Propaganda en communicatie, 9.4

1. Sleep de begrippen naar de juiste plek.
2. Zet het         bij de aanleiding van de oorlog.

Militarisme
Bondgenoten
Nationalisme
Moordaanslag
Modern imperialisme
1 / 18
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1. Sleep de begrippen naar de juiste plek.
2. Zet het         bij de aanleiding van de oorlog.

Militarisme
Bondgenoten
Nationalisme
Moordaanslag
Modern imperialisme

Slide 1 - Drag question

In 1929 stortte de wereldhandel in. Wat ging er mis? 
→Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. 
De bedrijven hebben minder personeel nodig. Daarom ontslaan ze veel mensen.
De bedrijven en fabrieken hebben grote voorraden, groter dan ze kunnen verkopen.
De bedrijven gaan minder produceren. 
De bedrijven verkopen steeds minder. Veel bedrijven gaan hierdoor failliet.
De ontslagen mensen hebben weinig geld en kopen geen luxe dingen.

Slide 2 - Drag question

Schrijf alles op wat je nog weet over de totalitaire regimes!

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Propaganda??
- Reclame maken voor politieke ideeen. 
- Is een opzettelijke, systematische poging om percepties te vormen, gedachten te manipuleren, en gedrag te sturen, om tot een respons te komen die  in de kaart speelt van de propagandist.
- Is een vorm van informatie die inspeelt op onze onzekerheden en angsten. 

Slide 11 - Slide

- Reclame maken voor politieke ideeen. 
-Is een opzettelijke, systematische poging om percepties te vormen,
gedachten te manipuleren, en gedrag te sturen, om tot  een respons te komen die  in de kaart speelt van de propagandist.
- Is een vorm van informatie die inspeelt op onze onzekerheden en angsten. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Propaganda spreekt een publiek normaal aan wanneer het:
a. Sterke emoties oproept
b. Op de noden van het publiek inspeelt
c. Informatie en ideeën vereenvoudigt
d. Tegenstanders aanvalt

Slide 16 - Slide

Propaganda is ...

Slide 17 - Open question

Zoek een afbeelding van nazi -, sovjet - of fascistische propaganda waarin duidelijk een daarbij horend totalitair kenmerk te herkennen is.

Slide 18 - Open question