Les 41 (15-02)

Les 40 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 40 

Slide 1 - Slide

Le programme
Presentie
Bijvoeglijk naamwoord
-herhalen
-onregelmatige vormen
Passé composé
Au travail!
Devoirs

Slide 2 - Slide

Laten we eens kijken of er geleerd is :)

Slide 3 - Slide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Ja
Nee
Weet niet

Slide 4 - Poll

Het bijvoeglijk naamwoord past zich niet aan, aan het zelfstandig naamwoord.
waar
niet waar
weet niet

Slide 5 - Poll

Ma mère est drôlee
Dit is de juiste vrouwelijke vorm.
Jazeker!
Nee zeg!
Ehm....

Slide 6 - Poll

'gris' verandert niet voor een zelfstandig naamwoord in het meervoud.
Klopt!
Klopt niet. Gris verandert wel.
Geen idee.

Slide 7 - Poll

Bijvoeglijk naamwoord: onregelmatige vormen. 
Naast de 'normale' regel, zijn er ook vormen die nét even anders gaan:

Il est beau-Elle est belle-Ils sont beaux- Elles sont belles

Il est nouveau - Elle est nouvelle - Ils sont nouveaux - Elles sont nouvelles

Il est vieux - Elle est vieille - Ils sont vieux - Elles sont vieilles.

Slide 8 - Slide

De passé composé

Hoe vertel je iets over afgelopen weekend?

  • Ik heb gesport.
  • Wij hebben gedanst.

  • vorm van hebben + voltooid deelwoord (ge...)
  • dus 2 werkwoorden!

Slide 9 - Slide

De passé composé: maken


1. voltooid deelwoord maken
2. juiste vorm avoir
3. achter elkaar zetten

Schrijf de volgende woorden volgens het stappenplan voor jezelf uit: 

parler
nager (zwemmen)
marcher (lopen)

Slide 10 - Slide

Schrijf op: het rijtje van 'avoir'

Slide 11 - Open question

De passé composé - Avoir

Hebben = avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 12 - Slide

De passé composé - voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Werkwoorden eindigend op -er

1. Hele werkwoord                                   (parler)
2. Haal de laatste -r weg                           (parle)
3. Zet een streepje op de laatste -e: -é     (parlé)

Slide 13 - Slide

Nog één keer het stappen plan
Stappenplan:
1. hele werkwoord -er.
    bv: regarder - er = regard
    Dit heet de stam.

    Vervolgens plaats je 'é'         
    áchter de stam.
    > regardé
2. kies de juiste vorm van 'avoir'.      bv: Elle .... regardé
    Kijk naar je rijtje 'avoir'. 
    Bij 'elle' hoort 'a'

3. Zet het achter elkaar aan:
    Elle a regardé. 

Slide 14 - Slide

Au travail!
faire ex. 32a, b et c, p.38 wb 1B

Klaar>
PO Photo Roman
check: Teams > kanaal Frans > bestanden > beoordeling PO tl/havo

Slide 15 - Slide

Devoirs
Apprendre bijv. nw
Faire 32a, b, c

Slide 16 - Slide