Kapitel 4 - Lektion 2 + uitleg presentatie

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

Slide 1 - Slide

Welke keuzevoorzetsels ken je? (9 stuks)

Slide 2 - Open question

Ziele: 
Kapitel 4, Lektion 2: Lesen: Ik kan beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen.
Aussprache: Ik kan de ich-, ach- en chs-klank uitspreken.
Grammatik: Ik kan de keuzevoorzetsels toepassen (S.22).

+ uitleg presentatie 

Slide 3 - Slide

Grammatik C: 
Wechselpräpositionen mit einer Zeit 

Ik ben over een uur thuis = Ich bin IN einer Stunde zu Hause. 

Slide 4 - Slide

Teil 2 
over een week = in einer Woche (v)
in mei = im Mai
voor 3 april = vor dem dritten April
een maand geleden = vor einem Monat (m)
op een dinsdag = an einem Dienstag
op 1 oktober = am ersten Oktober 

Slide 5 - Slide

Uitleg presentatie
In week 13 / 14 heb je twee cijfermomenten

- Toets Kapitel 4
- Presentatie 

Slide 6 - Slide

Je hebt twee keuzes: 
Thema 1 – Mein Lieblingsbuch

˗ Leid je monoloog in. 
˗ Wat is je lievelingsboek? Leg uit waarom.
˗ Tot welk genre behoort het boek?
˗ Waar gaat het boek over? 
˗ Wie is de hoofdpersoon van het boek?
˗ Hoe ziet de hoofdpersoon er volgens jou uit? Geef minstens drie kenmerken.
˗ Wie is de auteur van het boek?
˗ Wat weet je over de auteur? Noem twee dingen.
˗ Is het boek een bestseller?
˗ Wat vind je goed aan het boek? 
˗ Wat vind je minder goed aan het boek? Leg je antwoord uit.
˗ Sluit je monoloog af.

Slide 7 - Slide

Thema 2: Thema 2 – Mein Idol


Kies een zanger, sporter of acteur die jouw grote idool is.
˗ Leid je monoloog in.
˗ Wie is je idool? Leg uit waarom.
˗ Wat is het beroep van je idool?
˗ Noem twee weetjes over je idool.
˗ Hoelang ben je al fan?
˗ Hoe ziet je idool eruit? Geef minstens drie kenmerken.
˗ Heb je je idool weleens in het echt gezien? Wanneer of waarom niet?
˗ Is je idool goed in wat hij/zij doet?
˗ Wat kan je idool minder goed? Leg je antwoord uit.
˗ Sluit je monoloog af.

Slide 8 - Slide

Stappenplan: 
1. Kies een thema --> doorgeven
2. Schrijf een script ( eerst NL mag ) 
3. Feedback vragen aan docent
4. Bereid je voor op het monoloog. Je monoloog duurt 8 - 10 minuten. 
5. Bereid je voor op vragen na het monoloog. 

Slide 9 - Slide

Succes!

Slide 10 - Slide