20 MTL herhaling 9.1 t/m 9.3 + rest van het hoofdstuk

1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Rekenen
Terugkomen op het huiswerk.

Slide 2 - Slide

Programma
15 min instructie 
20 min werken aan paragraaf 9.4 +9.5
15 min vragen bespreken

Slide 3 - Slide

Lesdoelen

- Je leert voorvoegsels bij maten
- Je leert een aantal andere maten, zoals temperatuur, snelheid en geheugenomvang


Slide 4 - Slide

Wat is de juiste volgorde van licht naar zwaar?
A
iPad, reep, stiften, puntenslijper
B
puntenslijper, stiften, iPad, reep
C
puntenslijper, stiften, reep, iPad
D
stiften, puntenslijper, reep, iPad

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van zwaar naar licht.
A
zitzak, fiets, spacescooter, laptop
B
laptop, spacescooter, zitzak, fiets
C
fiets, zitzak, laptop, spacescooter
D
fiets, zitzak, spacescooter, laptop

Slide 6 - Quiz

Eenheden van tijd
1 millennium = 1 000 jaren
1 eeuw        = 100 jaren
1 jaar         = 4 kwartalen
1 jaar         = 12 maanden
1 jaar         = 52 weken
1 jaar         = 365 of 366 dagen
1 kwartaal   = 3 maanden
1 kwartaal   = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartieren
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden

Slide 7 - Slide

Hoe kom je aan het antwoord?

Slide 8 - Slide

Op deze toegangsticket staat dat het concert om 22:38 uur begint. het concert eindigt om 01:14 uur.
a. Hoe lang duurt het concert in minuten?

Slide 9 - Slide

Op deze toegangsticket staat dat het concert om 22:38 uur begint. het concert eindigt om 01:14 uur.
a. Hoe lang duurt het concert in minuten?
22:38 tot 23:00 = 22 minuten
23:00 tot 01:00 = 120 minuten
01:00 tot 01:14 = 14 minuten
Totaal 156 minuten

Slide 10 - Slide

Analoge en digitale klok
AM = voor de middag
PM= na de middag

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Paragraaf 9.3
Denk logisch na, bij het maken van deze opdrachten. 
Neem je je tijd.
Een ton kan zijn in KG of in geld. Maar het is niet hetzelfde
€ 100.000,-
1000 kg

Slide 13 - Slide

Omrekenen van gewicht

Slide 14 - Slide

Kilo = 1000          mega= 1000 000      giga = 1 miljard
Bytes  - KiloBytes-     MegaBytes -    GigaBytes      -  TerraBytes
Volt
Hertz
Tekst

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Mind map

referentiematen en schattend rekenen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Check in duo's (waarom dan...)
  1. Ga aan de slag met paragraaf 9.4 + 9.5 
  2. overleg eventueel met elkaar
  3. Beide klaar check elkaar werk 
  4. Of...... ieder een vraag en meteen checken
timer
20:00

Slide 19 - Slide

Een foto is gemiddeld 4,35 MB groot.

Rond je antwoord af op een geheel getal.
Anna heeft een fototoestel met
deze geheugenkaart.

Hoeveel foto's kan ze maken
A
3678,16
B
3679
C
3678
D
3,6

Slide 20 - Quiz

Evaluatievraag:
Op deze manier les krijgen vind ik

Slide 21 - Open question

Hebben we huiswerk voor volgende week?
Samenvatting van de les

Slide 22 - Slide

Omschrijf deze les in 3 woorden

Slide 23 - Mind map

Omrekenen van lengte

Slide 24 - Slide

Omrekenen van inhoud.

Slide 25 - Slide