Hoofdstuk 1 paragraaf 1 herhaling

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

W7

Herhaling paragraaf 1.1

Uitleg rekenen 

Oefenen rekenen 

Wat is geen voorbeeld van een basisbehoefte?

1. Huis
2. Telefoon
3. Eten
4. Kleding

In welk rijtje staan alleen maar overige behoeften (noemen we ook wel luxe behoeften)?

1. Melk, boterham kaas, dikke wintertrui
2. Jas, schoenen, woning, telefoon
3. Woning, nasi, pyjama, Ipad
4. Telefoon, Nintendo Switch, AirPods.

Goederen zijn tastbaar en diensten niet.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een voorbeeld van een dienst?

1. Knipbeurt bij kapper
2. Shampoo
3. Kam
4. Gel

Geef een voorbeeld van zelfvoorziening.

Rekenen 

Afronden 

Decimalen 

Cijfers achter de komma

7,12345

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal:
1,125

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Afronden 

Wil je op 1 decimaal afronden? Dan kijk je naar het 2e decimaal. 

1,26698

0 1 2 3 4

Het decimaal blijft ongewijzigd. 

1,2489

Rond af op 1 decimaal. 

0 1 2 3 4

Het decimaal blijft ongewijzigd. 

1,2489

Rond af op 1 decimaal. 

Kijk naar het 2e decimaal.

0 1 2 3 4

Het decimaal blijft ongewijzigd. 

1,2489

Rond af op 1 decimaal. 

Kijk naar het 2e decimaal.

Het decimaal waarop je wilt afronden, blijft ongewijzigd. 

0 1 2 3 4

Het decimaal blijft ongewijzigd. 

1,2

1,2789

Rond af op 1 decimaal.

Kijk naar het 2e decimaal.

5 6 7 8 9

Je rondt het decimaal naar boven af. 

1,2789

Rond af op 1 decimaal.

Kijk naar het 2e decimaal.

Het decimaal waarop je wilt afronden, wordt er 1tje meer. 

5 6 7 8 9

Je rondt het decimaal naar boven af. 

1,3

0 1 2 3 4

Het decimaal blijft ongewijzigd. 

5 6 7 8 9

Je rondt het decimaal naar boven af (1tje meer). 

Rond 1,376 af op 2 decimalen.

Je kijkt naar het 3e decimaal --> 6

Je rond het 2e decimaal naar boven toe af. 

1,38

0 1 2 3 4

Het decimaal blijft ongewijzigd. 

5 6 7 8 9

Je rondt het decimaal naar boven af (1tje meer). 

Rond het volgende getal juist af op 2 decimalen:
1,349

1. 1,3
2. 1,35
3. 1,34
4. 1,4

Rond het volgende getal juist af op 2 decimalen:
1,243

1. 1,2
2. 1,3
3. 1,24
4. 1,25

Afronden 

Geld ronden we af op 2 decimalen

Procenten ronden we af op 1 decimaal

Probleempje bij afronden 

1,97

Rond af op 1 decimaal. 

Probleempje bij afronden 

1,97

Rond af op 1 decimaal. 

Door de 7 moet 9 omhoog, maar 9 kan niet meer omhoog

Wat nu? 

1,97 afronden op 1 decimaal 

1,97    door de 7 gaat de 9 omhoog

De 9 kan niet meer omhoog, dus dan gaat de 1 omhoog

2,0

Geldbedrag noteren 

Bij geld noteer je het euro-teken (alt gr 5)       € 25,00

Geld rond je af op 2 decimalen.                             € 25,56

Geldbedrag noteren 

Bij duizendtallen zet je een punt, zodat het leesbaar is.
Deze punt gebruik je niet op je rekenmachine. 

€   7.356,58

€25.000,25

Geldbedrag noteren

In de winkel kunnen we niet meer betalen met 1 en 2 eurocenten. Hierdoor wordt het bedrag, als je contant betaalt, afgerond.

Als je pint kun je echter wel  exact €1,56 betalen.

Daarom ronden wij gewoon volgens de regels af bij geld.

1,56 blijft 1,56 en wordt niet 1,55

Waar is het geldbedrag juist genoteerd?
1 euro en 26 eurocent.

1. 1,26
2. 1,25
3. € 1,25
4. €1,26

Waar is het geldbedrag juist genoteerd?
Duizend euro en 34 cent.

1. 1000,35
2. € 1.000,34
3. € 1000,34
4. € 1.000,35

Let op!

De punt bij duizenden is een leespunt. Zo kun je het bedrag beter aflezen. Deze punt toets je niet in op je rekenmachine!!!

1.000 + 1.000 = 2.000

Op je rekenmachine toets je in:

1000 + 1000

Gemiddelde 

Gemiddelde berekenen

Totaal van de getallen : aantal getallen 

Gemiddelde berekenen

Totaal van de getallen : aantal getallen 

6, 5, 3, 3, 7, 6, 5

Gemiddelde berekenen

Totaal van de getallen : aantal getallen 

6, 5, 3, 3, 7, 6, 5

Opgeteld: 35

Aantal getallen: 7

Gemiddelde berekenen

Totaal van de getallen : aantal getallen 

6, 5, 3, 3, 7, 6, 5

Opgeteld: 35

Aantal getallen: 7

35 / 7 =5

Wat is het gemiddelde?

1. 5
2. 2
3. 3
4. 4

Aan de slag 

Rekenen 1 t/m 5 bladzijde 34

Let op! in schrift. Berekeningen noteren!