VH Clase 09 al 12 de mayo

1 / 42

Slide 1: Slide

SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

NOG Geen ipads

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Let op!

Slide 5 - Slide

Baa2b

Slide 6 - Slide

Lunes 11 de Abril de 2022

Slide 7 - Slide

¿Qué hora es?

Slide 8 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 9 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Vocabulario tipos de viviendas. Partes de la casa y muebles.
Verbo estar/hay: ¿Dónde está alguien o algo?. (encima, debajo, detrás, delante, al lado/ en un lugar) Verschil: "ser" y "estar".
Pronunciación ja je ji jo ju / ge gi. TAALDORP
DESTREZAS: Lezen

¿Dónde están las llaves? Capítulo 5

Slide 10 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

RECORDAR Vocabulario tipos de viviendas. Partes de la casa y muebles.
BEGRIJPEND LEZEN.
JE HUIS IN SPAANS BESCHRIJVEN

LEERDOELEN

Slide 11 - Slide

Tarea revisar tu

formulario

Slide 12 - Slide

Capítulo 5

MENU DE HOY

Voorkennis:

Uitleg instrucciones. 10'
Thuiswerk evalueren
Theorie: Destrezas boek p 58 lezen opdracht 15'
Oefeningen WB ejercicios 1 y 2 15'
Evalueren en bespreken: 05'
Afsluiten: huiswerk en e ticket. 10'

Ser, estar./ Taaldorp/ uitspraak J

Slide 13 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 14 - Slide

Begrijpend lezen

(Tekstboek oefening 1 y 2)

Lees de tekst aandachtig.
Onderstreep de nieuwe woorden en zoek hun betekenis.
Kies de Spaanse woorden die in uw taal ongeveer hetzelfde worden gespeld.
Beantwoord de vragen.

15'

Slide 15 - Slide

¿Preguntas?

Slide 16 - Slide

Saca tu ipad de la mochila

Er worden twee links geopend:

Online tekstboek en
Lessonup.

Slide 17 - Slide

Ser y estar

Ser = zijn Estar = zijn/zich bevinden

soy

eres

somos

sois

son

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/ellas/ustedes

estoy

estás

está

estamos

estáis

están

Ik ben

Jij bent

Hij/zij/u is

Wij zijn

Jullie zijn

Zij zijn

Herhaal in 1 minuut de 2 rijtjes

timer

1:00

Slide 18 - Slide

Capítulo 5

Slide 19 - Slide

Hoofdstuk 5

WB p. 40 DESTREZAS EJercicios 1 y 2

timer

15:00

Slide 20 - Slide

Capítulo 5:

Estudia el vocabulario Quizlet
Dibuja el mapa de tu casa y escribe los nombres de las habitaciones y muebles.
WB p.40 DESTREZAS ej 1 y 2

TAREA

LIBRO DE TRABAJO/

Werkboek

Slide 21 - Slide

Capítulo 5:

Estudia el vocabulario Quizlet y con el mapa de tu casa.
WB p.40 DESTREZAS ej 3 y 4

TAREA

LIBRO DE TRABAJO/

Werkboek

Slide 22 - Slide

¿Qué hemos aprendido hoy?

Slide 23 - Open question

¿Te ha gustado la clase?

😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Tekstboek

Slide 25 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 4:

Slide 26 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 27 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 28 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 29 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 30 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

Slide 31 - Slide

Werkboek

Slide 32 - Slide

¿Cómo es tu casa? Hoe ziet jouw huis eruit?

Mi casa es… Mijn huis is …

¿Qué hay en tu casa? Wat is er (allemaal) in jouw huis?

En mi casa hay ..... Mijn huis heeft … / In mijn huis staat …

¿Cuántas habitaciones tiene tu casa? Hoeveel slaapkamers zijn in jouw huis?

Mi casa tiene… Mijn huis heeft …

¿Dónde está el cuarto de baño? Waar bevindt zich de badkamer?

Está en la primera planta Die bevindt zich op de eerste verdieping

Slide 33 - Slide

Vamos a revisar el examen.

Laten we de toets controleren

Slide 34 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA

Capítulo 5:

timer

10:00

WB Vocabulario

Ejercicios: 1, 2 y 3

Ben je klaar dan maak ook: 4, 5 en 6.

timer

10:00

Slide 35 - Slide

¿Dónde está la cama?

La cama está en el dormitorio.

¿Dónde está el cuarto de baño?

Waar bevindt zich de badkamer?

Está en la primera planta

Die bevindt zich op de eerste verdieping

Slide 36 - Slide

Dibuja el plano de tu casa con muebles y pon los nombres

Teken de plattegrond van je huis en

schrijf de naam van de meubels

timer

5:00

Slide 37 - Slide

¿Qué hay en el
comedor?

Slide 38 - Mind map

Vocabulario partes de la casa

¿Qué? Bekijk deze video en schrijf woorden die je denkt nodig te hebben voor de Tarea Final op!

¿Tiempo? 8 minutos

Slide 39 - Slide

Completa las frases con la forma correspondiente

¿Qué .......... para merendar?
¿........ y helado?
¿Cuántos alumnos ...... en clase?
Hoy es feriado. Hoy no .... clases.
No ........ manzanas en el refrigerador.

HAY

ER IS

ER ZIJN

Slide 40 - Slide

Mi casa .............. dos baños

hay

tiene

tengo

tienen

Slide 41 - Quiz

En mi casa .............. dos baños

hay

tiene

tengo

tienen

Slide 42 - Quiz

VH Clase 09 al 12 de mayo

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Mind map

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Quiz

More lessons like this

Unidad 5 16 de mayo

Unidad 5 18 de mayo

Hoofdstuk 5 Tekstboek

Unidad 6 xx de junio

VH Clase del 21 - 24 (A) de marzo

Unidad 6 01 de junio

VH Clase 11 de abril / Taaldorp

Vincent van Gogh: Verdadero o falso