wonen en huishouden 4.5

Wat betekent dit wasetiket?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat betekent dit wasetiket?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 4 begeleiden bij textiel
inhoud les:
4.3 kledingadvies geven
4.5 de was doen
4.6 textiel en schoeisel onderhouden
4.7 integratie
quiz
huiswerk en volgende les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt textiel reinigen en verzorgen.
  • Je kunt adviseren en instrueren over het reinigen en verzorgen van textiel, en stimuleert en activeert de zorgvrager om zo veel mogelijk zelf te doen.
  • Je bent erop gericht zo veel mogelijk aan de wensen en verwachtingen van de zorgvrager en naastbetrokkenen te voldoen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

4.3 kledingadviezen geven
functies van kleding en schoeisel:
  • bescherming tegen: het weer, beschadiging, gevaren
  • laten zien dat je bij een groep hoort (verzorgende in uniform)
  • uiterlijk aantrekkelijk maken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

eisen aan kleding
  • isolerende werking
  • vocht opnemen
  • wasbaar of chemisch te reinigen
  • elastisch
  • geen gevaar voor de gezondheid

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

soorten kleding
  • ondergoed (goed wasbaar, elastisch, vocht op kunnen nemen)
  • bovenkleding
  • regenkleding
  • nachtkleding
  • werkkleding

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

waar let je op bij de oudere zorgvrager?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Linnengoed
eisen: neemt vocht op, laat geen pluis achter en is goed wasbaar
(nu vaak katoen ipv linnen)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4.5 De was doen: vuil verwijderen
Hoe je wast ligt aan het soort vuil:
vuil oplosbaar in water>spoelen met water
vettig vuil>hoge wastemperatuur, voorwassen/voorbehandelen
eiwitvlekken (zoals urine, ontlasting, huidschilfers> enzymen in wasmiddel
kleurstofvlekken (gras, bloed, cosmetia)>bleken dmv perboraat in wasmiddel of chloorbleekmiddel
overige vlekken> speciale middelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2 soorten wasmiddelen
1) zeepwasmiddel: van natuurlijke produkten. 
voordeel: minder huidirritaties, beter voor milieu.
nadeel: ontstaan van kalkzeep
2) synthetische wasmiddelen: chemisch
voordeel: waterontharder
vuil wordt verwijderd door wasactieve stof of detergent
detergent=zorgt ervoor dat het vuil wordt losgemaakt van het textiel

Slide 10 - Slide

Detergent is hetzelfde als wasmiddel
stoffen in wasmiddelen
  • enzymen> breken eiwitten af (tussen 30-15 graden)
  • bleekmiddel=perboraat> kleurstoffen (hoger dan 60 graden)
  • bleekactivator> bleek werkt dan vanaf 40 graden
  • optische witmiddelen
  • vezelbeschermer
  • waterkrachtversterker

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

wasmiddel
vloeibaar of vast
dosering: staat op de verpakking 
let op de hardheid van water (Dh=duitse hardheid, hoeveelheid kalk in water)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Onderhoudsmiddelen voor textiel
wasverzachter (niet in de zorg, teveel nadelen)
vlekkenverwijderaar: voor hardnekkige vlekken, kijk of het kledingstuk chemisch gereinigd mag worden)> lees goed hoe het gebruikt wordt.
zie ook vlekkentabel 4.5 zorgpad

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wasgoed
was voorbereiden:
altijd droog bewaren (ivm het "weer") 
volle trommel
schone en vieze was apart (ivm kruisbesmettingen


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

wasgoed sorteren
pas je aan aan de wensen van de zorgvrager!
lees het etiket
lichte en donkere was apart
heel vuile was apart
nieuw textiel 1e keer apart

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

wasgoed controleren
zakken legen
ritsen dicht
soms binnenste buiten
vlekken voorbehandelen
ect uitkloppen
grote stukken goed verspreiden in de trommel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wasprogramma
Het wasproces of programmaverloop in de wasautomaat is als volgt:

Voorwas: de voorwas sla je over als het wasgoed niet al te vuil is.
Hoofdwas: hierbij wordt het vuil verwijderd.
Spoelen: het vuile sop wordt uit het wasgoed gespoeld.
Centrifugeren: hierdoor is het wasgoed eerder droog.



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wasapparatuur
lees zelfstandig door:
wasautomaten
centrifuge
handwas
drogen van de was
droger/droogtrommel
strijken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Omgaan met besmet wasgoed
bloed, sperma, vaginaal vocht, ontlasting kunnen ziektes overbrengen.
houd besmette was apart
meteen wassen: voorwas en hoofdwas, temperatuur zo hoog mogelijk, wasmiddel met bleek

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Besmet wasgoed
werkwijze:
  • Je wast je handen voor het selecteren van de was.
  • Je trekt een overschort en handschoenen aan.
  • Je legt het besmette wasgoed nooit op de grond.
  • Na het wassen trek je jouw overschort uit en hangt het binnenstebuiten op.
  • Dan trek je je handschoenen uit en was je je handen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt de was op stage geregeld?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

opdracht
Maak van hoofdstuk 4.5 alle opdrachten
Bespreek en vergelijk de antwoorden met elkaar
timer
10:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je tot nu toe geleerd over de was?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Hoe heb ik lesgegeven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

This item has no instructions