Oefentoets H5 en H6

Oefentoets H5 en H6
Wat heb je nodig?

Laptop, rekenmachine, schrift, etui
1 / 46
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets H5 en H6
Wat heb je nodig?

Laptop, rekenmachine, schrift, etui

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bij welk kwadraat hoort het antwoord 81
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Geef het antwoord
132=...
A
69
B
144
C
169
D
26

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Geef het antwoord
72=...
A
9
B
42
C
14
D
49

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Geef het antwoord

144=...
A
11
B
12
C
13
D
9

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Geef het antwoord

49=...
A
8
B
10
C
12
D
7

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een kwadraat is altijd...
A
Tot de macht 1.
B
Tot de macht 2.
C
Tot de macht 5.
D
Geen macht.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het tegengestelde van een kwadraat is een....
A
Macht
B
Wortel
C
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De wortel van 49 is...
A
7
B
24,5
C
13
D
2

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je met Pythagoras?
A
hoogte
B
hoeken meten
C
diepte meten
D
zijden berekenen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


De stelling van Pythagoras is ...
A
AB²+AC²=BC² RHZ1 ² + RHZ2 ² =SZ²
B
BC²+ AC² = AB² SZ²+ RHZ1 ² =RHZ2 ²
C
AB²+BC²=AC² RHZ1 ² + SZ² =RHZ2 ²
D
Geen idee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Schuine zijde
Rechthoekzijde
Rechthoekzijde

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Welke zijn de rechthoekzijden van driehoek PQR ?
A
PQ + QR
B
QR + PR
C
PR + PQ

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


De Stelling van Pythagoras geldt in .....
A
Alle driehoeken
B
Gelijkzijdige driehoeken
C
Gelijkbenige driehoeken
D
Rechthoekige driehoeken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Maak de stelling van Pythagoras
+
=
Oppervlakte rechthoekzijde 1
Oppervlakte rechthoekzijde 2
Oppervlakte schuine zijde

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Schuine zijde
Rechthoekzijde 
Rechthoekzijde 

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn de rechthoekszijden?
A
DE en EF
B
EF en DF
C
DF en DE
D
DE

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke zijde is de schuine zijde?
A
EF en DF
B
DF
C
EF
D
DE

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


A
9 + 10 = 19 wortel 19
B
6 + 10 = 16 wortel 16
C
9 + 25 = 34 wortel 34
D
6 + 25 = 31 wortel 31

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bereken zijde PQ
A
23
B
7
C
17
D
2,89

Slide 20 - Quiz

Zijde.    Kwadraat

8.               8x8 = 64
15.             15x15 = 225
  
                 som 64 + 225 = 289

PQ = wortel 289 = 17

Wat zet je op plek
1, 2 en 3?
1
2
3

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is de schuine
zijde in het kwadraat?
400
225
?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang is DE?
400 
225
625

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Bereken de lengte
AC
wortel (16 + 9) = wortel 25 =5
A
4,5
B
3,6
C
5
D
4,2

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De mast is geknapt. Als je moet
berekenen hoe lang het
geknapte gedeelte is (schuine
deel),wat is dan de eerste stap?


A
Schema opschrijven
B
rechthoekige driehoek? 2 zijden bekend?
C
Schets maken
D
rekenmachine pakken

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat zet je op plek
1, 2 en 3?
1
2
3

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is de schuine
zijde in het kwadraat?
31,36
14,82
?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang is het
geknapte deel?
31,36
14,82
46,18

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Wat zet je op plek
1, 2 en 3?
1
2
3

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat is de rechthoekszijde in het kwadraat?
0,64
?
4,41,44

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Wat is de hoogte?
0,64
3,77
4,41,4

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Ik wil weten hoe lang EG is.
In welk vlak ligt EG?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de maten van vlak
EFGH?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Wat zet je op plek
1, 2 en 3?
1
2
3

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Wat is de schuine
zijde in het kwadraat?
64
16
?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang is EG?
Rond af op 1 decimaal.
64
16
80

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang is QU?
A
4 cm
B
2 cm
C
3 cm
D
Weet ik niet

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang is SQ?
A
4 cm
B
2 cm
C
3 cm
D
Weet ik niet

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

In welk vlak ligt SQ?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Wat zet je op plek
1, 2 en 3?
1
2
3

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wat is de schuine zijde in het kwadraat?
16
4
?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang is SQ?
Rond af op 1 decimaal.
16
4
20

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang is SQ?
A
4 cm
B
2 cm
C
3 cm
D
4,5 cm

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de maten van de
doorsnede?
A
4 cm en 2 cm
B
2 cm en 4,5 cm
C
3 cm en 4,5 cm
D
2 cm en 3 cm

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Hiernaast zie je de voorkant van een schuur.
Je gaat de lengte van dakrand CD berekenen.
✍ Maak in je schrift een schets van de voorkant van de schuur.
Teken een hulplijn zo, dat CD de schuine zijde van een rechthoekige driehoek wordt.
Zet de maten bij de rechthoekszijden.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Bereken de afstand tussen de punten E(1, -3) en F(-5, -5).
Rond af op één decimaal. Teken dit eerst in een assenstelsel.

EF= hoeveel cm.

Slide 46 - Open question

This item has no instructions