Herhaling

Leerdoelen
Je weet dat de aarde bestaat uit de aardkern, aardmantel en aardkorst.
Je begrijpt hoe delen van de aardkorst bewegen.
Je weet wat de gevolgen zijn van bewegingen van de aardkorst.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Je weet dat de aarde bestaat uit de aardkern, aardmantel en aardkorst.
Je begrijpt hoe delen van de aardkorst bewegen.
Je weet wat de gevolgen zijn van bewegingen van de aardkorst.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je weet hoe een vulkaan werkt
Je weet het verschil tussen twee soorten vulkanen
Je weet welke vulkanische verschijnselen in de buurt van vulkanen kunnen onstaan

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je begrijpt hoe en waar aardbevingen kunnen ontstaan.
Je weet hoe aardbevingen worden gemeten.
Je weet wat gevolgen zijn van aardbevingen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kent de ligging van Napels en enkele kenmerken van de stad.
Je weet hoe de Vesuvius is ontstaan.
Je weet welke invloed de Vesuvius op de bewoners van Napels heeft.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Je begrijpt hoe verwering voor het afslijten van gebergten zorgt.
Je weet hoe transport van verweringsmateriaal voor erosie zorgt.
Je weet hoe afzetting van verweringsmateriaal plaatsvindt.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Je begrijpt de invloed van ijstijden op het landschap.

Slide 6 - Slide

Aardkorst
Mantel
Kern
5000 graden

Slide 7 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
Aarbevingen
Bergen
Vulkanen

Slide 8 - Drag question

Hoe verder weg van het Epicentrum hoe ...... de beving is
A
groter
B
kleiner
C
hetzelfde
D
maakt niet uit

Slide 9 - Quiz

Hoe hoger het getal op de schaal van Richter hoe minder de schade
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is een tsunami?
A
Een golf
B
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt en die wordt veroorzaakt door een zeebeving.
C
Een aardbeving onderwater
D
Een hoge vloedgolf ontstaan door hele harde wind op zee.

Slide 11 - Quiz

Kan een tsunami zonder zeebeving ontstaan
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergte

Slide 13 - Quiz

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 14 - Quiz

middenloop
bovenloop
benedenloop
zand 
klei
rotsen
grind
erosie
verwering
sedimentatie

Slide 15 - Drag question

Erosie
Sedimentatie

Slide 16 - Drag question

Erosie vindt plaats in
A
De binnenbocht van een rivier
B
De buitenbocht van een rivier
C
Aan het einde van het rivier
D
Bij de rotsen

Slide 17 - Quiz

Het epicentrum van een aardbeving is waar de aardbeving plaatsvindt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Een aardbevingdeskundige wordt ook wel ....... genoemd
A
Vulkanoloog
B
Seismoloog

Slide 19 - Quiz

Een dode vulkaan is een vulkaan die soms actief is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Erosie =
A
het neerleggen van grind, zand en klei
B
Afslijten door wind, water en ijs

Slide 21 - Quiz

Welk deeltje is het lichtst?
A
Zand
B
Klei
C
Grind
D
Rots

Slide 22 - Quiz

Erosie
Verwering
Sedimentatie

Slide 23 - Drag question

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie

Slide 24 - Drag question

Waarom is deze steen doormidden gebarsten?
A
Erosie door de wind
B
Verwering door ijs
C
Erosie door water
D
Verwering door temperatuurverschillen

Slide 25 - Quiz

Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Erosie door ijs
B
Erosie door wind
C
Verwering plantengroei
D
Oplossing in water

Slide 26 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Verwering door ijs
B
Erosie door ijs
C
Verwering door temperatuurverschillen
D
Erosie door temperatuurverschillen

Slide 27 - Quiz

Verwering
Erosie
De bergtop is erg puntig; er is vorig jaar nog een rotsblok vanaf gevallen.
Het rivierdal wordt jaarlijks enkele centimeters dieper. 
De helling onder die bergtop ligt bezaaid met kleine stenen. 
Hoe meer spleten het gesteente bevat, des te sneller verslijt de steen. 
De stenen zijn helemaal afgerond door de wind die erlangs raast. 

Slide 28 - Drag question