les 6: ontstaan en verspreiding Islam

Les 6: KA's ontstaan en de verspreiding van de Islam
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 6: KA's ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 1 - Slide

1 t/m 9?
noteerde ka's in je schrift

Slide 2 - Slide

- levenswijze jagers en verzamelaars
- verspreiding christendom 
- groei romeins imperium 
- ontwikkeling wetenschappelijk denken en politiek en burgerschap in Griekse polis
- ontstaan landbouw en landbouwsamenleving
- confrontatie Grieks-Romeinse cultuur en Germaanse cultuur
- ontstaan stedelijke samenlevingen
- ontwikkeling christendom en jodendom, monotheïstisch
- klassieke vormentaal

welk tijdvak? welke jaartallen?

Slide 3 - Slide

levenswijze jagers en verzamelaars
verspreiding christendom 
groei romeins imperium 
ontwikkeling wetenschappelijk denken  en politiek en burgerschap in Griekse polis
ontstaan landbouw en landbouwsamenleving
confrontatie Grieks-Romeinse cultuur en Germaanse cultuur
ontstaan stedelijke samenlevingen
ontwikkeling christendom en jodendom, monotheïstisch
- klassieke vormentaal

Jagers en boeren (tot 3000 v.chr)
Grieken en Romeinen (3000 v.chr - 500 n.chr)
Ridders en monniken (500 - 1000 n.chr)

Slide 4 - Slide

de oudheid

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

, doordat...  /  , zodat... / , omdat... / , waardoor... / , wat wordt afgebeeld door... / , wat past... / , terwijl... / , waarmee... / , want.... / , waaruit blijkt... / , waarbij...

Slide 8 - Slide

1. vul in 2-tallen het schema in. gebruik 9 vd 12 begrippen.

2. pak het vragenblad en beredeneer je invulling

3. zoek een ander 2-tal en wissel uit. kom tot een overeenkomst

Slide 9 - Slide

timer
0:30
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en politiek in de Griekse stadstaat.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

Slide 10 - Drag question

Bij welke twee kenmerkende aspecten past de afbeelding van een aquaduct uit Frankrijk?
A
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en denken over burgerschap in de Griekse stadstaat.
B
Klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
C
Groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
D
De confrontatie van de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van noordwest Europa.

Slide 11 - Quiz

Vul de ontbrekende woorden op de stippellijn in:
‘Bij een … wordt de staat geleid door een groep aanzienlijken, als een vorst het hoofd van het bestuur is, spreek je van een … .
A
aristocratie, monarchie
B
oligarchie, tirannie
C
oligarchie, dictatuur
D
democratie, imperium

Slide 12 - Quiz


Welke bewering is onjuist?
A
Als het Romeinse rijk een keizerrijk wordt, begint een periode van rust, de pax romana.
B
Romeinen konden meedogenloos zijn naar vijanden, maar respecteerden vaak godsdienst en cultuur van andere volkeren.
C
Door de verovering van Griekenland ontstond een mengcultuur en werden Grieken geromaniseerd.
D
De volksverhuizingen vanaf de 4e eeuw was één van de reden voor de val van het West-Romeinse rijk.

Slide 13 - Quiz

Na de splitsing van het Romeinse rijk in een westelijk en oostelijk gedeelte, bleef het Oost-Romeinse rijk nog lang bestaan. Uiteindelijk werd het oosten veroverd door de Turken.
Wanneer was dit?

A
476
B
830
C
1453
D
1555

Slide 14 - Quiz


Vul de ontbrekende woorden in:

Romeinen noemden de Germanen ….. ; er was sprake van minachting voor hun cultuur, maar ook bewondering voor hun vechtkunst. 
Na de slag bij Teutoburgerwoud in 9 n.C. trokken de Romeinen zich terug achter de Rijn en werd dit de ….. in het noorden.

A
Barbaren, limes
B
Bondgenoten, hoofdstad
C
Broeders, grens
D
Vijanden, legerplaats

Slide 15 - Quiz

De Bataafse leider Julius Civilis kwam in opstand tegen de Romeinen. Hij riep de Bataven bijeen in een heilig woud, men zwoer elkaar eeuwige trouw en besloot Romeinse legerplaatsen aan te vallen.

Bij welk kenmerkend aspect past deze gebeurtenis?
A
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur.
C
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde.
D
De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 16 - Quiz

Welke jaartallen horen bij de tijd van Grieken en Romeinen?


A
3000 v.C. – 500 n.C.
B
500 – 1000
C
0 – 500 n.C.
D
tot 3000 v.C

Slide 17 - Quiz

Tijdvak 3
 Tijd van MONNIKEN EN RIDDERS

Slide 18 - Slide

gedaan in les 4!

Slide 19 - Slide

opdracht: teken de kaart over de verspreiding van de Islam na.
- groepjes van 4
- 5 x 20 seconden de tijd om te kijken. 

Slide 20 - Slide

opdracht: teken de kaart over de verspreiding van de Islam na.
- groepjes van 4
- 5 x 20 seconden de tijd om te kijken. 
- Vragen 1 t/m 6 maken
- gebruik het boek samengevat

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Oorzaken voor de snelle verspreiding

  • Moslims vormden een eenheid
  • Aangrenzende rijken (Perzische en het Byzantijnse) zijn zwak en hierdoor gemakkelijk te veroveren
  • goede ruiters / paarden
  • Jihad (plicht om geloof te verspreiden)
  • Islam aantrekkelijk als monotheïstische godsdienst voor stammen/volken
  • Tolerant t.o.v. christenen en joden 


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

2p
1p

Slide 31 - Slide

10
 t/m 10
21 t/m 25

Slide 32 - Slide