Cellen en Functie

Vandaag
Cellen indelen
Cel onderdelen
Cel functies
1 / 66
next
Slide 1: Slide
BiologySecondary Education

This lesson contains 66 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
Cellen indelen
Cel onderdelen
Cel functies

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het eind van de les kan jij:
Beschrijven dat cellen aan de basis staan van organismen.
Beschrijven op welke organisatie niveaus cellen kunnen worden ingedeeld en waarom
Uiterlijke kenmerken en eigenschappen benoemen van cellen
Beschrijven dat cellen verschillende functies hebben

Slide 2 - Slide

Cellen
Cellen zijn één van de gedeelde kenmerken van elk organisme.

Sommige hebben er meer, sommige organismen bestaan maar uit één cel.

We kunnen organismen indelen op de opbouw van hun cellen.

Slide 3 - Slide

Ordening
Het ordenen van organismen doen wij op basis van kenmerken.
Net zoals jij die de kleding kast opruimt;
alle broeken bij de broeken
alle shirts bij de shirts

kenmerken zijn dingen waar objecten of organismen aan te herkennen zijn.

Slide 4 - Slide

Ordening organismen
De indeling voor organismen starten wij met de
Domeinen

Die indeling doen we op of een organisme wél of géén celkern heeft.
Dit zijn de prokaryoten en de eukaryoten.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bacterie
Archaea

Slide 7 - Slide

Wat valt je op aan deze twee ééncelligen?

Slide 8 - Open question

Domein prokaryoten
Dit zijn de organismen zonder celkern.
Dit zijn bacteriën en archaea.

Slide 9 - Slide

Bacteriën
  • Altijd ééncellig
  • Geen celkern
  • celwand & celmembraan
  • Cytoplasma
Archaea
  • Oudste vorm van ééncelligen
  • Altijd ééncellig
  • geen celkern
  • celwand & celmembraan
  • cytoplasma

Slide 10 - Slide

Bacteriën en Archaea verschil
Bacteriën en archaea lijken hetzelfde, maar verschillen van DNA
Die is bij beide van een andere soort chemische stof gemaakt, vandaar dat ze verschillen.

Slide 11 - Slide

Dus...
Prokaryoten zijn organismen zonder celkern
Bacteriën zijn ééncellige organismen zonder celkern
Archaea zijn ééncellige organisme zonder celkern
Celwand is een stevigere "huid" om een celmembraan heen.
Celmembraan is een dunne huid die de binnenkant van de cel scheidt van de buitenkant
Cytoplasma is het water wat in de cel zit 

Slide 12 - Slide

Prokaryoten zijn
A
Organismen met celkern
B
Organismen zonder celkern
C
Meercellige organismen
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 13 - Quiz

Noem één kenmerk die hetzelfde is bij archaea en bacteriën en één kenmerk die verschilt.

Slide 14 - Open question

Domein Eukaryoten
Het domein van de Eukaryoten zijn de organismen die wel een celkern hebben.
Dat zijn Planten, Dieren en Schimmels

Die hebben elk cellen die van elkaar verschillen.

Slide 15 - Slide

Planten
Schimmels

Slide 16 - Slide

Wat valt je op aan deze twee cellen?

Slide 17 - Open question

Planten
  • meercellig
  • wel celkern
  • celwand & celmembraan
  • Bladgroenkorrels
  • Vacuole
  • Cytoplasma
Schimmels
  • Meercellig
  • wel celkern
  • celwand & celmembraan
  • vacuole
  • cytoplasma

Slide 18 - Slide

Verschil planten & schimmels
Planten hebben bladgroenkorrels, daarmee doen zij aan fotosynthese.
Planten zijn dan ook autotroof.
Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, kunnen dus niet doen aan fotosynthese en zijn dus heterotroof.

Slide 19 - Slide

Dus...
Eukaryoten zijn de organismen met een celkern. Deze hebben 1 of meer cellen.
Plantaardige cellen lijken om schimmelcellen maar hebben bladgroenkorrels
Schimmelcellen lijken op plantencellen maar hebben geen bladgroenkorrels
Fotosynthese het omzetten van CO2, water en Licht in O2 en glucose
Autotroof organismen die hun eigen voedsel maken (fotosynthese)
Heterotroof organismen die andere organismen opeten.
Vacuole zijn holtes in de cel die zich volzuigen met vocht voor de stevigheid van de cel.

Slide 20 - Slide

Leg het verschil uit tussen autotroof en heterotroof

Slide 21 - Open question

Leg uit waarom planten autotroof zijn en zij bladgroenkorrels hebben

Slide 22 - Open question

Leg uit waarom schimmels heterotroof zijn en geen bladgroenkorrels hebben.

Slide 23 - Open question

Dierlijke cellen
Dierlijke cellen zijn verschillend van planten en schimmels.
Dierlijke cellen hebben géén bladgroenkorrels, géén vacuole en géén celwand, alleen een celmembraan.
en natuurlijk een celkern

Slide 24 - Slide

Dierlijke cel

Slide 25 - Slide

Wat voor een cel is dit?

Slide 26 - Slide

Wat voor een cel is dit?

Slide 27 - Slide

Wat voor een cel is dit?

Slide 28 - Slide

Wat voor een cel is dit?

Slide 29 - Slide

Ordening
We hebben de organismen nu ingedeeld in Domeinen :
  1. Prokaryoot (zonder celkern)
  2. Eukaryoot (met celkern)
én de eukaryoten ingedeeld in Rijken:
  1. Planten
  2. Dieren
  3. Schimmels

Slide 30 - Slide

Ordening
Maar zoals je weet er zijn heel veel verschillende dieren, planten en schimmels.

We kunnen dus nog verder indelen!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Wat moet jij weten
Domeinen


Rijken


Soorten

Slide 34 - Slide

Cel onderdelen
Celkern Eukaryoten hebben een celkern. In deze celkern liggen de chromosomen opgeslagen. Deze chromosomen, bij mensen, bestaan uit twee alellen die één eigenschap "maken". Dus: groene ogen, blond haar, huidskleur, etc. 
Mitochondriën zijn de "energie centrales" van de cel. Hier worden brandstoffen, glucose, verbrand en omgezet in energie die wij kunnen gebruiken.

Slide 35 - Slide

Cel onderdelen
Celmembraan elke cel heeft een celmembraan. Een celmembraan is "de huid" van een cel, en scheidt de binnenkant van de buitenkant.
Celwand plantencellen en schimmelcellen hebben een celwand: deze zorgt voor stevigheid.
Cytoplasma cytoplasma is het vocht wat in de cel zit, waarin alle stoffen en dergelijke zijn opgelost.

Slide 36 - Slide

Cel onderdelen
Vacuolen zijn kleine "ballonnetjes" in voornamelijk plantencellen die zich vol kunnen zuigen met vocht om de cel nog meer te verstevigen. Let op: dit is dus niet zelf een cel.
Chloroplasten zijn de bladgroenkorrels die uniek zijn aan plantencellen. Deze zorgen voor het proces fotosynthese.

Slide 37 - Slide

Cel onderdelen

Slide 38 - Slide

Cellen aan de basis
Een organisme, bijvoorbeeld een mens, is opgebouwd uit orgaanstelsels. Zoals, het spijsversterings-stelsel.
Deze is dan weer opgebouwd uit verschillende organen zoals de maag, lever, slokdarm etc.
Die organen zijn opgebouwd uit weefsels, wat een groep cellen zijn met dezelfde functie.

Slide 39 - Slide

Cellen aan de basis

Slide 40 - Slide

Bloedplasma en -cellen

Slide 41 - Slide

Bloedplasma
Bloedplasma bestaat vooral uit water maar er zijn ook verschillende stoffen in opgelost.
  • Voedingsstoffen
  • Afvalstoffen
  • Enzymen
  • Antistoffen

Slide 42 - Slide

Bloedcellen
de overige 45% van het bloed bestaat uit vaste stoffen
de bloedcellen en bloedplaatjes
De bloedcellen bestaan uit twee hoofdgroepen:
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Deze twee groepen worden gemaakt in jouw botten.

Slide 43 - Slide

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen

Slide 44 - Slide

Beenmerg
In de lange botten van jouw lichaam wordt beenmerg gemaakt. 
Dit beenmerg bevat stamcellen
Stamcellen zijn cellen die nog geen functie hebben
Denk aan iemand die nog geen baan heeft. 

Het lichaam kan waar nodig de functies verdelen en maakt daar bijvoorbeeld de verschillende bloedcellen van.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Definities
Beenmerg
Sponsachtige substantie in het midden van de botten

Stamcellen
Stamcellen zijn cellen die nog geen functie hebben gekregen.

Slide 47 - Slide

Stamcellen worden gemaakt in het beenmerg. Stamcellen zijn
A
Cellen voor het maken van een boomstam
B
Cellen die zuurstof vervoeren
C
cellen die het lichaam beschermen
D
Cellen die nog geen functie hebben, waar o.a. bloedcellen van worden gemaakt.

Slide 48 - Quiz

Rode bloedcellen
Rode bloedcellen hebben een ronde vorm met een deukje in het midden. 

Rode bloedellen hebben géén celkern

Slide 49 - Slide

Rode bloedcellen
Rode bloedcellen hebben als functie het transport van zuurstof.

Dit doen zij door middel van een eiwit die hemoglobine heet. 
In de volksmond heet dit ook wel ijzer. Hierdoor zijn zij rood. 

Rode bloedcellen leven ongeveer 4 maanden, het ijzer wordt daarna weer opnieuw gebruikt voor andere cellen.

Slide 50 - Slide

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen zijn de soldaten van je lichaam. 
Hun functie is het onschadelijk maken van ziekteverwekkers.

Dit doen zij overal in het lichaam.

Er zijn verschillende types.

Slide 51 - Slide

Witte bloedcellen
Hebben geen vaste vorm maar hebben wel een celkern.

Ze hebben geen celkern omdat zij daardoor door het hele lichaam (zelfs buiten de bloedsomloop om) ziekteverwerkkers kunnen opsporen en onschadelijk maken.

Slide 52 - Slide

Witte bloedcellen
A
De witte bloedcel beweegt tussen de cellen van een bloedvat door.
B
Omcirkeld een ziekteverwekker met zijn eigen cel.
c
"eet" de ziekteverwekker op, en breekt de cel langzaam af. Sterft hierdoor zelf.

Slide 53 - Slide

Rode bloedcellen
A
Beschermen het lichaam
B
Vervoeren vooral zuurstof
C
Vervoeren vooral eiwitten
D
Vervoeren vooral hormonen

Slide 54 - Quiz

Witte bloedcellen
A
Beschermen het lichaam
B
vervoeren vooral zuurstof
C
Vervoeren vooral eiwitten
D
Vervoeren vooral hormonen

Slide 55 - Quiz

Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn cellen die helpen bij de stolling van het bloed. 
Dit is belangrijk omdat anders de kleinste wondjes levensgevaarlijk worden (te veel bloedverlies)

Slide 56 - Slide

Bloedplaatjes
Zijn celdelen van dode cellen. 
Hebben geen celkern.
Zijn de kleinste cellen in het bloed.

Slide 57 - Slide

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

Hoe ziet het eruit?
Huid bestaat uit twee lagen

Opperhuid
en 
Lederhuid

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

Opperhuid
Bestaat ook uit twee lagen:
Kiemlaag
en de 
Hoornlaag

Slide 62 - Slide

Opperhuid
Paars = kiemlaag
maakt constant nieuwe cellen aan die het naar boven drukt

Bovenste laag = hoornlaag
zijn harde, dode cellen (verhoornd) die ons beschermen

Slide 63 - Slide

Lederhuid
  • Bevat de meeste zintuigcellen 
  • Regelt de voeding voor de opperhuid
  • Bevat haarwortels, zweetkliertjes en talgkliertjes, bloedvaten etc.

Deze huidlaag is erg flexibel, en zorgt o.a. ook voor het opsporen/onschadelijk maken van ziekteverwekkers.

Slide 64 - Slide

Slide 65 - Slide

Dus...
We kunnen cellen indelen op:
Uiterlijke kenmerken  bijvoorbeeld: wel of geen celkern
Op functie  bijvoorbeeld: Rode bloedcellen, witte bloedcellen etc
Cellen staan aan de basis van organismen: een organisme is uiteindelijk gebouwd met cellen.

Slide 66 - Slide