Cursus 3 Lapbook maken 2KGT oud

Lezen voor je lapbook
timer
10:00
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lezen voor je lapbook
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Cursus 3 Fictie 
Fictie                                                        Non-Ficite

Slide 3 - Slide


Een lapbook maken

Slide 4 - Slide

Een lapbook maken
I.p.v. toets maken we een lapbook

In dit lapbook verwerk je alle lesdoelen (klas 1 en 2) van Cursus 3:
FICTIE

Je krijgt hiervoor een cijfer. 


Slide 5 - Slide

Wat is een lapbook?

Een lapbook (schootboek) is een soort grote kaart met een
verzameling van mini-boekjes, klepjes en ander gevouwen materiaal waarin ruimte is voor tekeningen, verhalen en informatie.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Het volgende instructiefilmpje kijken vanaf 3.22.....

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Cursus 3 Fictie  1KGT

§1 Je leert wat fictie is en over realistische en fantasieverhalen.
§2 Je leert je inleven in een personage en uitleggen hoe een personage zich voelt.
 §3 Je leert uitleggen wat je smaak is. (genres)

Slide 13 - Slide

Cursus 3 Fictie 2KGT


§1 De setting en de sfeer beschrijven.
§2 Verschillende soorten perspectief herkennen.
 §3 Tijdsprongen herkennen in een verhaal

Slide 14 - Slide

Deze les: stap 1

  • Je eigen naam en klas 
  • Naam van de schrijver
  • Foto's  van schrijver en boek

Slide 15 - Slide

Stap 1
  1. Open een Word document.
  2. Invoegen: tekstvak
  3. Daarin je naam, achternaam en klas. (lettergrootte 20)
  4. Invoegen: tekstvak 
  5. Daarin de naam van de schrijver. (lettergrootte 30)
  6. Voeg toe: een foto van het boek en van de schrijver.                          Gebruik hoofdletters!!! 

Slide 16 - Slide

Stap 5
Plaats. Waar speelt het verhaal zich af? (1 volledige zin)
Tijd. Wanneer speelt het verhaal zich af? (1 volledige zin)
Sfeer. Omschrijf de sfeer in je boek. (1 volledige zin)



Klas 2 KGT: Cursus 3 §1 Setting en sfeer 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

tips stap 5
  • Plaats. Bijvoorbeeld: binnen, buiten, in een dorp, in een bos, in Nederland, in het buitenland etc. Het kan dus zijn dat het op meerdere plaatsen afspeelt. Noem dan meerdere.
  • Tijd. Bijvoorbeeld: overdag, in het verleden, in het heden of in de toekomst.
  • Sfeer. Bijvoorbeeld: benauwend, dreigend, geheimzinnig, gespannen, gezellig, onbezorgd, griezelig, kil, romantisch of verveeld.

Slide 20 - Slide

Stap 6
Perspectief. In welk perspectief is het boek geschreven en geef een voorbeeld of leg uit? Schrijf op in minimaal 2 volledige zinnen.
Inleven/meeleven
Kun jij je inleven in de hoofdpersoon en waarom wel of niet? Wat hoop je voor diegene? Hoe zou je willen dat het afloopt?
Schrijf op in 3 volledige zinnen. 

Klas 2 KGT: Cursus 3 §2 Perspectief

Slide 21 - Slide

Perspectief

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

tips stap 6
Kies uit:
  • ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven.
  • hij/zij-perspectief: het verhaal is in de hij- of zij-vorm     geschreven.
  • wisselend perspectief: het perspectief ligt bij meerdere   personen.

Slide 25 - Slide

Stap 7
• Je legt uit of het verhaal chronologisch is. Schrijf dit op in minimaal 2 volledige zinnen. 




Klas 2 KGT: Cursus 3 §3 Tijd

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

tips stap 7
  • Gebruik eventueel de woorden: vertelheden, tijdsprong achteruit = flashback (verleden), tijdsprong vooruit (toekomst). 

Slide 29 - Slide

Stap 8
• Beschrijf de belangrijkste gebeurtenis uit het boek.
• Minimaal 3 volledige zinnen.
• Maak er een tekening bij.

Slide 30 - Slide

tips stap 8
Bijvoorbeeld:
Lynn wordt van haar fiets getrokken en zij weet niet wie dat deed. Ze kan zich niets meer herinneren doordat ze hard op haar hoofd gevallen is. Langzaam komt haar geheugen weer terug en weet ze wie de dader is. (Flashback – Eva Burgers)

 Yoeri mag zijn broer niet meer zien en hij weet niet waarom. Zijn ouders willen hem niets vertellen en doen alsof hij niet meer bestaat. Yoeri schrijft brieven aan zijn broer om te zeggen dat hij hem mist, om te vragen waar hij is en wat er is gebeurd. (Broergeheim – Emiel de Wild)

Slide 31 - Slide

Stap 9
  • De woorden zijn goed gespeld.
  • Je hebt op juiste plaatsen hoofdletters en leestekens gebruikt.
  • In elke zin staat een persoonsvorm en een onderwerp.


Klas 1 KGT: Cursus 6 §1 Volledige zinnen

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

tip stap 9
  • Tip: laat iemand je teksten nalezen voordat je het gaat inleveren. (Mag ook door je docent NE.)

Slide 35 - Slide

Stap 10
• Je muurkrant ziet er netjes en verzorgd uit.
• Je levert je muurkrant op tijd in. 

Slide 36 - Slide

tips stap 10
 Als je handschrift niet zo netjes is, kun je beter de onderdelen in Word typen en opplakken.
 Werk met losse onderdelen die je op de muurkrant plakt. Je kunt dan alleen dat onderdeel opnieuw maken als je een foutje hebt gemaakt.
 Check alle 9 vorige stappen!

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wat je nog moet weten?
  • Materialen krijg je van school.
  • Hulp nodig? Schrijf je in voor maatwerk NE.
  • Lapbook blijft op school, je kunt thuis onderdelen maken en op school erop plakken.
  • Deze LessonUp en het stappenplan kun je vinden in Magister > openstaande opdrachten

Slide 40 - Slide

Tijdpad
  • Februari en maart: je leest het boek tijdens stillezen.
  • April: We delen het papier/karton uit voor je  lapbook. 
  • April: maken lapbook. Eén lesuur per week. 
  •  Lever je lapbook uiterlijk in op vrijdag 26 april
  • Eerder mag natuurlijk ook, maar niet later. 😊

Je maakt je lapbook op school!

Slide 41 - Slide