C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN

1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide



Wat gaan we doen vandaag?

Doel van de les=homofone werkwoordsvormen

10 minuten stil lezen
Indien gemaakt, opdrachten bespreken
Start nieuw onderwerp
Aan het werk
 

Telefoon in de kluis?  Chromebook in de tas

Slide 3 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

In deze les leer je werkwoordsvormen spellen die hetzelfde klinken, maar anders gespeld worden.



Slide 4 - Slide

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN
Bekijk de volgende zinnen:
Op een moeilijke vraag antwoord ik nooit direct, terwijl Rob altijd meteen antwoordt.
Volgens de lerares Frans antwoord jij vaak voor je beurt.
Op onze feesten gebeurt vaak wel iets leuks, maar deze keer is er niets gebeurd.

In deze zinnen zijn de werkwoordsvormen antwoordt en antwoord en gebeurt en gebeurd verschillend gespeld, hoewel ze hetzelfde klinken. 

Zulke werkwoordsvormen noemen we homofone werkwoordsvormen. ‘Homofoon’ betekent ‘gelijk van klank’.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN
d of dt?
De keuze tussen d en dt komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) van werkwoorden met in de infinitief een d voor de uitgang en (antwoorden, landen, redden). 

De keuze tussen d of t komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd): gebeurt, verdient (pvtt) en gebeurd, verdiend (vd). 
Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang en niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit, zoals gebeuren en verdienen. 

Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.

Slide 7 - Slide

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN
zie:Handig!
blz. 298

Slide 8 - Slide

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN
Bekijk nu de volgende zinnen, waarin ook sprake is van homofone werkwoordsvormen:
We zouden om 9.00 uur landen (inf), maar door de meewind landden (pvvt) we eerder.
Veel jongeren wachten (pvtt) / wachtten (pvvt) jarenlang op een woning.
Laden (pvtt) / Laadden (pvvt) de vluchtelingen hun bezittingen op een aanhangwagen?
Danny ontblootte (pvvt) zijn arm en toonde op die ontblote (bn) arm zijn tattoo.
De kok bereidde (pvvt) de soep en de ober bracht de bereide (bn) soep naar de gasten.

Slide 9 - Slide

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN
de(n) of dde(n), te(n) of tte(n)?
De keuze tussen één of twee d’s of t’s komt voor bij zwakke werkwoorden met in de infinitief een d of t voor de uitgang en (misleiden, richten). 
Er zijn twee lastige gevallen:
Er is verschil tussen de infinitief (inf) of de persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud (misleiden, richten) en de persoonsvorm verleden tijd meervoud (misleidden, richtten).

Bij werkwoorden die beginnen met be, ge, her, mis, ont en ver is er ook verschil tussen de persoonsvorm verleden tijd enkelvoud (De handelaar misleidde de klant) en het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord (bn): de misleide klant.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 12 - Slide

Aan de slag

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz. 
opdracht- opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 15 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Maken weektaak:
 
Werkwoordspelling
§14 homofone werkwoorden
Oefenen met opdracht 1 t/m 5 blz. 268 t/m 269



Al het maakwerk is leerwerk.
Als je de theorie niet snapt, kun je de opdrachten ook niet (goed) maken. 







Slide 16 - Slide

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN
Maandag 12 mei heb je je leesboek uit.


s.o. Taal (2x)
- §5 beeldspraak
- §6 uitdrukkingen en collocaties

Slide 17 - Slide

C7-SPELLING-§14 HOMOFONE WERKWOORDSVORMEN

Slide 18 - Slide