Verkenning van Activiteiten: Van Dagbesteding tot Zelfzorg

Verkenning van Activiteiten: Van Dagbesteding tot Zelfzorg
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verkenning van Activiteiten: Van Dagbesteding tot Zelfzorg

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verschillende soorten activiteiten onderscheiden en hun rol in dagbesteding en pedagogisch werk uitleggen.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over verschillende soorten activiteiten?

Slide 3 - Mind map

Wat zijn Activiteiten?
Activiteiten zijn bezigheden die mensen ondernemen. Ze kunnen variëren van vaste routines tot spontane vrijetijdsbesteding.

Slide 4 - Slide

Soorten Activiteiten
Er zijn vaste, dagelijkse, doelgerichte en vrije activiteiten. Elk heeft een unieke rol en betekenis.

Slide 5 - Slide

Dagbesteding
Dagbesteding omvat werk, scholing en vrije tijd. Het is belangrijk voor persoonlijke ontwikkeling en welzijn.

Slide 6 - Slide

Activiteiten in het Pedagogisch Werk
Pedagogische activiteiten zijn creatief, cultureel, educatief, expressief, sportief of gericht op zelfzorg.

Slide 7 - Slide

Creatieve en Culturele Activiteiten
Creatieve activiteiten stimuleren verbeelding; culturele activiteiten bevorderen begrip van tradities.

Slide 8 - Slide

Educatieve en Expressieve Activiteiten
Educatieve activiteiten bevorderen leren; expressieve activiteiten helpen bij zelfexpressie en emotionele ontwikkeling.

Slide 9 - Slide

Sport, Spel en Zelfzorg
Sport en spel verbeteren fysieke fitheid; zelfzorgactiviteiten ondersteunen mentale gezondheid en welzijn.

Slide 10 - Slide

Eindopdracht: Bordspel of Kwartet
Ontwerp een bordspel of kwartet dat verschillende soorten activiteiten behandelt. Gebruik de place-mat methode voor brainstormen.

Slide 11 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question