Les 1 (Gesell en Reflexen)Philip

Welke bewegingsvaardigheid vlak voor het 'tijgeren', als je denkt aan de motorische ontwikkeling?
A
het kruipen
B
het omdraaien van de romp
C
het staan
D
het zitten
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
bewegingsonderwijsHBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welke bewegingsvaardigheid vlak voor het 'tijgeren', als je denkt aan de motorische ontwikkeling?
A
het kruipen
B
het omdraaien van de romp
C
het staan
D
het zitten

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Slide

Waarom dwing je een dreumes niet tot staan en lopen, maar laat je de kruipfase goed ervaren?
A
voor de ontwikkeling van de lateralisatie
B
de polsen worden soepeler
C
je voorkomt enkelproblemen
D
je voorkomt knieproblemen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Met welke leeftijd gaat een mens voor het eerst lopen?
A
direct na de geboorte
B
met ongeveer 6 mnd.
C
Na ongeveer 1,5 jaar
D
na ongeveer 1 jaar

Slide 5 - Quiz

Noem alle 4 de vaardigheidslijnen (naar Gesell) voor de groot-motorische ontwikkeling

Slide 6 - Open question

Gesell
De motorische ontwikkeling verloopt altijd van.......
1.  Boven --> beneden
2. Binnen --> buiten
3. Enkelvoudige beweging--> samengestelde beweging
4. Groot bewegen --> fijn bewegen

Slide 7 - Slide

Met welk principe van Gesell is er bij het ontwikkelen v.d. methode 'schrijfdans' rekening gehouden?
A
de ontwikkelingslijn van centraal naar lateraal
B
de ontwikkeling van craniaal naar caudaal
C
de ontwikkeling naar de samengestelde bewegingen
D
naar de synkinese ontwikkeling

Slide 8 - Quiz

Waarom schoppen bijna alle kinderen van 4 jr. de bal met een lang gestrekt been?
A
de beweging wordt gemaakt door centraal liggende spieren (vanuit de heup)
B
door de Van Helsing-theorie
C
omdat het een samengestelde beweging is
D
dit heeft met de visuele mogelijkheid te maken

Slide 9 - Quiz

Welke leeftijd is het meest geschikt om het zwemmen van de schoolslag vlot aan te leren?
A
met 3 jaar
B
met 5 jaar
C
met 9 jaar
D
met 30 jaar

Slide 10 - Quiz

Veters strikken wordt bij de kleuters geleerd. Waarom is dit zo moeilijk als je aan Gesell denkt?
A
de hand-ontwikkeling komt pas na de voet-ontwikkeling
B
dit gebeurt vlak bij het centrum v.h. lichaam.
C
het is een samengestelde beweging
D
het is groot-motorisch bewegen

Slide 11 - Quiz

Wat valt er je direct op als je een kind van 4 jr. over de evenwichtsbalk van 7 cm. breed en 2,5 m. lang ziet lopen?
A
De voeten worden dwars geplaatst
B
Dat de armen stijf langs het lichaam worden gehouden
C
Ze hebben bijna allemaal 'faalangst'
D
Het hele lichaam corrigeert (armen, benen en romp)

Slide 12 - Quiz

Een jong kind is uit balans bij een balanceeractiviteit. Wat wordt jouw hulp als didacticus?
A
Geef het kind een hand
B
Plaats een steunpunt in het midden v.d. activiteit
C
Houd het kind vast bij de heupen
D
Geef het kind een eenvoudigere balanceeropdracht.

Slide 13 - Quiz

Reflexen

Slide 14 - Slide

Definitie Reflex
Een reflex is reactie van het menselijk lichaam op een prikkel van buitenaf die 'ONBEWUST' gebeurt.

Slide 15 - Slide

Primaire reflex
Een reflex die direct na de geboorte aantoonbaar aanwezig is.
                        Bijvoorbeeld:
                       De pupilreflex


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Noem twee andere
primaire reflexen

Slide 18 - Mind map

Primaire reflexen (survival):
- zuigreflex
- grijpreflex
- slikreflex
- voetzoolreflexen
- parachute
- primair zwemmen

- primair lopen  -------------->

Op het consulatiebureauwordt dit getest.

Slide 19 - Slide

Secundaire reflexen
Deze reflexen zijn bij de geboorte 'latent' aanwezig, maar tonen zich pas gedurende de motorische ontwikkeling.

Slide 20 - Slide

Secundaire reflexen:
- knie-pees-reflex
- optische reflex
- Schrikreflex van Moro   

- Symmetrische tonische nekreflex
- Symmetrische tonische halsreflex.
   


tonische
nek-
reflex



Tonische
halsreflex

Slide 21 - Slide

Welke van de onderstaande voorbeelden is er helemaal geen aangeboren reflex?
A
een keeper die de bal uit zijn doel tikt
B
Het uitsteken van je armen als je naar achteren valt
C
Een kleuter die de bal niet vangt maar afweert
D
primair zwemmen

Slide 22 - Quiz