Week 2 Lesson 3 Examentekst & Voca

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

learning goals
I understand the correct answers for exam texts F7 & F8

I will have practiced with words A & B examenidioom 


Slide 2 - Slide

SO Tomorrow 
Bring your charged laptop + charger + headphones.

You will make the SO in Woots on your own laptop.

Is everyone able to get into Woots?

Slide 3 - Slide

HDT

Zorg dat je hierheen gaat. Zet nu in je magister agenda wanneer je hierbij aanwezig moet zijn. 

Slide 4 - Slide

What do you remember?


What did we do in previous class?

timer
0:40

Slide 5 - Slide

Wat verwacht ik van jullie?
In de Engels les: probeer zoveel mogelijk Engels te praten.
Op tijd, later dan kom je er niet meer in.
Be mindful, respectful & communicate! 
Respectful: 
  • Hand opsteken als je een vraag hebt.
  • Tassen van de tafel, telefoons wil ik niet zien.
  • eten, kauwgum en naar de wc mag niet, water drinken wel. 

Slide 6 - Slide

Wat verwacht ik van jullie?
  • Laptop en map altijd mee + examenbundel nu ook! 
  • Je houdt je huiswerk bij, gebeurt dit niet en ben je dit te vaak vergeten dan kom je na om werk in te halen. 
  • Je zit in je eindexamen jaar dus zorg dat je je huiswerk bijhoudt, je naar je examentraining gaat, HDT lessen en bijles eventueel als je dit hebt. 

Slide 7 - Slide

SE 3: hoe moet ik leren
Op teams staat een overzicht met alle informatie. 
SE 3 bestaat uit: 
1) kijk/luistervaardigheid
2) examenidioom & leesvaardigheid (120 minuten). Bij het eerste deel mag je geen woordenboek NL-EN & EN-NL, bij deel 2 (lezen) wel. 

Slide 8 - Slide

Quizlet 
Practice with words A & B: 

Open your examenbundel to p. 176-177 text F7 & F8 
so that I can check your homework. 

Slide 9 - Slide

Which text was harder?
F7
F8

Slide 10 - Poll

Examenbundel p. 176-177
timer
1:00
What is this text about? 

Slide 11 - Slide

F7: 20
  • 1) Waar gaat de tekst over? Waar kijk je naar?
  • 2) alinea 1 & 2 lezen
  • 3) We kunnen dus C en B  wegstrepen. Het is niet unique en unusual want het is juist traditioneel. Er wordt niks gezegd over dat hij niet kan rondkomen. 
  • 4) Ja het gaat over influencers MAAR er wordt niet gezegd dat het trending is. Dus.....

Slide 12 - Slide

F7: 21
1) vraag begint met citaat dus we gaan dit citaat onderstrepen in de tekst en zorgen dat we het helemaal begrijpen. 
2) Wat voor emotie heeft Nicchi? "It totally threw me. I'm like this is a 4 dollar item. What are you talking about? 
3) er staat niets over expensive brands en er staat niets over dat hij zelf op instagram zat. Influencers wilden over hem posten op instagram. 

Slide 13 - Slide

F7: 22
1) focus op alinea 4. Wat is de emotie van Nicchi hier? "Less than impressed?"
2) Welke antwoorden staan sowieso niet in de tekst? 

Slide 14 - Slide

F7: 23
1) Wat betekenen deze antwoorden? difficult, expensive, foolish, helpful. 
2) Lees de zin voor en na het gat om te kijken waar het over gaat. 
3) Wat betekent credibility? 

Slide 15 - Slide

F7: 24
1) Evan Asano zoeken in alinea 6-9
2) We zien in alinea 8 But staan dus er volgt een.....?
3)Wat betekent "to diminish?" p.266
4) Wat betekent flooded? 

Slide 16 - Slide

F7: 25
1) Wat deed Nicchi? Waarom deed hij dat? 
2) Lees alinea 10 door. 
3) Welke antwoorden staan sowieso NIET in de tekst?

Slide 17 - Slide

F8 (p. 179-180)

Slide 18 - Slide

F8: 26

Slide 19 - Slide

F8: 26
1) what is savvy?
2) which answers are not literally  mentioned in the text? 

Slide 20 - Slide

F8: 27
1) wat weet je over hem uit alinea 2? 
2) vergelijk dit met de antwoorden
3) welke antwoorden  staat niks over in tekst? 

Slide 21 - Slide

F8: 28
1) is de opsomming positief of negatief? 
2) wat betekenen de antwoorden & positief of negatief? 

Slide 22 - Slide

28: kies bij alinea 3 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden
A
displeasing
B
exciting
C
realistic
D
unoriginal

Slide 23 - Quiz

F8: 29
1) de dikgedrukte woorden zijn belangrijk
2) er staat verderop dus: alinea's ? 
3) waar staan voorbeelden van tijdens?

Slide 24 - Slide

F8: 30
1) wat betekenen de werkwoorden? 
2) wat is het hoofddoel?

Slide 25 - Slide

32-1
32-2
32-3
calling
challenge
concentration
expertise
recommendation

Slide 26 - Drag question

Quizlet / Gimkit

Slide 27 - Slide

What would you like to practice more in class for SE3?

Slide 28 - Open question