De leessandwich Schiphol

De leessandwich
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De leessandwich

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
  • Opstarter: schrijven
  • Leesvraag formuleren en beantwoorden
  • Woordenschat uitbreiden
  • Leesvraag beantwoorden
  • Mening vormen over iets met argumenten

Slide 2 - Slide

Creatief schrijven
1. Je gaat 8 minuten schrijven.
2. Iedere minuut zet ik een woord op het bord die je moet toevoegen aan je verhaal.


Je verhaal begint met: 
Toen ik vanmorgen uit bed kwam, heb ik....

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les 
  • Aan het einde van de les heb je een tekst gelezen.
  • Aan het einde van de les heb je een leesvraag voor jezelf opgesteld en deze aantoonbaar beantwoord.
  • Aan het einde van de les heb je nieuwe woorden geleerd.
  • Aan het einde van de les heb je een mening gevormd over de tekst. 

Slide 4 - Slide

De leessandwich

Lezen bestaat niet alleen uit lezen.

Proces: voor, tijdens en na het lezen

Meer dan alleen een tekst lezen 


Slide 5 - Slide

Voor
Schiphol zou krimpen, maar die plannen zijn van de baan. 


Hoe zit dat? 
En hoe werd Schiphol zo groot dat het niet meer mag groeien? 
Wat gaat er nu met Schiphol gebeuren?


Slide 6 - Slide

Opdracht
Jullie krijgen een tekst over het intrekken van het krimpplan voor Schiphol. Zet je naam op de tekst.

Formuleer voor jezelf twee leesvragen bij de tekst. 
- Wat wil je te weten komen over het onderwerp?
- Waar wil je meer over weten?
- Waar hoop je antwoord op te krijgen in de tekst?

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
  • Waarom wil Schiphol krimpen?
  • Wat heeft de VS hiermee te maken? 
  • Wat is de toekomst van Schiphol?
  • Wat gaat er nu gebeuren nu de krimp niet doorgaat? 

Slide 8 - Slide

Tijdens en Na het lezen
  • Ga de tekst voor jezelf, in stilte, lezen.
  • Onderstreep ondertussen belangrijke dingen in de tekst die te maken hebben met je leesvraag / die antwoord geven op je leesvraag.
  • Onderstreep woorden die je niet kent of lastig vindt. Onderstreep er minimaal 3. 


  • Geef met de informatie die je gevonden hebt in het artikel antwoord op je leesvraag.  Dit kan op de achterkant van je blaadje.
  • Zoek de betekenis van de woorden op en schrijf het ook op de achterkant.

Slide 9 - Slide

timer
15:00

Slide 10 - Slide

Evaluatie
  • Antwoorden op jullie leesvragen
  • Welke moeilijke woorden heb je gevonden?
  • Vond je dit een fijne manier om een tekst te behandelen?



  • Lever je tekst met je antwoorden bij mij in.

Slide 11 - Slide

Informatieve tekst boordelen
  • vraag jezelf af of de informatie actueel en betrouwbaar is
  • bekijk of de informatie niet te eenzijdig is
  • let daarbij goed op de bron van de tekst


Slide 12 - Slide

Beschouwende en betogende teksten
Wanneer je meer wilt weten over een onderwerp kun je op zoek gaan naar informatieve teksten. Daarin vind je vooral veel feiten. In beschouwende en betogende teksten worden vooral meningen en argumenten over een onderwerp gegeven. Deze teksten helpen jou om zelf een standpunt over een onderwerp te vormen.

Slide 13 - Slide

Wat is jouw standpunt over de krimp?
Wat zijn je argumenten als je voor bent?

Wat zijn je argumenten als je tegen bent?


Bedenk of je voor of tegen de krimp van Schiphol bent. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide