Domein 5 herhaling

Domein 5 herhaling
lijndiagrammen (= grafieken)
cirkeldiagrammen
grafieken

1 / 52
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Domein 5 herhaling
lijndiagrammen (= grafieken)
cirkeldiagrammen
grafieken

Slide 1 - Slide

de grafiek (= de lijngrafiek = het lijndiagram)
- het overzichts-middel voor verandering

 

- .de groei, de vermeerdering
  .toenemen - nam toe - is toegenomen
  .de toename
  .stijgen - steeg - is gestegen
- .de krimp, de vermindering
  .afnemen - nam af - afgenomen
  .de afname
  .dalen - daalde - is gedaald

Slide 2 - Slide

de grafiek (= de lijngrafiek = het lijndiagram)
- het overzichts-middel voor verandering

 

- het assenstelsel   - alle lijnen van de grafiek
- de horizontale as - de lijn van links naar rechts
                              met de gegevens
- de verticale as    - de lijn van beneden naar boven
                              met de gegevens
- het snijpunt: waar de grafiek twee gegevens combineert (bijv. om 12:00 uur is het 20 graden C); snijden - sneed - gesneden
- De tijd staat meestal op de horizontale as.

Slide 3 - Slide

de grafiek (= de lijngrafiek = het lijndiagram)
- het overzichts-middel voor verandering

 

- In een grafiek is soms een deel van de verticale as weggelaten.
Dit noemen we een zaagtand.
De zaagtand geeft aan dat er in dit stuk 
geen gegevens zijn.
In de grafiek hiernaast zijn er geen leerlingen
die korter zijn dan 120 cm. Dus het stuk tussen 0 en 120 cm is weggelaten en vervangen door de zaagtand.

Slide 4 - Slide

de grafiek (= de lijngrafiek = het lijndiagram)
- het overzichts-middel voor verandering

 

Een grafiek kan een op- en neergaande lijn vertonen,

maar ook een lijn die (meestal) één kant op gaat.
- de stijgende lijn
- de dalende lijn
- de constante lijn

Slide 5 - Slide

de grafiek (= de lijngrafiek = het lijndiagram)
- het overzichts-middel voor verandering

 

Een grafiek kan een op- en neergaande lijn vertonen volgens een patroon. Je ziet dan dat de dalen (laagste punten) en de toppen (hoogste punten) telkens hetzelfde zijn



Slide 6 - Slide

Het lezen van de lijngrafiek.
Hoe warm was het om twee uur 's nachts?
Roep nog niets.
Je gaat je antwoord
geven op het volgende
scherm via LessonUp.

Slide 7 - Slide

Hoe warm was het om twee uur 's nachts?

Slide 8 - Open question

Om twee uur 's nachts is het 02:00 uur.

Het was toen 8 graden Celsius.

Slide 9 - Slide

Het lezen van de lijngrafiek.
Hoe laat komt de temperatuur voor het eerst boven 14 graden?
Roep nog niets.
Je gaat je antwoord
geven op het volgende
scherm via LessonUp.

Slide 10 - Slide

Hoe laat komt de temp. voor het eerst
boven de 14 graden?
timer
0:30

Slide 11 - Open question

Deze vraag is niet goed te beantwoorden.
Om 08:00 uur is het 14 graden Celsius. Daarna komt de temperatuur boven de 14 graden Celsius.

Slide 12 - Slide

Het lezen van de lijngrafiek.
Hoe hoog is de temperatuur om één uur 's middags?
Roep nog niets.
Je gaat je antwoord
geven op het volgende
scherm via LessonUp.

Slide 13 - Slide

Hoe hoog is de temperatuur om
één uur 's middags?
timer
0:20

Slide 14 - Open question

één uur 's middags is 13:00 uur.
13:00 staat niet op de horizontale as.
Je moet zelf bedenken dat 13 tussen 12 en 14 uur ligt.


Om één uur is het 20 graden Celsius.


Slide 15 - Slide

Het lezen van de lijngrafiek.
In welke jaren worden er meer baby's geboren dan in het jaar ervoor?

Roep nog niets.
Je gaat je antwoord
geven op het volgende
scherm via LessonUp.

Slide 16 - Slide

In welke jaren worden er meer baby's
geboren dan in het jaar ervoor?

timer
0:30
A
2010 en 2011
B
2014 en 2016
C
2013 en 2016
D
2011 en 2019

Slide 17 - Quiz

Het lezen van de lijngrafiek.
Als je houdt van een middagtemperatuur van 14 graden, in welke maand kun je dan het best naar Parijs gaan?

Roep nog niets.
Je gaat je antwoord
geven op het volgende
scherm via LessonUp.

Slide 18 - Slide

Als je houdt van een middagtemperatuur van 14 graden, in welke maand
kun je dan het best naar
Parijs gaan?




timer
0:30
A
maart
B
april
C
oktober
D
november

Slide 19 - Quiz

het patroon v.h. reuzenrad
NUR
a. Hoe laag is 
het schuitje na 3 minuten?
b. Na hoeveel minuten is 
het schuitje op 
het laagste punt?
c. Hoeveel patronen 
zijn er in deze grafiek 
getekend?

Slide 20 - Slide

Overzichts-middelen combineren.
Welke lijngrafiek hoort bij het staafdiagram? Kijk goed en geef je antwoord via lessonUp
A
C
B

Slide 21 - Slide

Het lijndiagram dat bij het staafdiagram past, is
A
A
B
B
C
C
D
Geen van drieën

Slide 22 - Quiz

Overzichts-middelen combineren.
Welke lijngrafiek hoort bij het staafdiagram?
Lijndiagram C
hoort bij het
staafdiagram.

Kijk naar de 
toppen v.h.
staafdiagram.
A
C
B

Slide 23 - Slide

Overzichtsmiddelen combineren: Welke lijngrafiek hoort bij de tabel?
Handig aanpakken. Antwoord via LessonUp!
A
B
C

Slide 24 - Slide

Het lijndiagram dat het bestvbij de tabel past, is
A
A
B
B
C
C
D
Geen van drieën

Slide 25 - Quiz

Overzichtsmiddelen combineren: Welke lijngrafiek hoort bij de tabel?
Handig aanpakken.
Lijndiagram
B hoort bij 
de tabel.

kijk bijv. bij 
2001    66
2005  129
2010  132
A
B
C

Slide 26 - Slide

de combinatie lijn- en staafdiagram
Wacht met je 
antwoorden.

Wat is de temp 
op 1 mei?

Hoeveel bezoekers
zijn er op 6 mei?

Slide 27 - Slide

Wat is de temp op 1 mei?

timer
0:30
A
20 graden
B
18 graden
C
37000 graden

Slide 28 - Quiz

Hoeveel bezoekers zijn er op 6 mei?

timer
0:30
A
16
B
30000
C
40000
D
39000

Slide 29 - Quiz

het cirkeldiagram of het taartpuntendiagram
Een deel van het cirkeldiagram 
heet een sector of een taartpunt.


de sector, de sectoren

Slide 30 - Slide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Hoeveel procent kiest
voor een vakantie bij
de zee of de bergen?

Geef je antwoord via
LessonUp.

Slide 31 - Slide

Type je berekening en antwoord.
Hoeveel procent kiest voor een vakantie
bij zee of bergen?
timer
1:00

Slide 32 - Open question

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Hoeveel procent kiest
voor een vakantie bij
de zee of de bergen?
23+17= 40 %

Slide 33 - Slide

kleuren
Als je moeite hebt met kleuren onderscheiden,
dan MOET je dat melden bij je rekendocenten en bij je studentcoach.
Zij moeten dan zorgen dat je bij je toets 
en bij je rekenexamen vragen mag stellen
over welke kleuren er gebruikt worden.

kleurenblind - de beperking waardoor een persoon niet goed genoeg kleuren onderscheiden kan
Links staat een cirkel met groene rondjes en in oranje het getal 97.
Rechts is wat sommige kleurenblinden zien: alleen maar groene rondjes.

Slide 34 - Slide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Antwoord via LessonUp.
1. Welke doelgroep 
krijgt de minste 
subsidie?

2. Hoeveel subsidie
krijgt 'cultuur'?

overig - de rest
de cultuur - muziek, theater, museum
sociaal - daklozen, ondersteuning arme mensen

Slide 35 - Slide

Type je antwoorden:
1. doelgroep minste subsidie
2. hoeveel subsidie cultuur
timer
1:00

Slide 36 - Open question

ook een cirkeldiagram, met de legenda
1. Welke doelgroep 
krijgt de minste 
subsidie? de jeugd

2. Hoeveel subsidie
krijgt 'cultuur'. 27 %

overig - de rest
de cultuur - muziek, theater, museum
sociaal - daklozen, ondersteuning arme mensen

Slide 37 - Slide

combineren van de gegevens van een 
cirkeldiagram en staafdiagram
1. Hoeveel studenten hadden liever een 
andere baan gehad?
2. Waar heb je dat afgelezen? 
In het staafdiagram of 
in het cirkeldiagram?
3. Hoeveel procent v.d. studenten 
had een geweldige bijbaan?
4. Waar heb je dat afgelezen?

Slide 38 - Slide

combineren van de gegevens van een 
cirkeldiagram en staafdiagram
1. Hoeveel studenten hadden liever een 
andere baan gehad? 150 studenten
2. Waar heb je dat afgelezen? 
In het staafdiagram of in het 
cirkeldiagram? staaf-d (geeft aantallen)
3. Hoeveel procent v.d. studenten had een
 geweldige bijbaan? 50% (1/2 cirkel)
4. Waar heb je dat afgelezen? (cirkel geeft
 percentages)

Slide 39 - Slide

aantal of percentage?
Hoeveel % in cirkeldiagram?
1. Bij welke school doet 
het kleinste aantal 
studenten aan tennis?

2. In welk diagram heb je 
dat afgelezen?

school A ca. 990 studenten
school B ca. 940 studenten

Slide 40 - Slide

aantal of percentage?
altijd 100% in cirkeldiagram
1. Bij welke school doet 
het kleinste aantal 
studenten aan tennis? A

2. In welk diagram heb je 
dat afgelezen? staafdiagram

school A ca. 990 studenten
school B ca. 940 studenten

Slide 41 - Slide

evenveel





Geef je antwoord via LessonUp.

Aan welk onderdeel besteden Kim en Jos evenveel tijd?

Slide 42 - Slide

Aan welk onderdeel
besteden Kim en
Jos evenveel tijd?

timer
0:30
A
school
B
huiswerk
C
eten
D
slapen

Slide 43 - Quiz

ontbrekend aantal berekenen
Totaal zijn er 150 taarten
verkocht.
Hoeveel kwarktaarten waren
daarbij?

Let op de waarde 
(de betekenis) van 
de getallen!            Geef berekening en antwoord via LessonUp.

Slide 44 - Slide

Hoeveel kwarktaarten
werden er verkocht?
Type berekening en antwoord.
timer
1:00

Slide 45 - Open question

ontbrekend aantal berekenen                                    NUR

Totaal zijn er 150 taarten
verkocht.
Hoeveel kwarktaarten waren
daarbij?

andere taarten 
30+39+30+14=113 taarten
totaal 150     150-113 = 37 kwarktaarten

Slide 46 - Slide

oefenen met de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Lees tekst. Bepaal of je onbekende woorden moet opzoeken.
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
4- Wat moet ik doen bij de vraag?
B. nadenken over een oplossing
5- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?
C. 6- de berekening(en) maken
D. 7- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend

Slide 47 - Slide

woorden-
schat
min =
minimum
max=
maximum
Bft =
Beaufort = de maat van de wind-kracht
de windrichting = waar komt de wind vandaan
neersl. = de neerslag = de regen, de hagel, de sneeuw
oC = graden Celsius

Slide 48 - Slide

G




Geef nog geen antwoord. Wacht op LessonUp.
Hoe warm wordt het waarschijnlijk 's middags 
op 23 januari?

Slide 49 - Slide

Hoe warm wordt het waarschijnlijk op
23 januari?

timer
0:30
A
2
B
3
C
3,5
D
6

Slide 50 - Quiz

G




Geef nog geen antwoord. Wacht op LessonUp.
Van welke kant waait de wind op 25 januari?

Slide 51 - Slide

Van welke kant waait de wind op 25 januari?

timer
0:30
A
noord
B
oost
C
zuid
D
west

Slide 52 - Quiz