Les 22: Actieve en passieve zinnen bewust gebruiken

Actieve en passieve zinnen 

S. Boulanger
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Actieve en passieve zinnen 

S. Boulanger

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

"De verpleegster verzorgt mij."
Vul aan: Ik word ....

Slide 7 - Open question

Het verschil tussen een actieve en een passieve zin.

Slide 8 - Slide

Actieve zin: "De verpleegster verzorgt mij." --> Welke stelling klopt?
A
Het onderwerp voert de handeling uit.
B
Het onderwerp ondergaat de handeling.

Slide 9 - Quiz

Passieve zin: "Ik word verzorgd door de verpleegster verzorgt mij." --> Welke stelling klopt?
A
Het onderwerp voert de handeling uit.
B
Het onderwerp ondergaat de handeling.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Het handelend voorwerp

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Som twee kenmerken
op van een actieve zin.

Slide 15 - Mind map

Som twee kenmerken
op van een passieve zin.

Slide 16 - Mind map

Vul de zin passend aan. Je krijgt al twee kernwoorden.

Slide 17 - Open question

Vul de zin passend aan. Je krijgt al twee kernwoorden.

Slide 18 - Open question

Vond je dit een moeilijke oefening?
Ja
Nee

Slide 19 - Poll