leeractiviteiten af op het leerproces en / of leerjaar van de student;
»stemt de vorm van begeleiden en de stijl af op de leerstijl en de mate van zelfsturing van de student;
»geeft feedback op de uitvoering van de handelingen;
»stimuleert de student tot reflectie.

Slide 21 - Slide

7. Optimaliseert de randvoorwaarden waarbinnen de student leert
»is alert op beschikbare tijd, middelen en ruimte om te kunnen leren;
»informeert betrokkenen bij het opleidingsproces;
»regelt dat de student bij een andere werkbegeleider terecht kan bij afwezigheid van de vaste werkbegeleider;
»maakt samen met student zo nodig een planning voor de opdrachten;
»spreekt af voor welke zaken de student bij wie kan aankloppen, en laat de student dit vastleggen.

Slide 22 - Slide

8. Werkt aan eigen begeleidingsvaardigheden.
»houdt zich op de hoogte van nieuwe inzichten over begeleiden, opleiden en beoordelen;
»vraagt om feedback over haar functioneren als werkbegeleider en geeft andere werkbegeleiders feedback;
»neemt deel aan de aangeboden scholing met betrekking tot werkbegeleiding;
»legt studenten en collega’s de visie uit van het leerbedrijf op opleiden/ begeleiden van studenten in de praktijk.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Benodigde competenties: 
»Sociaal vaardig
»Communicatief vaardig
»Kunnen reflecteren
»Relationele sensitief
»Objectief
»Methodisch
»Coachingsgericht
»Leergierig
»Leervoorwaarden kunnen creëren
»Zelfsturende vermogen bevorderen

Slide 25 - Slide

»Begeleiden en beoordelen van een student
»Samenwerken
»Zorg dragen voor kwaliteit
»Kunnen inspireren en motiveren
»Betrokken
»Vertrouwen
»Geduld
»Interesse
»Duidelijkheid 
»Demonstreren van vaardigheden 
»Grenzen aangeven

Slide 26 - Slide

hoe zien we aan jou dat je vertrouwen hebt?

Slide 27 - Open question

hoe zien we aan jou dat je reflecteert?

Slide 28 - Open question

hoe zien we aan jou dat je sociaal vaardig bent

Slide 29 - Open question

Methodische werkbegeleiding
Methodische werkbegeleiding bestaat uit 3 fasen:
  1. Introductiefase
  2. uitvoeringsfase
  3. beoordelingsfase

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Planning 
  • 9 januari introductiegesprek met je student/studenten
  • 16 januari instructie POP en POP (consortiumopdrachten)
  • 23 januari Feedback geven op POP/PAP (beoordelen)
  • februari tijdens het eerste terugkom moment van de eerstejaars gaan jullie evalueren met de student/studenten
  • inleverdatum eindopdracht vrijdag 16 februari

Slide 32 - Slide