- Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
- Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek.
Huiswerk
Maken §12.2 opdracht 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11
Verminderde opdrachten 1,2,4,6,7,8,10
Klaar? Nakijken
Daarna maak je §12.6 of je gaat naar biologiepagina.nl of je maakt een begrippenlijst van §12.2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom
- Boek, schrift, pen/potlood op tafel.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §12.2 Het zit in de familie les 1
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe aandoeningen overerven.
- Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
- Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek.
Huiswerk
Maken §12.2 opdracht 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11
Verminderde opdrachten 1,2,4,6,7,8,10
Klaar? Nakijken
Daarna maak je §12.6 of je gaat naar biologiepagina.nl of je maakt een begrippenlijst van §12.2
Slide 1 - Slide
Hebben deze mensen hetzelfde genotype en fenotype?
A
Zelfde genotype / zelfde fenotype
B
Zelfde genotype / verschillend fenotype
C
Verschillend genotype / zelfde fenotype
D
Verschillend genotype / Verschillend fenotype
Slide 2 - Quiz
Homozygoot
Homozygoot
Homozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Dominant
Dominant
Dominant
Recessief
Recessief
Recessief
Slide 3 - Drag question
Hoe krijg je een erfelijke aandoening?
Erfelijke aandoeningen: veroorzaakt door foutjes in de genen.
Monogeen: erfelijke aandoening bepaald door één gen (bv albinisme)
Drager: mensen die één recessief allel bij zich dragen en niet ziek zijn.
Slide 4 - Slide
Recessief overervende ziekte
- Als beide ouders heterozygoot zijn voor een eigenschap (bv Aa + Aa)
- Als de ziekte niet tot uiting komt, noem je het ziekmakende allel 'recessief' (bv 'a')
-> Is dochter ziek, dan is zij 'aa'.
Slide 5 - Slide
Dominant overervende ziekte
- Als één van de ouders heterozygoot is, andere ouder homozygoot (recessief) is.
- Kind dat gezond is móet wel 'aa' zijn. Dominant krijg nl altijd hoofdletter. Dus kind dat Aa is, is óók ziek.
Slide 6 - Slide
Iemand die wel het gen voor de zieke hypofosfatase bezit maar zelf niet ziek is, wordt een drager genoemd.
Is Stephanie een drager? En Henry?
A
Alleen Stephanie is een drager.
B
Alleen Henry is een drager.
C
Stephanie en Henry zijn beiden drager.
D
Stephanie en Henry zijn beiden geen drager.
Slide 7 - Quiz
Weinig kleurenblinde meisjes
Geslachtsgebonden recessieve overerving: als een aandoening veroorzaakt wordt door een gen op het X-chromosoom en recessief is. -> Vrouw heeft nog een ander X-chromosoom om 'te compenseren', dus mannen met x-chromosomale aandoening komt vaker voor.
Noteren van geslachtsgeb.eigenschap:
voorbeeld: XA en Xa.
Slide 8 - Slide
X-chromosomale afwijking -> voorbeeld
Voorbeeld: op Y-chromosoom zitten geen allelen voor de eigenschap kleurenblindheid.
Zie afbeelding hiernaast.
- Genotype vader met dominante allel noteer je als XAY. (niet kleurenblind)
- Genotype van moeder noteer je als XAXa. (drager)
meisje kan alleen kleurenblind zijn als vader kleurenblind is en moeder drager.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Maken
Maken §12.2 opdracht 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11
Verminderde opdrachten 1,2,4,6,7,8,10
Klaar? Nakijken
Daarna maak je §12.6 of je gaat naar biologiepagina.nl of je maakt een begrippenlijst van §12.2
- Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
- Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek.
Huiswerk
Maken §12.2 opdracht 13,14,15,16,18,19,20
Verminderde opdrachten 15,16,19,20
Klaar? Nakijken
Daarna maak je §12.6 of je gaat naar biologiepagina.nl of je maakt een begrippenlijst van §12.2
Slide 13 - Slide
Waarvoor gebruik je een stamboom?
Stamboom: overzicht van een familie waarin je de fenotypen van elk persoon voor een bepaalde eigenschap noteert.
Slide 14 - Slide
Wanneer laten ouders een stamboomonderzoek doen?
Een stamboom geeft informatie over hoe een eigenschap overerft.
Erfelijkheidsvoorlichters gebruiken stambomen om een advies te kunnen geven aan mensen die een erfelijke aandoening in de familie hebben.
Slide 15 - Slide
Uitlegfilmpje
Helder verhaal!
Slide 16 - Slide
Twee witte Leghorns worden met elkaar gekruist. De stamboom geeft de resultaten van deze kruising weer. Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide hebben genotype AA
B
Beide hebben genotype aa
C
Beide hebben genotype Aa
D
Eén van beide heeft genotype AA, de ander Aa.
Slide 17 - Quiz
Bekijk de stamboom hiernaast voor de eigenschap links- en rechtshandigheid. De witte symbolen stellen linkshandige personen voor en de zwarte symbolen rechtshandige. Kun je aan de hand van deze stamboom zeggen welk allel dominant is? Licht je antwoord toe.
Slide 18 - Open question
Bepaal het genotype van alle leden van de stamboom. (Tip: Vierkant is man, Rondje is vrouw)
Slide 19 - Open question
Aan de slag
Maken §12.2 opdracht 13,14,15,16,18,19,20
Verminderde opdrachten 15,16,19,20
Klaar? Nakijken
Daarna maak je §12.6 of je gaat naar biologiepagina.nl of je maakt een begrippenlijst van §12.2