Herhaling hoofdstuk 8 (BK)

Herhaling hoofdstuk 8 BK
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 8 BK

Slide 1 - Slide

Wat is een rechtstaat?
A
een staat met een rechter
B
een staat met wetten
C
een land waar iedereen zich aan de wet moet houden
D
hetzelfde als absolute macht

Slide 2 - Quiz

Wat staat er in de Grondwet?
A
Hoe de grond in een land verdeeld moet worden.
B
Belangrijke rechten van burgers en regels over het bestuur van een land.
C
Regels over het voeren van oorlog.
D
Regels over hoe je moet de bodem moet omgaan.

Slide 3 - Quiz

Wat is een monarchie?
A
Een land dat door een koning wordt geregeerd
B
Een land dat door een gekozen leider wordt geregeerd

Slide 4 - Quiz

Wat is een democratie?
A
de koning beslist
B
Rijke mannen beslissen
C
alleen mannen beslissen
D
Het hele volk mag beslissen

Slide 5 - Quiz

Een voorstander van democratie in Nederland noem je?
A
patriot
B
stadhouder

Slide 6 - Quiz

De vertegenwoordiger van de vorst in een gewest is een?
A
koning
B
stadhouder
C
burger
D
patriot

Slide 7 - Quiz

In de 18e eeuw ging het ... met de Nederlandse economie
A
goed
B
slecht

Slide 8 - Quiz

Wie hadden de meeste macht? Van meeste macht naar minste macht.
A
burgers, regenten, stadhouder
B
regenten, stadhouder, burgers
C
stadhouder, regenten, burgers

Slide 9 - Quiz

Een ernstig strafbaar feit noem je ook wel...
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 10 - Quiz

Welke ideeën zijn van de patriotten?
A
De burgers moeten meebeslissen bij het bestuur van het land
B
De koning van de Pruisen moet belasting gaan betalen
C
De regenten zijn verantwoordelijk voor armoede en werkloosheid
D
Nederland kan het beste door de stadhouder bestuurd worden

Slide 11 - Quiz

Een plicht is
A
Iets wat je mag
B
Iets wat je moet

Slide 12 - Quiz

Carmen (17) heeft tot 3 keer toe een potje nagellak gestolen.
A
tbs
B
halt-straf
C
gevangenisstraf
D
geldboete

Slide 13 - Quiz

Een licht strafbaar feit:
A
een overtreding
B
een misdrijf

Slide 14 - Quiz

Wat is een taakstraf?
A
Een straf waarbij iemand onbetaald werk moet doen.
B
Een straf waarbij je een boete moet betalen.
C
Een straf waarbij je naar de gevangenis moet.

Slide 15 - Quiz