le vendredi 3 décembre

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Programme
* voorbereiding vragen en eerste foto af
* uitleg bijwoord
* oefenen met grammatica trainer en opdracht 47
* werken aan MO of taak




Slide 2 - Slide

Het bijwoord

Slide 3 - Slide

Bijwoord (1)
Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord?

Exemple:
Een beleefde jongen.            Un garçon poli.
Hij groet beleefd.               Il salue poliment.

Slide 4 - Slide

Bijwoord (2)
Een bijwoord zegt iets over:
- een werkwoord          il skie bien
- een bijvoeglijk nw              un très bon skieur
- een ander bijwoord        il skie vraiment bien


Slide 5 - Slide

Bijwoord (3)
Hoe maak je een bijwoord in het Frans?
Gebruik het bijvoeglijk naamwoord!

1) Eindigt het bijv. nw op een klinker?
 bijv. poli > poliment
2) Eindigt het bijv. nw op een medeklinker?
bijv. lent > lente > lentement


Slide 6 - Slide

Wat is het juiste bijwoord?
vrai > ......

Slide 7 - Open question

Wat is het juiste bijwoord?
heureux > ......

Slide 8 - Open question

Wat is het juiste bijwoord?
premier > ......

Slide 9 - Open question

Wat is het juiste bijwoord?
aimable > .........

Slide 10 - Open question

Bijwoord (4)
Let op de volgende uitzonderingen:

Un bon photographe > Il photographie bien                (goed)
Un mauvais photographe > Il photographie mal          (slecht)
Un meilleur photographe > Il photographie mieux       (beter)

Hier is het bijwoord dus zonder '-ment'

Slide 11 - Slide

Sleep de woorden naar de goede plek!
goed
slecht
beter
mal
bon
mieux
meilleur
bien
mauvais

Slide 12 - Drag question

Maintenant
Leçon 4 opdracht 47 maken in je wb
Oefenen met grammatica trainer
Werken aan MO
Werken aan de taak

Slide 13 - Slide

Les devoirs
* Opdrachten van leçon 4 afmaken (zie vorige lessen)
* Werken aan MO
* Werken aan de taak (alleen H3B niet)




Slide 14 - Slide