Les 2 H9 havo4 beco

Hoofdstuk 9.1 en 9.2
9.1 Trouwen
9.2 Verplichtingen tijdens huwelijk
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9.1 en 9.2
9.1 Trouwen
9.2 Verplichtingen tijdens huwelijk

Slide 1 - Slide

Materiële vereisten
Voorwaarden om te mogen trouwen:
- 2 personen
- beide ongehuwd
- meerderjarig
- beide weten wat ze doen
- geen nauwe bloedverwantschap

Slide 2 - Slide

Standaard tot 1 januari 2018
Wettelijke gemeenschap van goederen
Voor het huwelijk
Na het huwelijk
Partner 1 zijn bezittingen en schulden
Alle bezittingen en schulden zijn van hun samen
partner 2 haar bezittingen en schulden
Alle bezittingen en schulden (zowel voor als tijdens huwelijk) zijn van hen gemeenschappelijk

Slide 3 - Slide

Standaard na 1 januari 2018
Beperkte wettelijke gemeenschap van goederen
Voor het huwelijk
Na het huwelijk
Partner 1 zijn bezittingen en schulden
Partner 1 zijn bezittingen en schulden
Nieuwe bezittingen en schulden zijn van hun samen
partner 2 haar bezittingen en schulden
partner 2 haar bezittingen en schulden
De prive bezittingen en schulden vóór het huwelijk blijven buiten de gemeenschap

Slide 4 - Slide

Ook niet in de gemeenschap (bij huwelijken na 1 januari 2018)
Schenkingen en erfenissen
Voorhuwelijkse onderneming

Slide 5 - Slide

Huwelijkse voorwaarden
Afwijken van wettelijke (beperkte) gemeenschap van goederen 
  • voorwaarden worden opgesteld door notaris
  • aangeven wat prive vermogen is en wat in de gemeenschap valt
  • optioneel: er is geen gemeenschappelijk vermogen

Slide 6 - Slide

Joshua en Merel zijn in de loop van 2019 met elkaar getrouwd. Ze hebben geen afspraken gemaakt over de vermogenssituatie. Welke huwelijksgoederenregime is van toepassing?
A
Gemeenschap van goederen
B
Beperkte gemeenschap van goederen
C
Huwelijkse voorwaarden

Slide 7 - Quiz

Verre neef van Joshua overlijdt en laat een Rolex van € 12.000 na. De Rolex behoort tot het vermogen van:
A
Joshua
B
Merel
C
Allebei

Slide 8 - Quiz

Stel Kees en Janke zijn getrouwd in beperkte gemeenschap van goederen. Ze besluiten een speedboot te kopen voor
€ 10.000. Janke gebruikt € 4.000 van haar privévermogen. De rest van het geld komt van het gezamenlijk vermogen.
De boot is van:

A
Kees
B
Janke
C
Allebei

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Mag één van de echtgenoten een auto op afbetaling kopen?
A
Ja, dat mag.
B
Nee, dat mag niet.

Slide 17 - Quiz

Hoe heet de plicht om de kosten van het huishouden te verdelen over beide echtgenoten?
A
Fourneerplicht
B
Nihilplicht
C
Draagplicht
D
Onderhoudsplicht

Slide 18 - Quiz

Vergoedingsrechten
Vergoedingsrechten van privé aan gemeenschap of andersom volgens de beleggingsleer

Tessa en Johan hebben een vakantiehuis gekocht voor € 100.000. Hiervan is € 80.000 voldaan uit gemeenschappelijk vermogen en € 20.000 uit privévermogen van Tessa. 
De direct opeisbare vordering van Tessa in procenten: € 20.000/ € 100.000 X 100 % = 20 %

De woning wordt 5 jaar later verkocht voor € 200.000. 

80% van de verkoopopbrengst valt in de gemeenschap, 20% komt toe aan Tessa. 
Dus 0,20 X € 200.000 = € 40.000 komt toe aan Tessa

Slide 19 - Slide

Vergoedingsrechten
Vergoedingsrechten van privé aan gemeenschap of andersom volgens de beleggingsleer

Karel en Johan hebben een huis van € 250.000. Er wordt een serre aangebouwd. De kosten: 
€ 15.000. Dit wordt betaald uit het privevermogen van Karel. 

De vordering van Karel in procenten: 15.000/ (250.000 + 15.000) X 100 % = 5,7 %

Een jaar later gaan ze uit elkaar de woning is dan € 300.000 waard. Karel heeft een vordering op Johan van 0,057 X € 300.000 = € 17.100

Slide 20 - Slide

Leg uit wat de fourneerplicht inhoudt (tip: lees blz. 118)

Slide 21 - Open question