This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Zakelijk schrijven
dezelfde principes - in de andere richting
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Als je over dit thema een tekst zou schrijven, wat zou dan jouw tekstdoel zijn?
amuseren
informeren
uiteenzetten
overtuigen
activeren
beschouwen
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van jouw tekst?
Slide 5 - Open question
Welke tekstSTRUCTUUR past daar het best bij?
probleem- en oplossingsstructuur
voor- en nadelen structuur
verschijnsel- en besprekingsstructuur
bewering- en argumentatiestructuur
Slide 6 - Poll
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Schrijf een INLEIDING!
Slide 9 - Slide
Hoe moet het MIDDENSTUK eruit zien? (ALINEA 1 - ALINEA 2 - ALINEA 3)
Slide 10 - Open question
Het middenstuk bevat dus vooral
A
jouw mening
B
argumenten om die mening kracht bij te zetten
Slide 11 - Quiz
Grosso modo onderscheiden we 3 soorten ZAKELIJKE TEKSTEN
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Welk type tekst zou jij over dit thema schrijven?
uiteenzetting
beschouwing
betoog
Slide 14 - Poll
"Kippen herkennen zichzelf in de spiegel"
Lees de tekst op p. 25 in de cursus
Slide 15 - Slide
Deze tekst is een
A
uiteenzetting
B
beschouwing
C
betoog
Slide 16 - Quiz
Wat is het tekstdoel
A
informeren
B
beschouwen
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 17 - Quiz
Welke tekststructuur wordt er gekozen?
A
voor- en nadelenstructuur
B
verschijnsel- en besprekingsstructuur
C
verschijnsel- en verklaringenstructuur
D
bewering- en argumentstructuur
Slide 18 - Quiz
Wat is de HOOFDGEDACHTE van de tekst?
Slide 19 - Open question
HOE INTRODUCEERT DE SCHRIJVER HET ONDERWERP
A
DOOR ÉÉN OF MEERDERE VRAGEN TE STELLEN
B
DOOR DE OPBOUW VAN HET ARTIKEL AAN TE KONDIGEN
C
DOOR EEN MENING TE VERKONDIGEN
D
DOOR EEN PROBLEEM TE FORMULEREN
Slide 20 - Quiz
In deze tekst ontbreekt een duidelijk slot. Welke functie zou het slot hier moeten hebben?
samenvatting
conclusie
aanbeveling
afweging
oproep
toekomst-verwachting
Slide 21 - Poll
Schrijf dat SLOT!
Slide 22 - Slide
Mentaal welzijn zou een verplicht lespakket moeten zijn
Lees de tekst op p. 27 in de cursus
Slide 23 - Slide
Deze tekst is een
A
uiteenzetting
B
beschouwing
C
betoog
Slide 24 - Quiz
Wat is het tekstdoel
A
informeren
B
beschouwen
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 25 - Quiz
Deze tekst is een combinatie van 2 tekststructuren, namelijk
A
voor- en nadelenstructuur
B
verschijnsel- en besprekingsstructuur
C
verschijnsel- en verklaringenstructuur
D
bewering- en argumentstructuur
Slide 26 - Quiz
Wat is de HOOFDGEDACHTE van de tekst?
Slide 27 - Open question
HOE INTRODUCEERT DE SCHRIJVER HET ONDERWERP
A
DOOR ÉÉN OF MEERDERE VRAGEN TE STELLEN
B
DOOR DE OPBOUW VAN HET ARTIKEL AAN TE KONDIGEN
C
DOOR EEN MENING TE VERKONDIGEN
D
DOOR EEN PROBLEEM TE FORMULEREN
Slide 28 - Quiz
HOE TREKT DE TEKSTSCHRIJVER DE AANDACHT IN DE INLEIDING
A
MET EEN ANEKDOTE / persoonlijk verhaal
B
DOOR TERUG TE BLIKKEN OP DE GESCHIEDENIS
C
MET EEN CITAAT
D
DOOR NIEUWE FEITEN UIT DE ACTUALITEIT
Slide 29 - Quiz
Welke functie heeft het slot?
A
een conclusie
B
een afweging
C
een oproep
D
een toekomstverwachting
Slide 30 - Quiz
Welk signaalwoord wijst in de eerste alinea op een REDENGEVEND/ VERKLAREND tekstverband?
Slide 31 - Open question
Welk signaalwoord wijst in de tweede alinea op een TOELICHTEND tekstverband?
Slide 32 - Open question
Welk signaalwoord wijst in de derde alinea op een tijds-tekstverband?
Slide 33 - Open question
Welk signaalwoord wijst in de vijfde alinea op een voorwaardelijk tekstverband?
Slide 34 - Open question
Welk signaalwoord wijst in de vijfde alinea op een opsommend tekstverband?
Slide 35 - Open question
Wat is jouw mening? Moet mentaal welbevinden een verplicht schoolvak worden?
ja
nee
ik weet het niet
Slide 36 - Poll
Schrijf een INLEIDING voor een BETOOG over dit thema!
Slide 37 - Slide
Weg met het mannelijke en blanke beeld van leiderschap
Lees de tekst op p. 29-30 van de cursus
Slide 38 - Slide
Deze tekst is een
A
uiteenzetting
B
beschouwing
C
betoog
Slide 39 - Quiz
Wat is het tekstdoel
A
informeren
B
beschouwen
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 40 - Quiz
Deze tekst is een combinatie van 2 tekststructuren, namelijk
A
voor- en nadelenstructuur
B
verschijnsel- en besprekingsstructuur
C
verschijnsel- en verklaringenstructuur
D
bewering- en argumentstructuur
Slide 41 - Quiz
Wat is de HOOFDGEDACHTE van de tekst?
Slide 42 - Open question
HOE INTRODUCEERT DE SCHRIJVER HET ONDERWERP
A
DOOR ÉÉN OF MEERDERE VRAGEN TE STELLEN
B
DOOR DE OPBOUW VAN HET ARTIKEL AAN TE KONDIGEN
C
DOOR EEN STELLING TE PONEREN
D
DOOR EEN PROBLEEM TE FORMULEREN
Slide 43 - Quiz
HOE TREKT DE TEKSTSCHRIJVER DE AANDACHT IN DE INLEIDING
A
MET EEN ANEKDOTE / persoonlijk verhaal
B
DOOR TERUG TE BLIKKEN OP DE GESCHIEDENIS
C
MET EEN CITAAT
D
DOOR NIEUWE FEITEN UIT DE ACTUALITEIT
Slide 44 - Quiz
Welke functie heeft het slot?
A
een conclusie
B
een afweging
C
een oproep
D
een toekomstverwachting
Slide 45 - Quiz
Welk signaalwoord wijst in de eerste alinea op een VOORWAARDELIJK tekstverband?
Slide 46 - Open question
Welk signaalwoorden herken je in de tweede alinea? En op welk tekstverband wijzen ze?
Slide 47 - Open question
Is deze tekst betrouwbaar?
3 dingen kunnen ons daar iets over leren
Slide 48 - Slide
Welke 3 dingen vertellen ons iets over de betrouwbaarheid?
Slide 49 - Mind map
3 BELANGRIJKE CRITERIA OM BETROUWBAARHEID AAN AF TE METEN
de bron van het artikel
de autoriteit van de schrijver/schrijfster
de publicatiedatum
Slide 50 - Slide
Wat is jouw mening? Krijgen vrouwen vandaag in de westerse wereld al dezelfde kansen als mannen? Wordt de vrouw nog steeds systematisch benadeeld en moeten we blijven strijden voor gelijke rechten?
ja
nee
ik weet het niet
Slide 51 - Poll
Licht jouw beargumenteerd standpunt toe in een betoog van 450 woorden voor jouw schoolmagazine.