Vorbereitung auf deine Prüfung Kapitel 1 Rügen und Lübeck

Vorbereitung auf deine Prüfung Kapitel 1 Rügen und Lübeck
In deze LessonUP vinden jullie wat jullie kunnen verwachten en dus moeten voorbereiden voor jullie toets Kapitel 1

Donderdag 16 - 11 

1 / 42
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vorbereitung auf deine Prüfung Kapitel 1 Rügen und Lübeck
In deze LessonUP vinden jullie wat jullie kunnen verwachten en dus moeten voorbereiden voor jullie toets Kapitel 1

Donderdag 16 - 11 

Slide 1 - Slide

Wat kun je verwachten? 
Wörter = Seite 50 t/m 53 
Rede- und Sprachmittel = Seite 51 und 53 
Grammatik = zie volgende Slide
Kennis van land en samenleving = wat jullie treffen in deze LessonUP 
Lesen = een korte leestekst 

Slide 2 - Slide

Grammatik 
- vervoegen haben/sein/werden in de t.t. en de v.t.
- toepassen van de voorzetsels um/am/im/von......bis 
- vervoegen van de zwakke/sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd 
- toepassen voltooide tijd sterk/zwak 
- correct toepassen/herkennen van de bezittelijke voornaamwoorden 

Slide 3 - Slide

verhouding woorden - Grammatik 
In deze toets maak ik een begin met het vergroten van de vraag naar jullie kennis van de woorden en Redemittel. 

Grammatik blijft een nuttig onderdeel en zal ook vooral worden gevraagd in verwerking, soms zelfs in een gesloten vraag ofwel multiple choice. 

Slide 4 - Slide

Sprach- und Redemittel 
Seite 51 en Seite 53 

Aufgabe: Beschreibe deine Traumschule
Gebruik hiervoor de Sprach- en Redemittel 

In de lessen werken we aan het beschrijven van jouw droomschool (Traumschule) In de toets is het aan jou om dit nog eens te verwerken en uiteraard correct.

Slide 5 - Slide

haben & sein & werden
Hulpwerkwoorden 

Slide 6 - Slide

Haben & sein
haben
sein
ich
habe
bin
du
hast
bist
er/sie/es
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind

Slide 7 - Slide

Haben, sein & werden
t.t

Slide 8 - Slide

haben/sein/werden o.v.t.
hatten
waren
wurden
(werden)
würden
(zouden)
ich
hatte
war
wurde
würde
du
hattest
warst
wurdest
würdest
er/sie/es
hatte
war
wurde
würde
wir
hatten
waren
wurden
würden
ihr
hattet
wart
wurdet
würdet
sie/Sie
hatten
waren
wurden
würden

Slide 9 - Slide

Grammatik haben, sein & werden
pers. vnw
haben
sein
werden
ich 
habe
bin
werde
du
hast
bist
wirst
er/sie/es
hat
ist
wird
wir
haben
sind
werden
ihr
habt
seid
werdet
sie/Sie
haben
sind
werden

Slide 10 - Slide

erlauben

Slide 11 - Open question

Meine Eltern erlauben es mir nicht ohne ihn in Urlaub zu gehen

Slide 12 - Open question

voorzetsels tijdsbepaling (temporale Präpositionen)
Jullie verwerken in de toets de voorzetsels:

um  = bij tijden/uren
am = bij dagen/dagdelen
im = seizoenen
von......bis = tijdsduur

maar het is wel: in der Nacht :) 

Slide 13 - Slide

Verben 

Slide 14 - Slide

starke Verben
Berlin :) 

Slide 15 - Slide

Starke Verben Beispiele
e -> i
ee -> ie
a -> ä
ich esse
du isst
er/sie/es isst
wir essen
ihr esst
sie/Sie essen
Ich habe gegessen
ich lese
du liest
er/sie/es liest
wir lesen
ihr lest
sie/Sie lesen
Ich habe gelesen
ich fahre
du fährst
er/sie/es fährt
wir fahren
ihr fahrt
sie/Sie fahren
Ich habe gefahren

Slide 16 - Slide

Starke Verben mit a
fallen
fangen
graben
schlafen
schlagen

Slide 17 - Slide

Starke Verben: nehmen & essen 🖊
nehmen
nemen
ich
nehme
du
er/es/sie
wir
nehmen
ihr
nehmt
sie/Sie
nehmen
essen
eten
ich
esse
du
er/es/sie
wir
essen
ihr
esst
sie/Sie
essen

Slide 18 - Slide

Starke Verben mit -e im Stamm

Slide 19 - Slide

Verben stark 
üben!

https://wordwall.net/de/resource/56283900/deutsch/starke-verben-im-präsens

https://wordwall.net/de/resource/33391478/starke-verben

Slide 20 - Slide

Possesivpronomen

Slide 21 - Slide

Possesivpronomen
mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
mein_
dein_
sein_
ihr_
unser_
euer_
ihr_
Ihr_
M
V
O
MV
1.
/
e
/
e
4.
en
e
/
e

Slide 22 - Slide

Landeskunde 
= kennis van land en samenleving

Ik vraag jullie alleen datgene wat jullie in de LessonUP treffen

Slide 23 - Slide

Hoe heet dit gebouw?
A
Checkpoint Charlie
B
Kölner DOm
C
Schloss Neuschwanstein
D
Branderburgertor

Slide 24 - Quiz

Hoe heet dit kasteel?
A
Wartburg
B
Schloss Neuschwanstein
C
Marburger Schloss
D
Schloss Belverdere

Slide 25 - Quiz

In welk gebouw is het Duitse parlement gevestigd?
A
Schloss Neuschwanstein
B
die Siegesäulle
C
Schloss Sanssouci
D
der Reichstag

Slide 26 - Quiz

Wörter 
Leer ze vooral zelf (standig) 

toch heb ik voor jullie deze nuttige Quizlet!
Let op: Hierin staan niet ALLE woorden 

https://quizlet.com/nl/828686916/vwo-3-flash-cards/?i=y5c9i&x=1jqt

Slide 27 - Slide

Sprach - und Redemittel 
Deine Traumschule

Du beschreibst deine Traumschule. 
Benutze die Sätze der Redemittel 

Maak een begin en zet het op papier

Slide 28 - Slide

üben haben, sein in der Vergangenheit 
 _______ Sie krank?
     Ich _______ viel Spaß.
           Das Konzert _______ toll.
Sie _______ Besuch.

Slide 29 - Slide

haben, sein oder werden in der Gegenwart 

……….. du viele Freunde?
Möchte Eva Ärztin ……….?
Hans …..…..12 Jahre alt.
Am Wochenende ……....ich schon 13.
Im Winter …………. es früh dunkel.
………. ihr immer fleißig?
Meine Eltern ................... viel zu tun.
Louis ………… aus Lyon.
………. du Angst vor Spinnen?

Slide 30 - Slide

Die Verben 


https://wordwall.net/de/resource/32818326/perfekt-regelmäßige-verben-a1

Slide 31 - Slide

Die Verben stark & schwach 
https://wordwall.net/de/resource/32431800/deutsch-als-fremdsprache/schwache-verben-konjugieren

Hannes und Julia _______ dem Hund das Futter. (geben)
 _______ du im Hotel? (schlafen)
Die Mutter _______ das Kind. (waschen)
Herr Meier, wann _______ Sie nach Berlin? (fahren)
Khaled _______ Arabisch, Englisch und Deutsch. (sprechen) 
Was _______ du zum Frühstück? (essen)

Slide 32 - Slide

Hoe noemde men Duitsland na de 1e wereldoorlog?
A
Republiek van Berlijn
B
Republiek van München
C
Republiek van Weimar
D
Republiek van Frankfurt

Slide 33 - Quiz

In welke Periode werden veel sprookjes geschreven?
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang

Slide 34 - Quiz

Wie is geboren in Bonn?
A
Beethoven
B
Haydn
C
Mozart
D
Schubert

Slide 35 - Quiz


A
der Apfelkuchen
B
die Früchtetorte
C
der Käsekuchen
D
der Apfelstrudel

Slide 36 - Quiz

Was ist das auf dem Bild?
A
Krapfen
B
Kaiser Schmarrn
C
Berliner
D
Bretzel

Slide 37 - Quiz

Liechtenstein
Hauptstadt: Vaduz
Einwohner: 
Sprache: Deutsch 
Kennzeichen: FL 
Internet: .

Slide 38 - Slide

Rügen
Du möchtest mit deiner Familie nach Rügen. Eine Insel in der Ostsee.



Slide 39 - Slide

Possesivpronomen
https://wordwall.net/de/resource/13115977/possessivpronomen

https://deutsch.lingolia.com/de/grammatik/pronomen/possessivpronomen/uebungen

Slide 40 - Slide

Welcher Hafen ist der größte von Deutschland?
A
Lübeck
B
Bremen
C
Hamburg
D
Berlin

Slide 41 - Quiz

Lübeck ist eine Hansestadt.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 42 - Quiz