1.3 Spelling

1.3 Spelling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1.3 Spelling

Slide 1 - Slide

Hoe ziet deze les er uit?
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblik
  • Huiswerk en aan de slag

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken

1.2 grammatica


Opdracht 1 t/m 7grammatica

Slide 3 - Slide

Woorden die dezelfde naam hebben, horen bij dezelfde woordsoort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Noem de drie lidwoorden.

Slide 5 - Open question

Een zelfstandignaamwoord is:
A
Woorden die aangeven dat je iets doet
B
woorden van mensen, dieren, planten, dingen en eigen namen.

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen

Ik weet dat bij elke letter een klank hoort.

Ik weet het verschil tussen klinkers, medeklinkers en tweeklanken.

Slide 7 - Slide

Letters en klanken
  • Bij elke letter hoort een klank
  • Een letter heeft niet altijd dezelfde klank.
  • Voorbeeld korte klank: Kat, Lot    ( Je schrijft altijd 1 letter)
  • Voorbeeld lange klank: kater en loten
  • Een lange klank schrijf je met 1 of 2 letters: slaap- slapen, boom, bomen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video






Maken:

Opdracht: 1 en 2


Klaar?

Opdracht: 3 en 4


Slide 10 - Slide

Klinkers, medeklinkers en tweeklanken


  1. Er zijn vijf klinkers: a,e,i,o,u ( de y is soms een klinker en soms een medeklinker)
  2. Er zijn veel medeklinkers: b,c,d,f,g,h,j,k,l,m,n,p,q,r,s,t,v,w,x
  3. Er zijn acht tweeklanken: au,ei,eu,ie.ij,oe,ou,ui

Slide 11 - Slide

Maken

Opdracht:5


Klaar?

Opdracht:

6

Slide 12 - Slide

Lettergrepen


Woorden bestaan uit een of meer lettergrepen. In een lettergreep staat altijd een klinker of tweeklank.


Woorden met 1 lettergreep: kind, kom


Woorden met 2 lettergrepen:

pot-lood, jon-gen.


Woorden met drie lettergrepen:

Zwem-wed-strijd

Slide 13 - Slide

Bedenk een woord met drie lettergrepen!

Slide 14 - Open question

Huiswerk


Opdracht 1 t/m 7

Slide 15 - Slide

Wat heb je geleerd?

Ik weet dat bij elke letter een klank hoort.

Ik weet het verschil tussen klinkers, medeklinkers en tweeklanken.

Slide 16 - Slide