Module 4 Hoofdstuk 2 Verschillende activiteiten deel 2

Module 4
 Hoofdstuk 2 
Verschillende activiteiten deel 2
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Module 4
 Hoofdstuk 2 
Verschillende activiteiten deel 2

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les
individuele activiteiten en groepsactiviteiten
benoemen van verschillende activiteiten

Slide 2 - Slide

Welke activiteiten heb jij de afgelopen week verzorgd op je stage?

Slide 3 - Open question

Doelen

Slide 4 - Slide

Gebruik van technologie
Digitale en technologische middelen zijn steeds belangrijker in de maatschappelijke zorg. Denk aan: 
  •  beeldzorg bij cliënten die zelfstandig wonen;
  •  robotica voor ouderen; 
  • applicaties voor cliënten in de ggz.
heeft veel voordelen  
nadelen: erg kostbaar en voor sommige doelgroepen  lastig om te begrijpen en te gebruiken.

Slide 5 - Slide

Noem een voordeel van technologie in de maatschappelijke zorg

Slide 6 - Open question

Gebruik van technologie
Gamificatie en apps: gamificatie is het aanleren van spelprincipes en speeltechnieken met behulp van een digital spel, een game. Leren door te spelen.

Virtual reality: een computertechniek waarbij het lijkt alsof je in een andere werkelijkheid bent. Met behulp van VR worden situaties nagebootst waar de cliënt bv. bang voor is of zich onzeker bij voelt. Zo kunnen cliënten bijvoorbeeld oefenen met naar buiten gaan of op drukke plekken komen.

Slide 7 - Slide

Gebruik van technologie
Sensortechnologie: monitoren van de cliënt met behulp van een bewegingssensor. Bv apparaatje waarmee continu de bloedsuikerwaarde wordt gemeten. Sensor als de cliënt uit bed komt.

Beeldzorg:  Een gesprek voeren via tablet / videogesprekken met de cliënt. Beeldzorg noemen we ook wel zorg op afstand.

Robotica/domotica: Gebruik van robots. Domotica: deuren en gordijnen die automatisch open gaan.

Slide 8 - Slide

Aandachtspunten verschillende doelgroepen
Observeren: Het is belangrijk om eventuele signalen van onder- en overprikkeling in de gaten te houden. Dat doe je door de individuele cliënt en de groep goed te observeren tijdens de activiteit.

Obstakels: meubels en apparaten kunnen een obstakel zijn, zeker als hier scherpe randen of, gevaarlijke onderdelen aan zitten.
Cliënten met een verhoogd valgevaar geldt, met een visuele of auditieve beperking of cliënten die zichzelf moeilijk voortbewegen, lopen hiermee extra risico.

Slide 9 - Slide

Opdracht:

Verder uitwerken presentatie. 

Slide 10 - Slide

Aan de slag

Module 4
Hoofdstuk 2
Opdracht 7 t/m 11


Slide 11 - Slide