Los Números 0-1000

Información general
Di 6 en woe 7 december geen Spaans les i.v.m. examens jaar 3

Vanaf deze week houden we ons aan de op tijd-kom-regels: 
Les om 08.30 / 09.00 uur = max 15 min te laat & andere lessen max 5 min
Kom je later, kom je de les niet meer in (afwezig)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Información general
Di 6 en woe 7 december geen Spaans les i.v.m. examens jaar 3

Vanaf deze week houden we ons aan de op tijd-kom-regels: 
Les om 08.30 / 09.00 uur = max 15 min te laat & andere lessen max 5 min
Kom je later, kom je de les niet meer in (afwezig)

Slide 1 - Slide

Los números de 0-1000

Slide 2 - Slide

Cuenta del 0 al 10
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Cuenta del 11 al 20
timer
2:00

Slide 5 - Open question


Once
Doce
Trece
Catorce
Quince
Dieciséis
Diecisiete
Dieciocho
Diecinueve
Veinte

Slide 6 - Slide

 20 tot 29
De laatste ‘e’ van ‘veinte’ wordt een ‘i’, je plakt daar het 2e cijfer aan vast en het geheel wordt één woord zonder spaties. 
21 = Veintiuno
24 = Veinticuatro


Slide 7 - Slide

Continuamos...
veintiuno
veintidos
veintitrés
veinticuatro
Weet jij nu hoe het verder moet? (tot 29)

Slide 8 - Open question

Tientallen
10 - diez                         60 - sesenta
20 - veinte                    70 - setenta
30 - treinta                   80 - ochenta
40 - cuarenta              90 - noventa
50 - cincuenta           100 - cien > vanaf 101 gebruik je ciento

101 - 199 = ciento
156 = ciento cincuenta y seis

Slide 9 - Slide

30 tot 100
Vanaf 30 gebruik je de volgende werkwijze:
tiental - y - getal 1 tot 10 

39 = treinta - y - nueve
56 = cincuenta - y - seis

Slide 10 - Slide

EJEMPLOS

veintiuno
treinta y dos 
cuarenta y tres 
cincuenta y cuatro 
VOORBEELDEN 

21
32
43
54

Slide 11 - Slide

MÁS EJEMPLOS

sesenta y cinco
setenta y seis 
ochenta y siete 
noventa y ocho
MEER VOORBEELDEN 

65
76
87
98

Slide 12 - Slide

Zet de getallen op de juiste volgorde
ochenta
cien
cincuenta
treinta
veinte
cuarenta
sesenta
noventa
setenta

Slide 13 - Drag question

Kies het antwoord waarbij de getallen in de juiste volgorde staan.
A
55-78-68-92-16-15
B
55-78-68-92-17-15
C
55-68-78-92-17-15
D
15-78-68-92-17-55

Slide 14 - Quiz

Los números 100-1000

100  cien/ciento (>100)            600  seiscientos
200  doscientos                          700  setecientos
300  trescientos                         800 ochocientos
400  cuatrocientos                    900  novecientos
500  quinientos                           1000 mil

Slide 15 - Slide

Los números 100-1000
Zie ook afbeelding in libro de texto, pág. 33

Precies 100 = cien

Als er achter 100 iets komt = ciento 

Voorbeeld: 
105 = ciento cinco


Slide 16 - Slide

Los números desde cien
1. Vanaf 200 schrijf je honderdtallen aan elkaar in één woord:
  •  doscientos, trescientos, etc.. (altijd meervoud)

2. Bij de honderdtallen zijn er 3 afwijkingen in spelling: 
  • 500 = QUINIENTOS 
  • 700 = SETECIENTOS 
  • 900 = NOVECIENTOS 

3. Honderdtallen zowel mannelijke en vrouwelijke vorm afhankelijk van het zelfstandig nmw
  • cuatrocientos euro
  • cuatrocientas personas

Slide 17 - Slide

Los números 100-1000
Tussen honderdtallen en tientallen géén "y"! 

Alleen "y" tussen tientallen & eenheden

Dus! 
55 = cincuenta y cinco                  155 = ciento cincuenta y cinco
110 = ciento diez                                902 = novecientos dos





Slide 18 - Slide

Verbind de juiste honderdtallen aan elkaar 
348
512
823
649
251
doscientos cincuenta y uno
trescientos quarentiocho
quinientos  doce
seiscientos cuarenta y nueve
doscientos cincuenta uno
trescientos cuarenta y ocho
ochocientos veintitrés
seiscientos quarenta y nueve

Slide 19 - Drag question

¿Preguntas?
¿

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Hoe goed ken je nu de cijfers 0-1000?
0100

Slide 22 - Poll