renaissance

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

renaissance
1. Artikel: 6 juni
2. Leeskring: 13 juni
    Denk aan je verslag
3. Renaissance Warenar PW vanaf bladzijde 42 
Laagland boek B.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

opdrachten
Opdracht 1 samen of alleen.
Opdracht 2
Opdracht 3
Klaar? 
Ga lezen/ ga aan je leesverslag/ga aan je uiteenzetting

Slide 5 - Slide

Achtergrond van het tweede toneel

De scène speelt zich af in een periode waarin Amsterdam een enorme groei doormaakte, mede door de toestroom van vluchtelingen en handelaren uit het zuiden na de val van Antwerpen in 1585. Deze migratie bracht zowel economische voorspoed als sociale onrust met zich mee. In het toneelstuk beweren Jan, een geboren Amsterdammer, en Andries en Harmen, dat immigranten deze spanningen veroorzaken. Hun dialoog onthult onderliggende gevoelens van wantrouwen en rivaliteit tussen de oorspronkelijke bewoners en de nieuwkomers.

Slide 6 - Slide

Jan uit zijn zorgen over de invloed van vreemdelingen op de traditionele Amsterdamse waarden:
"Jan Knol: Lang zo slecht niet, kun je beter zeggen. Want met die lui van buiten kregen we hier in de buurt veel doortrapte schavuiten. Want wat de vreemdelingen hier naartoe hebben gebracht of gehaald, dat moet, verdorie, veel te duur door ons worden betaald. De ouderwetse degelijkheid waar wij zo vaak van spreken, is onder al dat nieuwe bedrog vrijwel bezweken." 
Andries daarentegen benadrukt de economische voordelen die de nieuwkomers hebben gebracht:
"Wie brachten hier bedrijvigheid en handel? Dat waren wij!" 
Deze uitwisseling illustreert de complexiteit van de sociale dynamiek in het toenmalige Amsterdam, waarbij economische groei hand in hand ging met culturele en sociale frictie.





Slide 7 - Slide

Bredero's boodschap
Bredero gebruikt deze scène om de hypocrisie en vooroordelen van zowel de autochtone bevolking als de immigranten te bekritiseren. Hoewel Jan klaagt over de negatieve invloeden van vreemdelingen, is hij zelf niet vrij van zonden. Bredero's satire richt zich op de menselijke neiging om anderen de schuld te geven voor maatschappelijke problemen, terwijl men zelf ook bijdraagt aan diezelfde problemen.
Door deze karakters en hun interacties te presenteren, biedt Bredero een kritische blik op de samenleving van zijn tijd, waarbij hij de toeschouwer uitnodigt om na te denken over vooroordelen, integratie en de ware aard van morele superioriteit.

Slide 8 - Slide

De val van Antwerpen
De val van Antwerpen in 1585 was het gevolg van een militaire belegering door de Spaanse troepen onder leiding van Alexander Farnese, hertog van Parma. Het was een belangrijk keerpunt in de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648), de opstand van de Nederlandse gewesten tegen het Spaanse gezag.

Slide 9 - Slide

Oorzaken van de val van Antwerpen

De Tachtigjarige Oorlog
De Noordelijke Nederlanden kwamen in opstand tegen het autoritaire bestuur van de Spaanse koning Filips II.
Antwerpen was een rijke handelsstad in de Zuidelijke Nederlanden (nu België), en werd een belangrijk doelwit.

Religieuze spanningen
Antwerpen kende veel protestantse invloed, terwijl Spanje fel katholiek was.
De stad had zich aangesloten bij de opstand tegen Spanje.

Strategische ligging
Antwerpen lag aan de Schelde, een cruciale waterweg. Wie de Schelde beheerste, beheerste een groot deel van de handel.

Slide 10 - Slide


Belegering en val (1584–1585)

In 1584 begon Farnese (Spaans veldheer) met een langdurige belegering van Antwerpen.

Hij bouwde een sluiting over de Schelde met een brug van boten en drijvende forten, waardoor de stad werd afgesneden van hulp over water.

Pogingen van de geuzen (opstandelingen) om de blokkade te breken mislukten.

In augustus 1585 moest de stad zich overgeven na hongersnood en uitputting.

Slide 11 - Slide

Gevolgen van de val
Massale emigratie van protestanten
Tienduizenden protestantse inwoners vluchtten naar het noorden (vooral naar Amsterdam, Leiden, Haarlem).
Dit leidde tot een brain drain uit het zuiden en een bloei van de Noordelijke Nederlanden.
Economische verschuiving
De handel verplaatste zich van Antwerpen naar steden als Amsterdam, dat daarna sterk begon te groeien.
Schelde afgesloten
De Republiek blokkeerde de Schelde om Antwerpen economisch lam te leggen — iets wat tot in de 19e eeuw duurde.

Slide 12 - Slide