Mijn proefles

• Rekenen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Het participium in het Latijn

• Deelwoord
• Zingend
• Nadere informatie over een zelfstandig naamwoord 

Het participium in het Latijn

• Drie soorten participia 

1. PPA

• Participium praesens actief ~ onvoltooid deelwoord (zingend)
• Stam + -(e)ns

Het participium in het Latijn

voca- + -ns > vocans (= roepend)

vide- + -ns > videns (= ziend)

audi- + -ens > audiens (= horend)

mitt- + -ens > mittens (= zendend)

faci- + -ens > faciens (= doend, makend)

Het participium in het Latijn

Voorbeeld:

Puellam lacrimantem videmus.

= Wij zien een huilend meisje.

    

                       > congruentie

Het participium in het Latijn

2. PPP

• Participium perfectum passief ~ onvoltooid deelwoord (gezongen)
• Stam + -tus 

Het participium in het Latijn

voca- + -tus > vocatus (= geroepen)

visus (= gezien)

audi- + -tus > auditus (= gehoord)

missus (= gezonden)

fac- + -tus > factus (= gedaan, gemaakt)

> Het aldus gevormde bijvoeglijke naamwoord wordt vervolgens verbogen als bonus.

Het participium in het Latijn

   Voorbeeld:

                Puellam laudatam videmus.

              = Wij zien het geprezen meisje.

   

        > congruentie

Het participium in het Latijn

3. PFA

• Participium futurum actief ~ geen equivalent (canturus = zullende zingen)
• PPP - us + urus

Het participium in het Latijn

vocaturus (= zullende roepen)

visurus (= zullende zien)

auditurus (= zullende horen)

missurus (= zullende zenden)

facturus (= zullende doen)

Het participium in het Latijn

Puellam cantaturam videmus.

= Wij zien het meisje dat zal zingen.

   

            > congruentie

Het participium in het Latijn

Gebruik:

1. Attributief gebruik 
2. Zelfstandig gebruik

Voorbeeld:

Morituri te salutant.

= Zij die zullen sterven groeten u.

     

Het participium in het Latijn

3. predicatief gebruik

Puellam lacrimantem consolamur.

= Wij troosten het huilende meisje / het meisje omdat het huilt.

   

                    > congruentie

Het participium in het Latijn

4. Dominant gebruik

Puella lacrimans homines movet.

= Het huilende meisje / het gehuil van het meisje ontroert de mannen.

              

           > congruentie

Het participium in het Latijn

5. Ablativus absolutus 

• Toen/terwijl/nadat/hoewel/omdat
• Participium = pv
• Naamwoord = ow
• Gelijktijdig en voortijdig

Het participium in het Latijn

Puella lacrimante omnes lacrimare inceperunt.

= Terwijl/omdat het meisje huilde / Door het gehuil van het meisje begonnen allen te huilen.

                          

  

                                  > congruentie