Les 6 - reddingszwemmen

Les 6 - reddingszwemmen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
ZwemmenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 6 - reddingszwemmen

Slide 1 - Slide

Aandachtig: 
Zorg dat je altijd je zone goed in de gaten houdt / geen afleiding. 

Alert
Onderhoud je eigen vaardigheden / adequaat reageren 

Kennis 
Ken de regels en houd je daaraan. 

Slide 2 - Slide

Het imago van een lifeguard is:
A
Aandachtig
B
Kennis
C
Alert
D
Alle drie

Slide 3 - Quiz

Aspecten die kunnen bepalen hoe goed de drenkeling herstelt
- Fysieke conditie 
- Of hij bewusteloos is geweest voordat de reanimatie gestart wordt. 
- Temperatuur van het water 
- Tijd tot dat hij gered wordt. 

Slide 4 - Slide

Noem twee aspecten die kunnen bepalen hoe goed de drenkeling herstelt:

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1. Verassing 
2. Onvrijwillig adem inhouden 
3. Bewusteloosheid
4. Stuiptrekkingen door zuurstof gebrek 
5. klinisch dood 

Slide 9 - Slide

Het verdrinkingsproces bestaat uit vijf stadia
Welke vijf zijn dat?
1. Verassing
2. .........

Slide 10 - Open question

1. Verassing 
2. Onvrijwillig adem inhouden 
3. Bewusteloosheid
4. Stuiptrekkingen door zuurstof gebrek 
5. klinisch dood 

Slide 11 - Slide

Hoofd in de nek
A
Verassing
B
Bewusteloosheid
C
Onvrijwillig adem inhouden
D
Stuiptrekkingen

Slide 12 - Quiz

Verassing
- Verticale of diagonale positie 
- Weinig of geen beenbewegingen 
- armen aan het wateroppervlak : willekeurige grijpbewegingen 
- hoofd in de nek. 
- Drenkeling kan geluid maken (krijgen van lucht / hulp vragen)

Slide 13 - Slide

De pupillen van de drenkeling worden wijder.
A
Onvrijwillig adem inhouden
B
Stuiptrekkingen door zuurstof gebrek.
C
Bewusteloosheid
D
Klinische dood

Slide 14 - Quiz

Klinische dood 
- De huid, vooral de lippen en de nagelriemen worden blauw: door gebrek aan zuurstof. 
- De pupillen van de drenkeling worden wijder. 
- Er is geen circulatie. 
- De drenkeling ademt niet meer. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

10 Seconde =
20 seconde =
60 seconde =
3 minuten =
4 minuten =
6 minuten =

Slide 17 - Open question

Tijdsindeling 
10 Seconde = Verdrinking begint
20 seconde = Drenkeling verdwijnt onderwater
60 seconde = Drenkeling raakt buiten bewustzijn
3 minuten = Hart stopt met kloppen
4 minuten = hersenbeschadiging
6 minuten = Waarschijnlijk overleden

Slide 18 - Slide

Je hebt drie manieren van te water gaan:

Slide 19 - Open question

Voorzichtig te water gaan 
Schredesprong 
Startsprong 
(Hoekduik)

Slide 20 - Slide

Wat bedoelen we met de 10-20 regel?

Slide 21 - Open question

10-20 regel: 
- 10 seconde om te scannen. 
- 10 seconde om te herkennen of er een SO is. 
- 20 seconde om bij een eventueel SO te komen. 

Slide 22 - Slide

Welke scantechniek:
Onder, aan en om het wateroppervlak
A
3D scantechniek
B
Tellen
C
Groeperen
D
Profileren

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Er schreeuwt iemand om hulp in midden van het zwembad. Hij zwaait met zijn handen en roept om hulp. Hij geeft aan dat hij is gevallen en een wond heeft op zijn been. Wat doe jij?

Slide 25 - Open question

Een jongen duikt van het startblok maar raakt met zijn hoofd de kant. Hij blijft stil in het water liggen. Wat doe jij?

Slide 26 - Open question

In het zwembad maken we gebruik van hulpmiddelen. Welke vier kennen we?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Welke bevrijdingsgrepen hebben we?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Bevrijdingsgreep
Dubbele polsgreep 

Slide 36 - Slide

Vervoersgreep
Oksel / schoudergreep 

Slide 37 - Slide

Bevrijdingsgreep 
Achterwaartse ontklemming

Slide 38 - Slide

vervoersgreep
Kopgreep 

Slide 39 - Slide

Voorwaartse ontklemming

Slide 40 - Slide

Combi
Dubbele polsgreep 
Polsgreep / schoudergreep

Slide 41 - Slide

Bevrijdingsgreep 
Achterwaartse omklemming
Kopgreep 

Slide 42 - Slide

Combi
Dubbele polsgreep 
+
Kopgreep

Slide 43 - Slide